De zegening van de palmtakken gebeurt in de vieringen van 24 & 25 maart. Allen die het wensen kunnen palmtakken meebrengen naar de kerk en deze laten zegenen. Een teken van ons geloof in de hoop op de verrijzenis.
Bij het begin van de misviering zegent de priester de palmtakken met wijwater. Na de zegening volgt dan een processie met traditionele gezangen die herinneren aan het volk dat "Hosanna" riep en Jezus met gejuich in Jeruzalem binnenhaalde. Deze muziek heeft, zoals de hele dag, een wat verdrietige ondertoon, vooruitlopend op Goede Vrijdag, de dag waarop Jezus door datzelfde volk verstoten werd. Dezelfden die "Hosanna" riepen op zondag, zouden "kruisig Hem" roepen op vrijdag. Na de Mis worden de gezegende palmtakken thuis achter de kruisbeelden gestoken.
De palmtak, meestal buxus, verwijst naar de juichende mensen die langs de weg stonden bij Jezus" intocht in Jeruzalem. In de kerk wordt dit verhaal op Palmzondag voorgelezen. Dan worden palmtakjes gewijd. Iedereen neemt een gewijd palmtakje mee naar huis en plaatst het bij een kruisbeeld. Daar blijft het een heel jaar staan. Vóór Aswoensdag neem je het weer mee en wordt het verbrand tot as. Het askruisje is dus de as van het palmtakje dat een heel jaar van ons leven heeft "meegemaakt". Buxus wordt als symbool van vreugde en boete. Als groenblijvende struik is hij tevens symbool voor hoop en onvergankelijk leven.
Met Palmzondag starten we de Goede Week. De meest intense week van het Kerkelijk jaar.