BASILIEK
(Gr.: basilikè: de/het koninklijke)
Vroegchristelijke kerk met middenschip en zijbeuken, van elkaar gescheiden door zuilen. De middenbeuk is gericht naar de absis(*) waarin de bisschopszetel staat. De paus geeft aan sommige kerken en heiligdommen de titel van basiliek, wanneer hun pastorale uitstraling verder reikt dan die van een gewone parochiekerk: bijvoorbeeld de kerk van een bedevaartsoord of abdij.
BELOKEN PASEN
(van luiken sluiten)
Zondag na Pasen, einde van het paasoctaaf.
BEURS
Vierkant stoffen etui in de kleur van de gewaden van de dag, waarin het corporale(*) geborgen wordt.
BONNET
Klassiek hoofddeksel van geestelijken in vroegere tijden, meestal vierkant met drie tot vier steken. TV-figuren als Don Camillo en pastoor Munte droegen ze steevast samen met hun soutane.
BREKEN VAN HET BROOD
Van oudsher een term die gebruikt werd voor de eucharistieviering, omdat de eucharistieviering in de eerste eeuwen nog verbonden was met een echte maaltijd.
BREVIER
(Lat.: breviarium: verkorting)
Oude benaming voor het privaat gebedenboek, Getijdenboek(*) genaamd.
BROOD (gezegend)
ln de oosterse liturgieën wordt op het einde van de eucharistie gezegend brood uitgereikt. ln de westerse liturgie wordt hier en daar brood gezegend op het feest van de heilige Hubertus (3 november).
BRUIDSZEGEN
Bijzondere zegen over man en vrouw in de huwelijksviering.
Terug naar het overzicht