Als jongste van twee kinderen groeide Robert op in Balen. Hij was muzikaal zeer begaafd. Op zijn vijftiende bespeelde hij het kerkorgel van de parochie, en op zijn harmonica speelde hij verschillende symfonieën van Beethoven. Na zijn studies aan het St.-Jan Berchmanscollege te Mol trad hij in 1960 binnen in het St.-Jozefseminarie van Mechelen. Omwille van zijn uitstekende studieresultaten zond Kardinaal Van Roey hem na één jaar reeds naar het Belgisch college van Rome om daar verder te studeren. Op 4 september 1966 werd Robert priester gewijd in de parochie van Olmen.
Zijn leven werd er één van gebed, studie, en academische arbeid. Aan de Gregoriana behaalde hij een doctoraat in de Theologie en aan de Katholieke universiteit van Leuven een doctoraat in de Filosofie. Zijn specialiteit was de Middeleeuwse theologie en filosofie. Hij was ondertussen vast medewerker aan het Albertus Magnusinstituut te Bonn geworden en buitengewoon docent aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Hij was lid van de Pauselijke Academie van Sint Thomas van Aquino en jarenlang lid van de Commissio Leonina, een commissie die zich bezig houdt met het uitgeven van geschriften over St. Thomas.
Van 2013 tot 2018 was hij gasthoogleraar aan de Pauselijke Universiteit Sante Croce in in Rome.
De coronaepidemie heeft een grote invloed gehad op zijn leven, zodat hij in 2021 moest opgenomen worden in een zorginstelling. Samen met zijn familie moest hij de afweging maken: "blijf ik in Rome, misschien eenzaam en ver van mijn familie, of keer ik terug naar België, maar dan moet ik afscheid nemen van mijn collega’s en mijn bibliotheek?” Het was voor hem een hartverscheurende keuze. Toch hakte hij de knoop door en werd hij in februari 2022 resident in het woonzorgcentrum De Witte Meren in Mol. Het grote voordeel was dat zijn zus, die tien jaar ouder was en in Mol woonde, hem dan kon bezoeken. Elke dag stapte zij met haar rollator naar zijn kamer. Dat waardeerde hij sterk en daar was hij uiterst dankbaar voor. Maar het contact en de gesprekken werden onrustig en vooral moeilijker. Meerdere keren werd hij ook opgenomen in het H.-Hartziekenhuis in Mol . Op 30 juni 2024 kon hij na de ziekenzalving rustig zijn leven neerleggen in de handen van zijn Schepper, voor wie hij zo gewerkt had. Enkele dagen laten vierden wij zijn afscheid in de kerk van St. Petrus en Paulus en legden wij hem te rusten op het kerkhof van Balen-Olmen.
Met St. Augustinus bidden wij op zijn herinneringsprentje: “Onrustig is mijn hart, tot het rust vindt in U”.
E.H. Rik Aegten