Maria wordt in de meimaand geëerd vooral als moeder, zij die het leven doorgeeft. Zij is de middelares voor zovele moeders die komen vragen om hulp bij een geboorte of bij de opvoeding van hun kinderen. ‘Blijf in ’t Vlaamse herte tronen, ... als de beste moeder wonen in elk Vlaamse huisgezin’ zingen we in het alom gekende lied ‘Liefde gaf u duizend namen’.
Maria is ook de mama van alle christenen, de moeder van de Kerk. Het is gemakkelijk haar onze zorgen toe te vertrouwen: ze weet wat het is moeder te zijn, zij kent de zorg om het gezin. Ze is immers één van ons en behoort toch ook tot die wereld van God. We hebben haar in de geschiedenis vaak op een piëdestal van zoete vroomheid gezet terwijl ze eigenlijk een gewone volksvrouw is. Een vrouw, ‘vol van genade’ die zij van God mocht ontvangen. Een gelovige vrouw die eenvoudig leefde, verbonden met God en met haar dorpsgenoten. Een vrouw die van haar zoon hield en niet wegvluchtte toen Hij gekruisigd werd. Zij wist wat lijden was.
Laten we in deze meimaand naar aloude traditie Maria eren met een bloemetje of een kaarsje bij haar beeld. Laten we haar groeten met die eeuwenoude woorden van het Weesgegroet. Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u. Gezegend zijt gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht van uw lichaam: Jezus. Heilige Maria, moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen.