Na bijna tweehonderd jaar aanwezigheid buiten de stadsmuren van Oudenaarde, verhuist het hospitaal in 1379 naar de binnenstad in de onmiddellijke nabijheid van de St.-Walburgakerk. De oorkonde waarin haar nieuwe vestigingsplaats voor de eerste keer vermeld wordt, geeft voor deze verhuis geen reden op. Een studie van de algemene politieke en militaire situatie brengt verduidelijking.
In die periode wordt Vlaanderen geconfronteerd met de zesjarige oorlog (1379-1385), een strijd tussen Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, en de Vlaamse steden. Gent neemt daarin het voortouw. De voornaamste oorzaak van de oorlog is de poging van de graaf om zijn macht te centraliseren en die van de steden te verzwakken. Daarbij komen ook sociale spanningen binnen de steden aan bod, de ontwaarding van de munt met als gevolg te lagen lonen en armoede. Slechts na de dood van de graaf zou met zijn schoonzoon, Filips de Stoute, de vrede van Doornik in 1385 kunnen getekend worden.
Ook Oudenaarde wordt meermaals aangevallen door zowel Gentsgezinde troepen als door die van de graaf. In de eerste fase van de strijd, van midden oktober tot 3 december 1379, kon Oudenaarde aan de Gentse druk nog weerstand bieden en mislukt de belegering van de Witte Kaproenen. In februari 1380 moet de stad evenwel de poorten voor de opstandelingen openen die er meteen het bestuur overnemen. Onderhandelingen leiden tijdelijk tot een vrede, waarop de Gentenaars Oudenaarde aan de graaf teruggeven.
De grootste belegering vindt echter plaats in de loop van het jaar 1382, wanneer de stad gedurende meer dan twintig weken belegerd wordt. Een jaar later, op 17 september 1383, kan Frans Ackerman, de opvolger van Filips van Artevelde, het zwaar versterkte Oudenaarde toch innemen en het tot mei van het jaar daarop onder Gentse leiding plaatsen. Uiteindelijk zouden troepen onder leiding van de heer van Schorisse bij verrassing de stad definitief van de Gentse bezetter bevrijden.
Bij het uitbreken van de oorlog laat Lodewijk van Male het hospitaal buiten de muren van de stad ontruimen en afbreken om te vermijden dat de Gentenaren er gebruik zouden van maken.Het hospitaal bestond toen al uit twee kerken, een kapel, drie begraafplaatsen en verscheidene mooie gebouwen gelegen aan de Gevaertsdreef. Als schadevergoeding krijgt het hospitaal een plaats achter het kerkhof te Oudenaarde, die tot dan toe bewoond werd door de Bogarden. Na 1379 verwerft het hospitaal heel wat woningen in de omgeving.
Op 23 november 1412 neemt hertog Jan zonder Vrees het O.-L.-Vrouwehospitaal in bijzondere bescherming en verzoekt de baljuw van de stad en de leden van de Raad van Vlaanderen hetzelfde te doen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.