De Week van de Opvoeding (16-23 mei) titelt Opvoeden is samen lachen, huilen, praten, eten. Dat opvoeden het niet per se moet hebben van grote theorieën maar in kleine, dagelijkse dingen zit, is de rode draad in de campagne.
Ook geloofsvoeding is geen aparte activiteit die dagelijks of wekelijks ingepland moet worden. Gelovig opvoeden speelt zich af in het dagelijks bezig zijn, in mijmeringen tijdens de file, in gesprekken op weg naar school, in wandelingen door het bos, tijdens het spelen in de zandbak, in de verwondering om de eerste paasbloem in de tuin, in een lach op het feest en een traan bij het ruzie maken.
Hoe geloofsopvoeding verweven zit in al dit dagdagelijkse, kan je wekelijks lezen in de blog I wonder.
En dan merk je gauw dat geloofsopvoeding niet enkel een verhaal is van input door de ouders. Vaak is het andersom en zijn het de kinderen die hun ouders de weg wijzen naar een dieper, gelovig verstaan van de werkelijkheid. Want geloof gaat lang niet altijd over strikt cognitieve beschouwingen.
Geloven gaat ook over het samen niet-weten en rustig kunnen zeggen dat dat oké is.
Kleine dingen als wonder ervaren
Geloofsopvoeding heeft ook te maken met een levenskunst om te midden van de gezinsdrukte kleine dingen als een wonder te ervaren. Geloven gaat over een aanvoelen dat volwassenen soms zijn verleerd, zoals de blogtekst Onzichtbaar treffend verwoordt. Geloofsopvoeding is een wisselwerking tussen ouders en kinderen en gaat in 2 richtingen.
Grote en kleine mensen leren van elkaar en tonen elkaar de weg naar God, vaak via verwondering om doodgewone dingen.
Daar waar ouders kinderen graag iets willen leren, tonen kinderen vaak met handen en voeten en zonder veel geleerde woorden waar het om gaat.
Dat mocht ik met Pasen nog eens ervaren. Onze jongens van 8 en 10 luisterden naar de homilie. Maar Jade, onze jongste van 4, had last van wiebelbenen en zat de hele tijd te schuiven en te draaien op haar stoel. Ook haar mondje stond niet stil. Enkele mensen keken geamuseerd in de richting van ons woelwater. De hele uitleg rond Pasen ging aan haar voorbij. Maar toen de voorganger op het einde van de viering zei dat de paasklokken ook in de kerk waren geweest, spitste ze de oren. Dat had ze wel weer gehoord! Als de bliksem liep ze naar voren om een zakje paaseitjes op te halen.
Terwijl ik me liep af te vragen wat Jade nu meenam van de viering, passeerden we een bedelares. Jade aarzelde geen ogenblik en gaf haar zakje paaseitjes af aan de dame. De vrouw in kwestie keek even beduusd en antwoordde iets in een vreemde taal. Jade verstond er niets van, gooide haar armpjes in de lucht, en met een soort hoera-gebaar gaf ze de vrouw een knuffel en zei: Het is Pasen vandaag!
Ze had er meer van begrepen dan wij allemaal, niet?
In de Week van de Opvoeding nodigen we iedereen uit om zich te oefenen in die manier van kijken en luisteren die je voelsprieten doet krijgen voor kleine wonderen in het dagelijkse leven.
Sylvie De Ruyck