DE EUCHARISTIE
De viering van de eucharistie.
Het belangrijkste sacrament is de eucharistie.
In de andere sacramenten ontvangen wij de vruchten van de heilsdaad van Jezus Christus, maar in de eucharistie ontvangen we Hem zelf, de bron van ons heil.
De maaltijden van Jezus
De eucharistie wordt gevierd inde vorm van een maaltijd. De Joden kenden het paasmaal. Om de uittocht uit Egypte te gedenken en te vieren hielden ze elk jaar het paasmaal en aten ze het paaslam. Zo vierden ze hun bevrijding uit de slavernij van de Farao. Het bloed van het lam deed hen denken aan het bloed op de deurposten van de Joden in Egypte waardoor ze gered werden; maar verwijst ook naar het bloed waarmee Mozes het volk besprenkelde bij het sluiten van het eerste Verbond. Heel vaak vermelden de evangelies dat Jezus maaltijd hield, met zijn leerlingen of met andere mensen. Zo'n maaltijd was dikwijls een teken van verzoening en van eenheid, vooral met tollenaars en zondaars.
De laatste maaltijd voor zijn sterven.
Het laatste avondmaal, op de vooravond van zijn lijden en dood, had een bijzonder karakter.
In het breken van het brood en de woorden die Jezus daarbij sprak, greep Hij vooruit op zijn zelfgave in zijn dood ‘voor de velen'. Tegelijk toonde Hij waar die zelfgave heen zou leiden: naar het Rijk Gods en de verrijzenis.
De dag daarna zou Jezus die weg gaan: van dood naar verrijzenis.
Maaltijd met de verrezen Heer. En sindsdien…
Als Jezus na zijn verrijzen aan de leerlingen verschijnt, houdt Hij opnieuw maaltijd. Juist bij het breken van het brood herkennen de leerlingen van Emmaüs Hem
(Lc. 24, 15-35).
Trouw aan de opdracht van de Heer: "Blijft dit doen om Mij te gedenken", komen christenen samen "op de eerste dag van de week" om maaltijd te houden tot gedachtenis van de Heer.
Tot op vandaag komen gelovigen samen om eucharistie te vieren: om dank te zeggen voor de wonderdaden van de Heer.
De deelname aan de eucharistie op zaterdagavond of zondag is de belangrijkste uitdrukking van het geloofsleven in een christelijke gemeenschap.
OPENING VAN DE DIENST
Iedere eucharistieviering begint met een kruisteken.
Meer dan ooit zal alles wat hier geschiedt, gebeuren "In de naam van Vader, de Zoon en de Geest."
Dan begroet de priester de gelovigen. Hij kan dit aldus:
De genade van de Heer Jezus Christus,
de liefde van God
en de gemeenschap van de heilige Geest
zij met u allen.
In verkorte vorm komt die wens regelmatig terug tijden de viering: "De Heer zij met u" of "De Heer zal bij u zijn".
Dit is immers de kern van de viering: de Heer komt in midden van de gelovige gemeenschap aanwezig.
DE DIENST VAN HET WOORD.
In de dienst van het woord spreekt de Heer ons aan.Op zondag hebben we drie lezingen uit de Schrift. Een eerste lezing komt uit het Oude Testament. Zij is steeds gekozen in nauwe aansluiting bij het evangelie van de zondag. In de paastijd neemt men de eerste lezing uit de Handelingen van de Apostelen.
Daarna horen we een tweede lezing uit de brieven van de Apostelen. Tenslotte komt de lezing uit het evangelie. De diaken of de priester draagt ze ons voor. De andere lezingen worden door leken-lectoren gebracht.
Op drie jaar tijd vier evangelies.
De drie lezingen zijn ieder zondag verschillend en dit gedurende drie jaar.
In het A-jaar komt het evangelie bijna steeds uit Matteüs. Het B-jaar brengt Marcus. In het C-jaar lezen we Lucas. Het evangelie van Johannes is verspreid over de drie jaren, maar komt elk jaar op Kerstmis, dikwijls in de veertigdagentijd en vooral in de paastijd.
Ook op weekdagen.
Op weekdagen zijn er slechts twee lezingen. De evangelies zijn dan ieder jaar dezelfde. Voor de eerste lezing is er een cyclus van twee jaar. Zo maken we op de weekdagen kennis met vaak onbekende stukken uit de bijbel.
