We staan aan de vooravond van het halve-eeuwfeest van de mythische maand mei 1968, maar aan de KU Leuven staat er wel meer verjaardagen op de agenda. “Zo’n revolte beleven we misschien niet meer, maar ingrijpende omwentelingen maken we voortdurend mee”, stelt rector Luc Sels in Tertio van 25 april 2018. “Vijftig jaar na de splitsing zijn de twee Leuvense universiteiten trouwens meer een symbool van samenwerking tussen de regio’s in dit land, dan van scheiding.”
Ook voor de Leuvense universiteit waren de jaren zestig een woelige periode met studentenrevoltes, “Leuven Vlaams”, “Walen buiten” en de splitsing van de ooit door de bisshoppen als “één en ondeelbaar” geachte Alma mater. “‘Leuven Vlaams’ klinkt heel anders dan ‘Walen buiten’. Die laatste slogan heeft meer kwaad dan goed gedaan. De scheiding van de universiteit was het logische gevolg van de staatshervormingen en de veranderingen in het hoger onderwijs. Je kreeg in 1968 een melange van diverse bewegingen: het antiklerikalisme, het anti-autoritarisme, de eerste democratiseringsgolf in het hoger onderwijs, We shall overcome,… Ik ben erkentelijk voor wat toen gebeurde voor onze emancipatie, maar ik heb moeite met wie mei 1968 eenzijdig invult, in welke richting dan ook. Bij een revolte heeft elkeen zijn agenda. Sommigen lopen voorop, anderen zijn nalopers”, merkt rector Luc Sels op.
“Een universiteit mag dan al een eigen ziel hebben, toch is ze zeer heterogeen met verschillende fracties en generaties. Er zijn emeriti die 1968 bewust meemaakten terwijl de jongste generatie professoren zich niet goed kan inbeelden dat Louvain-la-Neuve ooit niet bestaan heeft. Mei 1968 heeft absoluut zijn plaats in onze geschiedenis, maar het leeft naar mijn aanvoelen niet als een actief verhaal in onze instelling en we vieren het ook niet groots. We plannen in mei een colloquium over de positie van universiteiten in kleine taalgebieden. We kijken daarbij niet alleen naar onszelf, maar tegelijk naar universiteiten in de Baltische staten, in Catalonië, in Wales,... Dat maakt dat we een congres over ‘Leuven Vlaams’ in het Engels hebben. Vraag is hoe taalgemeenschappen hun identiteit kunnen bewaren in een steeds meer eengemaakte onderwijsruimte in Europa en wereldwijd. Dat thema leefde al in 1968, wij actualiseren het. We moeten ons verleden koesteren, maar tegelijk vooruitkijken.”
“Rector Roger Dillemans was de eerste die de UCL omschreef als onze zusteruniversiteit en die sprak over de twee takken van één boom. Zo voelt het vandaag effectief aan en er is een diepgaande toenadering tussen de rectoren en de vicerectoren. Ik zie Vincent Blondel van de UCL veelal meerdere keren per maand. Niets moet, maar veel kan en ik hoop onze samenwerking te versterken. We hebben nog altijd meer gemeen met de UCL dan met sommige Vlaamse universiteiten. Dat merk je ook bij rituelen zoals de stoet der togati. De splitsing leidde tot twee zelfstandige instellingen die vandaag elk in hun taalgebied de sterkste zijn. Je moet toch bewonderen dat daar in die velden een nieuwe stad gebouwd is en dat de UCL evengoed wereldwijd een begrip geworden is. Als ik vooruitkijk, dan denk ik dat we ons sterker samen internationaal kunnen positioneren door in te zetten op driehoeksverhoudingen. Onlangs maakten we onze eerste gezamenlijke reis naar Boston en Canada. Bijvoorbeeld de al bestaande gemeenschappelijke programma’s van de UCL en de – trouwens tweetalige – universiteit van Ottawa breken we nu open naar de KU Leuven. Samen kunnen we nieuwe opportuniteiten creëren. Nog dit jaar reiken we een gezamenlijk eredoctoraat uit.”