Na een verzoekschrift van 20 maart 1967 van de Bisschop van Gent, werd de "Sint Jozefparochie" opgericht als hulpparochie van de Sint Laurentiusparochie bij K.B. van 30 oktober 1968.
De nieuwe hulpparochie omvat de wijken Spoele, Everslaar, Naastveld en Boxlaar.
In een notariële akte dd. 05 maart 1970 van notaris J. Matthijs wordt de splitsing van de parochie "Sint Laurentius" bepaald en wordt de kerkfabriek van de hulpparochie "Sint Jozef" opgericht; tevens worden de goederen tussen parochie en hulpparochie verdeeld.
De gronden voor het bouwen van een nieuwe kerk, welke reeds door de "parochie Sint Laurentius" verworven waren, werden eveneens aan de nieuwe hulpparochie overgedragen.
Z.E.H. Paul Meert was een van de 21 bouwpastoors die, in die periode, door de Gentse Bisschop werden belast met de bouw van een nieuwe kerk in een opgerichte hulpparochie.
Eerst werd een noodkerk ingericht in de lokalen van de vroegere vrije meisjesschool van Spoele - dit naar de plannen van architect Victor Laureys.
Deze voorlopige kerk werd later het parochielokaal "Ter oude kerke"
Door de kerkraad werden de architecten Victor Laureys (1928-1987) en Dierick Willy (1930-2016) aangesteld als ontwerpers voor de nieuw te bouwen hulpkerk.
De nieuwe kerk diende te voldoen aan de conciliedocumenten van 'Vaticanum 2'.
Op 4 december 1963 kondigde paus Paulus VI – die de inmiddels overleden paus Johannes XXIII was opgevolgd – de constitutie 'Sacrosanctum Concilium' over de liturgie af. Deze constitutie gaf veel meer ruimte voor inbreng van de gelovigen in de liturgie. Dit was het resultaat van de Liturgische Beweging die rond 1900 op gang was gekomen en die een actieve deelname van de gelovigen aan de liturgie bepleitte en ook de kennis van de liturgie onder de gelovigen bevorderde.
De priester, die tot dan toe als het ware met zijn rug naar de gelovigen de mis had opgedragen, keerde zich nu naar de gelovigen. Dat was een van de meest zichtbare veranderingen. Ook stond de constitutie het gebruik van de volkstaal tijdens de vieringen toe.
De ontwerpers maakten verschillende schetsen en vier uitgewerkte voorontwerpen waarvan een vogelvluchtperspectief van het 4°voorontwerp als voorbeeld bijgevoegd is.
Op 31 maart 1972 werd het definitieve voorontwerp door Dhr. Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurd nadat vooraf ook het bisdom zijn akkoord had gegeven.
De provinciaal architect directeur omschrijft het ontwerp in volgende bewoordingen:
Een hoofdtoegang midden in de westgevel, een hoofduitgang centraal gesitueerd in de zuidgevel.
Deze laatste is verruimd met een lokaal dat dienstig kan zijn als gesprekshal en als rouwkapel, een berging en sanitaire installatie, een sacristie en een ruimte voor + 370 gelovigen.
De achterbeuk kan met vouwdeuren afgesloten worden om te dienen als lokaal voor de bijeenkomsten van de kerkmeesters en de parochieraad, enz...
De stookplaats is ondergebracht in de kelder, onder de sacristie.
Er is een parkeerruimte voorzien voor + 75 voertuigen.
Na de goedkeuring van het voorontwerp werden de definitieve plannen en bestekken opgemaakt door de ontwerpers en studiebureaus en op 15 oktober 1975 werden alle stukken goedgekeurd.
Op 23 mei 1977 werd de bouwvergunning verleend door de stad Lokeren en konden de bouwwerken starten.
De nieuwe kerken werden opgericht met toelagen van de overheid en giften van de gelovigen.
Er waren omhalingen voor "Domus Dei" en er waren ook acties en tombola's ten voordele van de kerkenbouw; op Spoele werden de "Spoelefeesten" georganiseerd.
Op zaterdag 15 oktober 1977 te 15.00 uur werd de plechtige eerste steenlegging gedaan door Mgr. L.A. Van Peteghem bisschop van Gent.
De Sint Jozefkerk werd ingewijd op zondag 17 september 1978 door Mgr. L.A. Van Peteghem bisschop van Gent.
De kerk is een goed voorbeeld van de nieuwe kerkbouw sinds het Vaticaans Concilie(1962-1964). Hier werd het gedachtegoed in verwerkt dat sinds de liturgische beweging en later in conciliedocumenten was vastgelegd.
De hoofdruimte is een vierkant, afgedekt met een laaghellend zadeldak dat een verticaal verspringende nok heeft zodat de altaarruimte extra belicht wordt.
Tegen dit vierkant sluit een, onderaan in tanden, verspringende rechthoek aan welke de dagkapel vormt die kan afsloten worden door een opvouwbare glazen wand.
Het altaar, de doopvont en de lezenaar welke vooraan in de kerk opgesteld zijn worden nog eens extra belicht door lichtkokers die uit de dakhelling neerdalen.
De hoofdbeuk wordt verlicht door horizontale ramen boven menshoogte; in de zijgevels en in de achtergevel aansluitend bij de onderkant van de dakhelling.
Om de gebedsruimte een intiem karakter te geven en tevens akoestisch te verbeteren werd de bekleding van de hellende plafonds uitgevoerd in hout en werd de bevloering voorzien in vast tapijt.
De kerk heeft geen toren en de klok werd later toegevoegd; in de beginperiode was er een geluidsinstallatie die klokkengelui weergaf.
De volumes van de kerk zijn zo opgevat dat er van buiten uit een uitnodiging uitgaat om de binnenruimte te betreden.
Bron: Archief parochie Spoele