De Onze-Lieve-Vrouwkerk van Daknam in de 21e eeuw.
Een uitdaging.
Minstens sinds de 12° eeuw is de kerk van Daknam het beeldbepalend en pastoraal hart van de lokale gemeenschap en van de parochie Onze-Lieve-Vrouw. Heemkring ‘De Souvereinen’ heeft meer dan eens in haar publicaties dit merkwaardig stukje erfgoed deskundig onder de aandacht gebracht.
Het bouwwerk
Op het terras van het stemmig ‘kerkplein’ kan men nostalgisch terugblikken op een kerkelijke bouwkundige geschiedenis van nagenoeg een millennium:
Men stelt zich dan voor hoe rond 1100 gammele bootjes Doornikse kalksteen aanvoerden waarmee in een moerassig en dunbevolkt gebied een gebedshuis opgericht werd: Een éénbeukige Romaanse kerk, naar het oosten georiënteerd, met rechthoekig koor en een vieringtoren.
Uitkijkend op de noordgevel kan men zien dat onze kleine, sobere kerk heel wat aanpassingen heeft ondergaan: een belangrijke uitbreiding (met zuidelijke zijbeuk) in de 15°eeuw, de gevolgen van een verwoestende brand in 1615 ter hoogte van de toren, een grote restauratie en uitbouw (portaal, sacristie) in de 19° eeuw.
Dit alles – en eerder uitzonderlijk in Vlaanderen – volledig omgeven door een kerkhof met witte kerkhofmuur en ingewerkte pui die haar taak als officiële omroepplaats zeer lang behouden heeft. Bijzonder is eveneens het ‘Vagevuur’-tafereel in lindenhout uit de 18°eeuw dat is ingewerkt in de oostelijke gevel. Het mag dus niet verbazen dat de kerk reeds in 1943 als monument geklasseerd werd en het nodigt ons uit om het (kerkelijk!) plein tussen de linden te verlaten en een kijkje te nemen in het gebedshuis.
Het interieur
Gepaste belichting en ‘oude’ muziek op de achtergrond laten ons bezinnen terwijl we het interieur in ons opnemen: In het koor boven het hoofdaltaar een uniek glasraam uit 1616 met voorstelling van de gekruisigde Christus, geflankeerd door de schenkers. Het is het oudste volledig bewaarde glasraam van die omvang in onze provincie al speelde toeval hierin een grote rol. Het glasraam is ingewerkt in de oostgevel waar in de 18°eeuw aan de buitenzijde een calvarie boven het vagevuur-tafereel werd aangebracht en daarvoor moest het raam dichtgemetseld worden waardoor het lange tijd goed beschermd is gebleven. Bij de grote restauratie in 1892 werd het glasraam vrijgemaakt en kunnen we tot de dag van vandaag dit prachtig stukje ambachtskunst bewonderen. Er bevinden zich nog andere glasramen in de zijbeuk ter hoogte van het zij-altaar, toegewijd aan Blasius (de tweede patroonheilige) die van recentere datum zijn met toch wel speciale aandacht voor het moderne glasraam (de 7 sacramenten naar een ontwerp van H. Van De Perre) dat geschonken werd door de laatste pastoor van Daknam (E.H. G. Huys).
Het belangrijkste houtwerk is afkomstig uit het voormalig klooster van de Wilhelmieten in Beveren. Toen dit klooster in 1741 werd afgeschaft door keizer-koster Jozef II werd het aanwezige meubilair in allerijl verspreid over verschillende kerken in het Waasland. De afsluiting van de voormalige doopkapel (1650) het eiken koorgestoelte met de zgn. misericordes (‘zitterken’) en het doksaal met orgel (1635) zijn prachtige staaltjes houtsnijwerk. Over de bouwer van het orgel bestaat nog wel enige onzekerheid maar de heemkring houdt het toch op een Bremser-orgel. Boven op het doksaal kan men de inventieve wijze bewonderen waarmee orgelisten het misverloop aan het altaar konden volgen!
De inbreng van het klooster Wilhelmieten staat enigszins in contrast met het overige en eerder sobere houtwerk in de kerk, zoals bv. de preekstoel met de 4 evangelisten waarvan het klankbord sinds 1982 als ‘vermist’ staat opgegeven.
Een ander opvallend aspect betreft de vele grafstenen die overal verspreid in de kerk een plaats hebben gekregen en verwijzen naar graven van pastoors en notabelen. Opmerkelijk is ook het grote grafmonument dat in de noordzijde werd aangebracht ter nagedachtenis van de familie Ryngaut (18° eew).
Vooraleer de kerk te verlaten zal men ook oog willen hebben voor de sporen van een belangrijk onderzoek in het kader van een restauratiedossier dat het kerkbestuur sinds 2004 is opgestart. Vorig jaar werd op vraag van het Agentschap Onroerend Erfgoed een historisch, archeologisch en stratigrafisch onderzoek uitgevoerd, voorafgaand aan de eigenlijke restauratie van de kerk. De resultaten daarvan zullen binnenkort vrijgegeven worden. Samen met de lokale gemeenschap is het kerkbestuur bijzonder blij dat vele instanties overtuigd zijn van de bijzondere waarde van dit materieel (en immaterieel) erfgoed.
De toekomst tegemoet
Het brengt ons onvermijdelijk bij de vraag hoe een historisch gebedshuis vandaag en morgen een plaats kan innemen in een sterk veranderende samenleving. Was de 12° eeuw een ijkpunt met de komst van een gebedshuis dan zal de 21° eeuw evenzeer een cruciaal kantelmoment worden. De vorming van nieuwe parochies in nieuwe dekenaten zorgt voor een hertekening van de ‘oude parochies’ en bijgevolg voor een nieuwe bestemming van sommige kerkgebouwen.
In het Kerkenbeleidsplan is niet langer voorzien dat de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Daknam een parochiekerk is waar op zondag eucharistie gevierd wordt. Onze kerk behoudt evenwel het statuut van ‘kerk’ die haar liturgische functie blijft behouden (voor begrafenissen, huwelijken, gebedsdiensten, …). Het wordt dus voor het kerkbestuur een hele uitdaging: Hoe zullen we ons kerkgebouw als baken en huis van God sinds vele eeuwen een nieuwe waarde geven die we teruggeven aan de lokale gemeenschap? Uiteraard en evident door het gebouw (nog meer) open te stellen voor bezinning en gebed, maar evenzeer als een plek voor culturele of sociale ontmoeting bekeken vanuit een globaal pastoraal plan.
We zien de toekomst met vertrouwen tegemoet, die bootjes uit de 12° eeuw indachtig.
PVL