TESSENDERLO | Op een zaterdagavond ontmoet ik Annelies Ven. Zij werkt voor de VZW Steunpunt en Netwerk (SEN), een organisatie die professionelen uit de welzijnssector voor mensen met een beperking ondersteunt door ze samen te brengen. V ervolgens kunen de professionelen hun expertise zichtbaar maken, delen en op zoek gaan naar nieuwe antwoorden op hun vragen. Elke provincie heeft haar eigen werknemers, bovendien is er een variatie aan specialisatie. Annelies is verantwoordelijke voor regio Limburg waar ze het thema “verslaving” voor zich neemt.
De professionals bellen Annelies op wanneer ze met patiënten problemen hebben die zowel van emotionele, relationele als van intellectuele aard zijn. Ze vindt het opvallend dat de ‘gehandicapten’ vaak gestigmatiseerd worden door de buitenwereld. Als zij een probleem hebben, wordt het algauw beoordeeld als een probleem van de ‘gehandicapten’. Mensen met een beperking moeten op zoek gaan naar speciale dokters . Indien ze toch naar een reguliere arts gaan, krijgen ze te horen dat z e hen niet kunnen verzorgen. Deze ‘special treatment’ heeft rechtstreeks invloed op het zelfbeeld van de patiënt en diens band met familie en vrienden. Het zich laten onderzoeken alsof ze een patiëntengroep zijn naast de categorieën ‘ mensen’ en ‘ dieren’ , dwingt hen vaak in een posit ie waarbij ze zich willen bewijzen. Zo gebeurt het dat ze zich slimmer voordoen dan ze zijn en proberen ze bepaalde emoties te verbergen die relationele vaardigheden en successen in de weg staan. Door de ‘speciaalheidsdruk’ zijn mensen met een beperking vaak extra gevoelig voor het beeld dat anderen van he n hebben. Ze leren algauw trucjes om het publiek te misleiden met alle gevolgen van dien. Een ervan is een bijzondere gevoeligheid voor verslaving. In druggebruik vinden ze een schild tegen de veroordelingen en de speciaalheidsdruk. Het verzacht de pijn van de inzichzelf gekeerde persoonlijkheid, want ‘ik ben toch anders dan de anderen ook al wil ik zo niet zijn’. Om dit scenario grotendeels in de kiem te smoren, hoopt Annelies dat de gezondheidszorg binnenkort geen twee maar slechts één doelgroep kent: de mens.
Annelies is grote voorstander van het inclusiemodel dat de minister van welzijnszorg Jo Vandeurzen heeft voorgesteld en ingevoerd. De uiteindelijke droom zou zijn om voor iedere inwoner van ons land , dezelfde gezondheidszorg aan te bieden. Volgens Annelies groeien er elke dag mogelijkheden en breidt de ondersteuning uit om deze droom te kunnen verwezenlijken . Toch gaan er bestaande opportuniteiten verloren door het frequent toepassen van het ‘ alles of niets principe’ . Patiënten worden namelijk snel doorverwezen wanneer een element van het programma niet volledig van toepassing is . Annelies is hoopvol voor de toekomst en besluit dat “er nog tijd en middelen nodig zullen zijn.”
De rode draad doorheen het gesprek is een ethische vraag: wanneer is een mens, mens? Wanneer heeft een mens recht op eenzelfde (medische) behandeling als een ander? In welke mate mogen we mensen speciaal behandelen? Welke impact heeft zo’n speciale behandeling op het zelfbeeld? Wat zijn hiervan de gevolgen op vlak van medische vooruitgang, relationele vaardigheden, emotionele stabiliteit en intellectuele groei? Het zijn vragen waar Annelies dagdagelijks mee geconfronteerd wordt en waar zij na jarenlange ervaring heel duidelijk in kan zijn. Iedereen heeft het recht om als mens onderzocht en gesteund te worden. Of je nu aan een psychologische of fysieke aandoening lijdt, het is belangrijk om jezelf te mogen zijn in alle situaties.
Tekst: Brecht Nuyts