Kunnen we ook samen bidden voor wat ons nu bezighoudt?
Na de lezingen houdt de priester de homilie. Daarna staan we recht om degeloofsbelijdenis te zingen of te zeggen.
Als afsluiting van de dienst van het woord komen de voorbeden. Ze vormen een soort litanie, waarin we God bidden voor de noden van de gelovige gemeenschap, de wereld en van onszelf. Elke voorbede wordt besloten met een refrein: b.v. "Wij bidden U, verhoor ons, Heer".
DE EUCHARISTISCHE DIENST
De eucharistische dienst, ook dienst van de tafel genoemd, verloopt over drie momenten: de bereiding van de gaven, het eucharistisch hooggebed en de communiedienst.
Ze beantwoorden aan de handelingen van Jezus op het laatste avondmaal:
Jezus nam het brood en de beker
Jezus sprak de dankzegging uit
Jezus gaf het brood en de beker.
De bereiding van de gaven.
Bij de aanvang van de eucharistische dienst verplaatst de aandacht van de lezenaar naar het altaar. We hebben aangezeten aan de tafel van het Woord. Nu worden we gevraagd aan de tafel van het Lichaam van de Heer.
Tijdens het zingen van een lied worden de gaven aangebracht: brood en wijn.
De priester neemt ze aan. Hij heft ze omhoog en bidt:
Gezegend zijt Gij, God,
Heer van al wat leeft.
Uit uw milde hand
Hebben wij het brood ontvangen.
Aan U dragen wij op
De vrucht van de aarde,
Het werk van onze handen.
Maak het voor ons
Tot brood van eeuwig leven.
Hij doet hetzelfde met de beker en de wijn.
Uit Gods milde hand.
Niet enkel de gaven worden klaargemaakt. Er is ook een collecte om de noden van de armen en van de gemeenschap te lenigen. De gelovigen bereiden zich voor. Straks zullen ze antwoorden: "Wij zijn met ons hart bij de Heer".
De gemeenschap stelt zich ontvankelijk op. Ze verlangt immers uit Gods hand 'brood van eeuwig leven'.
Een wonderbare ruil tussen God en mensen.
"Bidt, broeders en zusters, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de Almachtige Vader", vraagt de priester nogmaals.
Daarna vat hij ons bidden samen in het gebed over de gaven, dat de hoofdgedachte van de bereiding weergeeft: dat de Heer uit onze handen de gaven zou aanvaarden, dat Hij ze zou voltooien tot het Lichaam en Bloed van Christus en dat Hij onszelf zou voltooien tot een levende offergave, die Hem welgevallig is. Dit is de ‘wonderbare ruil' tussen God en mens.
"Heer,
aanvaard onze gaven
waardoor een heilige ruil voltrokken wordt.
Schenk U zelf aan ons,
nu wij U aanbidden
wat Gij ons geschonken hebt".
De prefatie: één lofzang
Het eerste deel van het eucharistisch gebed heet prefatie.
Het is een lofgebed om de grote daden van God: schepping en verlossing. Zoals in het hele eucharistisch gebed wordt God de Vader aangesproken. De prefatie wordt afgesloten met het Heilig, Heilig, Heilig.
De eerste bede om de Geest over de gaven.
Een gebed waarin de Geest wordt ‘afgeroepen' over de gaven.
Stort uw Geest nu uit over deze gaven,
zodat zij voor ons geheiligd worden
tot lichaam en bloed
van Jezus Christus, uw Zoon.
"Op de avond voor zijn lijden..."
Te midden van het eucharistisch dankgebed komt de instellingsverhaal. Dit zijn de woorden van de consecratie:
Neemt en eet hiervan, gij allen,
want dit is mijn lichaam,
dat voor u gegeven wordt.
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit,
want dit is de beker
van het nieuwe, altijddurende verbond;
dit is mijn bloed,
dat voor u en voor alle mensen wordt vergoten
tot vergeving van de zonden.
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
De Heer komt werkelijk aanwezig.
De woorden ‘Dit is mijn lichaam' en ‘Dit is mijn bloed' betekenen zonder meer: "Dit ben Ik, Christus zelf, geheel gegeven aan u".
