Onze wereld wordt getekend door geweld en onderdrukking. De een wil de ander klein krijgen om zelf groot te lijken. Mensen doen elkaar de dood aan, omdat ze een andere overtuiging hebben. Ze kijken elkaar niet meer aan vanwege een andere kleur of geaardheid. Er heerst verdeeldheid alom. Vaak lijkt onze wereld op de dodelijke chaos van in het begin.
Midden in die wereld leven wij. Ook wij worden bedreigd door ziekte en dood, door onenigheid en onverdraagzaamheid. We gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Afgunst en jaloezie drijven ons voort. Soms is ons leven en dat van onze wereld een hopeloze puinhoop.
Te midden van dit alles roept het evangelie ons op om te blijven geloven in de toekomst. Bij de pakken gaan neerzitten, onszelf overgeven aan doemdenken, is uit den boze. Het evangelie vraagt ons dat wij het uithouden, dat we elkaar bij de hand nemen om zout en licht te zijn, om vuur en warmte te verspreiden. Het roept ons op om te blijven getuigen van de Geest die in ons leeft, een Geest van liefde, vrede en gerechtigheid