Jezus, een man, verminkt, gefolterd, gedood. Tranen, ongeloof, wanhoop voor hen die geloofden in zijn zending. Waarom? Wat nu? Waar moeten wij naar toe? Verslagenheid te groot voor woorden. Stilte. Jezus, wij beseffen niet helemaal wat uw leerlingen, uw dierbaren, uw moeder moeten hebben gevoeld, gedacht. Wij hebben nu Uw verrijzenis reeds voor ogen. Wij weten reeds dat U zult opstaan, helemaal. Toch willen wij het stil maken. Ons laten doordringen met Uw liefde voor ons; wat dat betekent voor U maar ook voor ons. Wij willen ons uw leven, uw weg overschouwen en eigen maken; wat dat betekent voor U maar ook voor ons. Wij willen het stil maken, heel stil zodat U in ons leven, in ons "zijn", kan door-dringen, helemaal.