Opening van de meimaand (Oostakker - 30 april 2024) – homilie
Lezingen: Gen 12, 1 – 8 ; Lc 1, 39 - 56
‘Ga aan de priesters zeggen dat men hier in processie komt’
Beste vrienden,
Misschien vragen jullie zich af: wat kunnen wij doen met het jaarthema ‘Ga aan de priesters zeggen dat men hier in processie komt’? Het gaat over priesters en over processie! Eigenlijk kan mijn antwoord vrij eenvoudig zijn: we hebben allen dankzij ons doopsel deel aan het algemeen priesterschap van de gelovigen. En pelgrims op aarde zijn nu eenmaal alle mensen. (Ik hoop mij op die manier goed uit de slag te trekken en… ik denk dat Maria zal akkoord zijn).
I. Het algemeen priesterschap van alle gelovigen
Het priesterschap van alle gelovigen houdt een dubbele zending in. Enerzijds spreken we tot God namens de mensheid. En anderzijds spreken we tot de mensen, namens God. Die dubbele rol waardoor iedere gelovige priester is – van God tot mens en van mens tot God – wordt door Maria opgenomen in Lourdes. En ook door Bernadette. We vinden bij hen beiden die tweevoudige beweging terug.
Van mens tot God. Namens ons, mensen, richt Maria zich tot God, omdat God van ons houdt. God houdt van de wereld en van heel zijn schepping. In het Weesgegroet bidden wij Maria dat zij voor ons ten beste zou spreken: “Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons”. En ook Bernadette doet dat: in het spoor van Maria bidt Bernadette voor ons. Maria en Bernadette doen het en ook wij. Onze voorbeden tijdens de eucharistieviering of tijdens het getijdengebed bewijzen dat. Wij bidden spontaan voor veel mensen: voor zieken en bejaarden, voor eenzame mensen. We bidden om vrede in deze moeilijke tijden. Wij richten ons telkens tot God in naam van de mensheid. We danken Hem ook voor veel mooie dingen, voor de schepping en voor de vele mensen rondom ons die ons helpen om te leven. Ja, dat is onze gemeenschappelijke priesterlijke roeping. We bidden God voor de mensen. We danken Hem en vragen om bijstand.
We richten ons ook tot de mensen in naam van God. Dat is de beweging in de andere richting, van God tot mens. Maria verschijnt aan Bernadette als een soort ambassadeur van God. Gods “keuze viel op zijn eenvoudige dienstmaagd”, hoorden we zopas. Letterlijk: “God keek naar de vernederende status van zijn dienstmeisje”. Maria was van heel “gewone komaf”. Mensen van “betere komaf” bekeken haar vanuit de hoogte. Maar God deed andersom: Hij “verhoogde” Maria. Kunnen we dat niet toepassen op de manier waarop Maria keek naar Bernadette? Maria keek naar de armoede van Bernadette, die met haar familie in een afgedankt cachot leefde en wiens vader als een dief beschouwd werd (en dan nog ten onrechte). De blik van Maria was niet vernederend, integendeel. Haar blik was die van God, een blik die omhoog heft. Maria en Bernadette konden dank zij hun eenvoud Gods boodschap bij de mensen brengen. Ze werden zijn ambassadeurs. Paulus zegt het letterlijk: “Wij zijn de ambassadeurs van Christus” (2Kor 5, 20). En wat betekent dat? Ik citeer weer Paulus: “De Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven” (2Kor 1, 3-4). Wat we van God gekregen hebben – zijn medelijden en troost – dat geven we door. Op die manier getuigen we van Gods liefde.
Dat is de manier waarop alle christenen geroepen zijn om “priester” te zijn, namelijk als we – vooral in ons gebed – de mensen tot bij God brengen, en God bij de mensen.
II. Pelgrims.
Maar Maria zegt nog iets meer in haar uitspraak: "Ga aan de priesters zeggen dat men hier in processie komt". Wat doen we met dat tweede deel van de zin, die processie? Een processie is meer dan een gewone optocht. Een processie heeft altijd een godsdienstige betekenis. Een processie is gelovigen in beweging. En als de processie een voldoende grote afstand aflegt, dan spreken we over een pelgrimstocht, een tocht naar een bedevaartsoord. In Lourdes zie je het allemaal: pelgrims die van heinde en verre in processie komen naar de grot. Ik denk nu ook spontaan aan het heilig jaar dat op 24 december start. Het motto is: Pelgrims van de Hoop. Voor mensen die van Lourdes houden – en dus ook van Oostakker – zou het een bijzonder jaar moeten worden.
Een processie is geen meute, geen troep van mensen die chaotisch door elkaar lopen. Een processie is geordend. Zij is een ander beeld voor de Kerk. Paulus vergelijkt de Kerk met het lichaam, waarin we de verschillende organen en ledematen hun plaats vinden. Ook een processie is goed georganiseerd.
Een processie is niet alleen geordend. Ze is ook in beweging. En die beweging vinden we in de twee lezingen die we samen beluisterden. In de eerste lezing is dat opvallend. Luister maar naar de volgende uitdrukkingen: “De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg…”; “Abram trok weg”; “Zo gingen ze op weg”; “Daarvandaan trok Abram naar het bergland”. Dat is vijfmaal in een korte tekst. In het evangelie wordt van Maria gezegd dat ze “met spoed reisde”. Iemand die Bijbels leeft is duidelijk iemand die niet bij de pakken blijft zitten. Ook Bernadette zal uit Lourdes vertrekken naar Nevers en zal daar blijven zonder nog terug te gaan naar haar geliefde grot.
Als we samen op hetzelfde ritme bewegen, georganiseerd, dan hebben we een processie. Een processie is met andere woorden “samen op weg gaan”. En samen op weg gaan is de vertaling van synodaliteit, een woord dat de laatste tijd enorm zijn ingang vindt in het kerkelijk woordgebruik. Maar het is niet alleen maar een woord.
Beste vrienden, ik stel voor dat we de hele maand mei op weg gaan, met Maria, met Bernadette en met elkaar. Laat ons ambassadeurs, gezanten van Gods mededogen (compassie) zijn. Laat ons tekenen zijn van hoop in onze wereld. Dan beoefenen we onze doopselgenade en beleven we het algemeen priesterschap van alle gelovigen.
‘Ga aan de priesters zeggen – aan ons allen! – dat men hier in processie – in kerkgemeenschap – komt’.
Dit is het Lourdesthema van dit jaar. We kunnen er nog het hele heilig jaar verder mee op weg.