Ik zal u een ‘Ave Maria’ schenken
We hebben al vaak horen zeggen dat de kerken leeglopen en dat sommige reeds gesloten zijn. Er is echter een domein waar helemaal geen leegloop is. Dit zijn de bedevaartplaatsen en ook de volksvroomheid. We kunnen dus de vraag niet uit de weg gaan: “Waarom blijven de mensen naar bedevaartoorden trekken, terwijl de kerkpraktijk achteruitgaat?” Zouden we kunnen zeggen dat bij de volksmens onderhuids een diepe spiritualiteit leeft? Deze volkse en liturgische gevoeligheid is verbonden met de natuur, met heilige plaatsen, met bronnen en grotten, ja…met de geschiedenis.
Maar … hoe dan ook, Christus staat altijd centraal in ons geloof. Maria en andere heiligen vormen rond Hem een erewacht … en niet omgekeerd.
Volksreligie heeft veel te maken met hart en gevoel, veel meer dan met het hoofd. Volksreligie kan niet zonder beelden. Dit is meteen een uitnodiging om onze smaak voor schoonheid te testen bij het bekijken van beelden in enkele bedevaartoorden. In deze uitgave van ‘Kerk en Leven’ beginnen we wat dichter bij ons: Dadizele, Banneux en Beauraing.
Volgens sommige bronnen is Dadizele reeds sinds de 15e eeuw een bekend bedevaartoord.
Maria wordt er vereerd als ‘Onze-Lieve-Vrouw met kind’. De devotie vindt haar oorsprong in drie legenden. Maria kwam telkens helpen bij een concrete nood.
Dit bedevaartsoord wordt het heiligdom genoemd van ‘De Maagd der Armen’. Van 15 januari tot 2 maart 1933 verscheen Maria acht keer aan een elfjarig meisje, Mariette Beco. Duizenden pelgrims komen er hun armoede, hun lijden en verdriet toevertrouwen aan de Moeder van de Verlosser.
De plaats van de verschijningen aan vijf kinderen (dit van 29 november 1932 tot 3 januari 1933) werd een heiligdom en een bedevaartoord. De cultus werd er in 1943 toegestaan door de Kerk. In een souvenirwinkel ‘Pro Maria’ is er ook een klein museum met meer dan 800 beelden, gemaakt uit alle materialen en vanuit alle landen. Zo wordt de mariale cultus in de wereld gevisualiseerd.
Wezenlijk in de volksvroomheid is de plaats van Maria. De liefde voor haar zoekt echter niet alleen beelden maar ook namen … zoals elke liefde onder mensen de geliefde vaak met een ‘lieve’ naam bedenkt. “Liefde gaf u duizend namen…” zo zingen we in een welbekend Marialied. Als je zoekt op internet dan vind je er een hele litanie. Ik citeer er enkele: Minnelijke Moeder, Gulden Huis, Oorzaak van onze Blijdschap, Moeder van goede Raad, Zetel der Wijsheid, Morgenster, Troosteres van de Bedrukten, Koningin van de Vrede … En … misschien kan je zelf een heel persoonlijke naam voor haar uitvinden! Dat mensen vindingrijk zijn daarin bewijst de Stad Brugge als Mariastad. In 2020 bracht men een nieuwe uitgave op de markt van het boekje ’t Onze Vrowtjie aan mien fasaade’.
Uit al deze namen blijkt dat Maria de hoogverheven Moeder Gods is en toch is ze ook heel dicht bij ons. Haar beeld staat roerloos, soms hoog in een nis en toch is ze heel nabij, alsof ze er alleen voor mij staat.
Mariale bedevaartplaatsen zijn ankerplaatsen van de volksreligiositeit. Op deze plaatsen raakt de hemel de aarde, want ze zijn verbonden met God én met de mensen. De bedevaarder ziet alles met nieuwe ogen: het landschap, de medemensen, zichzelf en zijn geschiedenis. Bedevaarders worden vaak vrienden en ook lotgenoten, ja zelfs een soort tweede familie…
Vandaag bezoeken wij enkele bedevaartoorden…wereldwijd.
Het is dé katholieke bedevaartplaats in Frankrijk … en dit het hele jaar door, maar vooral van maart tot oktober. Per jaar verblijven er zes miljoen pelgrims. Ze ervaren er een groot vertrouwen, maar ook hoop op fysische of geestelijke genezing. Daarvan getuigde onze hulpbisschop Eugeen Laridon destijds: “Zieken vertrekken vol moed weer naar huis. Ze zijn daarvoor niet genezen, maar ze hebben kracht gekregen om hun ziekte te dragen en het uit te houden totdat ze - bij wijze van spreken - opnieuw naar Lourdes kunnen komen”.
Het is de plaats waar drie herderskinderen, Jacinta, Francesco en Lucia, getuigen van een reeks verschijningen. De wereldwijde bekendheid van Fatima is vooral toegenomen tijdens het pausdom van Johannes Paulus II. In 1982 kwam hij naar Fatima, als dank omdat hij in 1981 een aanslag had overleefd.
Een stad in het zuiden van Polen is de thuishaven van de zwarte Madonna. Jaarlijks komen er ongeveer vijf miljoen gelovigen naar dit bedevaartoord. Zo kan het in één adem genoemd worden met plaatsen als Lourdes en Fatima.
In Bosnië-Herzegowina ben je ten slotte welkom bij de Koningin van de Vrede.
Medjugorje wordt ook de gebedsschool van Maria genoemd. Waar kan je beter het gebed
leren dan bij haar, de Vrouw die alles in haar hart bewaarde?
Moge zij ten beste spreken bij haar Zoon … zodat de vrede mag terugkeren in zoveel plaatsen van oorlog en geweld.
Zuster Edith Provoost (medezuster van zr. Rita)
Voor dit artikel heb ik inspiratie gevonden bij Kardinaal Godfried Danneels (+) in zijn paasbrochure van Pasen 2008: “Volksreligie, geloven met handen en voeten”.