Leven geven
Het lange evangelie ven deze zondag wordt omschreven als een sandwichverhaal.
Het is een techniek die Marcus vaker gebruikt, waarbij het ene verhaal ingesloten wordt door het andere.
We hebben hier twee verhalen waarin om leven wordt gevraagd en dat leven krijgen ze ook.
Jezus is nog maar het meer overgestoken en onmiddellijk stroomt het volk naar Hem toe. Er gaat nu eenmaal een bijzondere aantrekkingskracht van Hem uit.
Eén man uit de menigte is met een speciaal doel naar Hem gekomen.
Het is Jaïrus, de overste van de synagoge, een niet onbelangrijk man.
Hij heeft een groot vertrouwen in Jezus en valt Hem te voet met een dringende bede: ‘Mijn dochtertje kan elk ogenblik sterven, kom haar toch de handen opleggen opdat ze mag genezen en leven’.
Een jong meisje en de dood, dat gaat helemaal niet samen. Jeugd doet denken aan leven en toekomst.
Jezus gaat onmiddellijk in op zijn wens en vergezelt hem. Een grote menige, erop belust ook eens een wonder mee te maken, gaat mee, ze dringen op Hem aan.
Hier dringt een tweede verhaal binnen in het eerste.
Weer iemand die op zoek is naar leven, een vrouw die reeds twaalf jaren lijdt aan bloedvloeiingen, steeds verder voelt zij hoe het leven uit haar verdwijnt.
Dokters hebben haar niet kunnen helpen, er volgen zelfs enkele zeer onvriendelijke opmerkingen over hen, ze heeft aan hen haar vermogen uitgegeven en het is alleen maar erger geworden.
Ze stelt haar hoop op Jezus, ze heeft een nogal magische kijk op de zaken, ze raakt zijn mantel aan en vertrouwt er op dat dit voldoende zal zijn om haar te genezen.
Zo gebeurt het, de vloeiingen houden op en ze voelt dat ze van haar kwaal genezen is.
Maar ook Jezus voelt iets en ook dat klinkt een beetje magisch, Hij is zich bewust dat er een kracht van Hem is uitgegaan.
Zijn reactie is heel menselijk, Hij keert zich om en vraagt wie Hem aangeraakt heeft.
De leerlingen reageren een beetje geërgerd.
Maar Meester toch, U ziet dat het volk van alle kanten op U aandringt en vraagt dan nog wie U heeft aangeraakt.
Jezus blijft volhouden en wil absoluut weten wie dat gedaan heeft, dat is voor Hem zeer belangrijk.
De vrouw wordt angstig, werpt zich voor Hem neer en bekent wat er gebeurd is.
Het antwoord van de Meester is heel geruststellend, Hij ziet geen magie, maar geloof.
Door dat geloof is ze genezen en kan ze in vrede heengaan, het leven lacht haar toe..
Nu keren we terug naar het eerste verhaal met de smekende vader.
Uit zijn huis brengt men de boodschap: uw dochter is gestorven, ge moet de Heer niet meer lastig vallen.
Maar Jezus spoort Jaïrus aan te blijven geloven.
Hij gaat naar het huis met Petrus, Jakobus en Johannes, de drie leerlingen die vaker getuigen mogen zijn van grote gebeurtenissen.
Bij het huis staan mensen te wenen en te klagen, dat zijn scènes die we nog zo vaak zien in die streken, zeker in de huidige oorlogstijd.
Jezus laat zich niet zo gauw overtuigen van de triomf van het dood, Hij gelooft in het leven. ‘het kind is niet gestorven, maar slaapt.
Algemene reactie: ze lachen Hem uit, ge moet ziende blind zijn om niet te weten dat dit schamel kind dood is.
Jezus stuurt de spotters weg en gaat met de ouders en de drie leerlingen de kamer binnen waar het meisje ligt.
Hij neemt de hand van het kind vast en zegt:’Talita koemi’, meisje sta op.
De woorden hebben zoveel indruk gemaakt dat ze in de oorspronkelijke taal, het Aramees, bewaard zijn, we horen Jezus’ eigen stem.
Het meisje staat op en loopt rond, heel normaal voor een kind van twaalf jaar.
Iedereen is stomverbaasd, Maar Jezus wil discretie, ze moeten er geen sensatie over maken.
Voor de Heer is het normaal dat het leven overwint waar er zoveel geloof is.
Dan volgt nog een heel menselijke reactie: geef dat kind te eten, ze zal wel honger hebben.
Het is goed altijd met je twee voeten op de grond te blijven.
Bidden om leven, we doen het zo vaak, zeker wanneer we de levenskrachten uit ons voelen wegglijden, wanneer we de naderende dood gewaarworden.
De Heer geeft leven en verhoort ons gebed, al is het meestal op een heel andere manier.
Mensen blijven ziek en sterven, niemand ontsnapt daaraan.
En toch is er voor ons leven, leven in Gods liefde waaraan nooit een einde komt.
Dat leven begint nu, het blijft en het zal er altijd zijn. Dat is ons geloof en dat zal ook hier triomferen.
Luc De Baene