Beginnend met de sacristieën: in beide delen werden de zolderingen verwijderd waardoor we aankijken tegen kale balken en hogerop het dak boven de sacristieën. De kasten en het toilet zijn verwijderd in de bijsacristie. De vloer is opgebroken in beide sacristieën en we vinden dan een 30cm diepe kuil met geel zand. In de hoofdsacristie zijn de kasten van de westelijke muur op het koor gezet en afgedekt. Op het koor staan ook, eveneens veilig afgedekt, de biechtstoelen.
In de kerk zijn alle delicate plekken met vezelplaat veilig ingekaderd: de hoofdaltaren, de zijaltaren, het orgel en de vloer van het koor. De vloertegels zijn allemaal genummerd, uitgebroken en in kisten verpakt en elders opgeslagen in afwachting van de terugplaatsing. Onder de tegels troffen we een ruim 30cm dikke zavellaag aan die inmiddels met de grote middelen werd opgeschept en afgevoerd. Om schade aan de buitentrappen te voorkomen werden deze trappen bedekt met zand waar bovenop metalen rijplaten werden gelegd. De oude verlichting en de geluidsinstallatie zijn afgevoerd. De preekstoel werd ter plekke met plastiek ingepakt. Op de zavelbodem werd reeds voor het bouwverlof een betondek gegoten waarop na het bouwverlof een aanvang kon gemaakt worden met de aanleg van vloerverwarming.
Het dak en de toren waren oorspronkelijk niet voorzien voor renovatie, maar door vastgestelde gebreken na inspectie door Monumentenwacht, werd toch maar besloten ook deze delen in het project op te nemen. Iedereen heeft toch wel de indrukwekkende stellages aanschouwd die hiervoor nodig zijn. Er werd begonnen met de koepel boven het koor en sacristie. Ook hier werd vastgesteld dat een grondige renovatie meer dan aangewezen was: momenteel is dit deel bijna klaar met nieuwe balken, onderdak, nieuwe dakgoten en nieuwe natuurleien. De werken aan de zuidzijde zijn intussen ook aangevat. We hadden beperkte ingrepen aan de toren voorzien waar vooral rond de torenuurwerkplaten en de venstertjes verbeteringen nodig waren. Nu de stelling zo hoog staat en men van dichtbij rustig het torenslagveld kan aanschouwen, blijkt helaas weer eens dat er meer aan de hand is dan wat correctiewerk: het kruis op de kerk staat scheef omdat een balk deels verrot is, de haan draait daardoor ook niet meer, het houtwerk van de toren is in beginnende staat van ontbinding. De wijzerplaten zijn zo goed als versleten en de verlichting functioneert niet meer. Deze werken betekenen een aanzienlijke meerkost waarvoor nog een oplossing wordt gezocht.
Vloerverwarming en sanitair worden intussen aangelegd. In de CV kelder is de oude installatie verwijderd. Een onaangename verrassing was dat er asbest zat in de isolatie van de CV buizen. De isolatie werd door een gespecialiseerde firma inmiddels verwijderd. De 4 collectoren voor de vloerverwarming worden geplaatst in 4 hoeken van de kerk. De hoofdleidingen voor de CV en water worden gelegd op het betondek. In de kelder worden de leidingen en aansluitingen voor de gasketel geïnstalleerd.
De werken rond elektriciteit en geluid zijn intussen ook aangevat. Het was een hele klus om overeenstemming te bereiken waar overal lichten, stopcontacten, vloeraansluitingen, camera’s, TV-schermen nodig waren. Zolang het betondek vrij ligt dienen alle leidingen voor geluid, alarm, beveiliging en elektriciteit gelegd te worden zodat er later geen vermijdbaar kapwerk meer nodig is. De verlichting zal voornamelijk ledverlichting zijn. Maar het lastenboek dateert al van 8 jaar geleden en toen was ledverlichting nog niet evident; dit moet nu dus helemaal opnieuw bekeken worden en berekend.
De Theresiakapel zal een nieuwe bestemming krijgen als tentoonstellingsruimte. De buitentoegangsdeur tot deze kapel wordt definitief afgesloten en in de nis wordt een tentoonstellingskast geplaatst. De toegangsdeuren van kerk naar de Theresiakapel zullen in glas zijn met in het midden een glasraam met de verrezen Christus dat we gerecupereerd hebben van het oude Corsala voor de afbraak.
Een kaarsenkapel wordt ingericht in de oude doopkapel. Deze is gelegen rechts achter in de kerk bij het binnenkomen. Omwille van de mogelijkheid dat de kerk na de restauratie deels zal afgesloten zijn door een glazen sas onder het oksaal, drong de noodzaak zich op om voor de gelovigen een nieuwe devotieplek te voorzien. Hiervoor wordt een doorgang gemaakt via het huidige toilet. Dat toilet verschuift op zijn beurt naar rechts waar nog een onbenutte ruimte voorradig was. In de kaarsenkapel komt uiteraard een O.L.Vr.-beeld, een kaarsenrek en enkele stoelen. In de deuropening naar de kerk komt een glazenwand zodat een zicht op de kerk gegarandeerd blijft.