Zij bevestigt tot op vandaag dat brood en wijn door de werking van de heilige Geest werkelijk en wezenlijk veranderd zijn in het lichaam en bloed van Christus alhoewel we met onze zintuigen brood en wijn blijven zien.
Werkelijke en daadwerkelijke aanwezigheid.
Het lichaam van Christus is ‘voor ons gegeven' en zijn bloed is "voor ons vergoten tot vergeving van de zonden". De eucharistie is gedachtenisviering. Gedenken is hier niet de herinnering aan een Afwezige. Het is de viering van een Aanwezige: de Heer is aanwezig, werkelijk éndaad-werkelijk. De aanwezigheid van Christus is niet enkel de aanwezigheid van zijn persoon, maar ook van zijn heilswerk. Het heilswerk van de Heer is zijn kruisoffer: Hij heeft zijn leven gegeven voor de verlossing van de wereld. Op het kruis heeft Hij zichzelf als ‘offergave en slachtoffer' aangeboden aan de Vader: wegschenkende liefde, graankorrelliefde. Hij heeft zijn leven gegeven voor anderen. De eucharistie is dus ook offer.
Het mysterie van het geloof.
Onmiddellijk na het "Blijft dit doen om Mij te gedenken" nodigt de priester de gemeenschap uit tot de acclamatie: "Verkondigen wij het mysterie van het geloof". Meteen zegt hij nogmaals dat de aanwezigheid van de Heer een overgelijkbare werkelijkheid is.
De gemeenschap antwoordt:
Heer Jezus, wij verkondigen uw dood
en wij belijden tot Gij wederkeert
dat Gij verrezen zijt.
Daarna bidt de priester verder tot de Vader. De kerk biedt door Christus in de Geest de offergave aan de Vader aan:
Wij vieren de gedachtenis van onze verlossing
(...) en brengen U het offer
van het lichaam en bloed van Christus,
een gave die Gij gaarne aanvaardt,
een gave van heil voor de wereld.
Een tweede epiclese: bede om de Geest over de gemeenschap
Het kernstuk van het eucharistisch gebed, dat bij de eerste epiclese begint, wordt nu afgerond in de tweede epiclese. Een tweede aanroeping van de Geest: dat de kerkgemeenschap door het offer van Christus één lichaam wordt, een levende offerande tot eer van God:
Zend nu, Vader, de Trooster en Helper
in ons midden, uw heilige Geest.
Wek de gezindheid van Jezus Christus
in ons hart.
Sterk ons vertrouwen, verruim onze liefde.
Raak ons met het vuur van uw Geest
en breng ons elkaar nabij.
De gebeden om voorspraak.
Naar het einde van eucharistisch gebed worden de gebeden om voorspraak gezegd: voor de paus, de bisschoppen, de levenden en de overledenen. Vaak worden hierbij Maria en de heiligen aangeroepen: de grote gemeenschap van de kerk.
Zo mondt het eucharistisch gebed uit in een echt stuk 'eucharistie': dankzeggendelofprijzing aan de drieëne God:
Door Hem en met Hem en in Hem
zal uw Naam geprezen zijn,
Heer, onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen
De communiedienst.
Het Onze Vader is in zekere zin de verlenging van het eucharistisch gebed. Heel de gemeenschap rond het altaar herneemt, met de woorden van Jezus zelf, de voornaamste dimensies van het eucharistisch gebed: de verheerlijking van de Vader (Uw Naam worde geheiligd, uw Rijk kome, uw Wil geschiede) en de bede om dagelijks brood en onderlinge vergiffenis.
De gemeenschap sluit aaneen om Christus te ontvangen. Christus komt aanwezig en sluit de gemeenschap aaneen.
Aansluitend volgt het gebed om vrede. De priester wenst de gelovigen de vrede van de Heer toe en nodigt hen uit die vrede aan elkaar door te geven.
Daarna volgt de broodbreking. Aan dit gebaar hebben de leerlingen van Emmaüs de verrezen Heer herkend. In de oudste kerk werd zelfs de hele eucharistie 'het breken van het Brood' genoemd. Paulus gaat dieper in op de betekenis van dit gebaar:
Omdat het brood één is,
vormen wij allen te zamen één lichaam,
want allen hebben wij deel aan het ene brood.
Elke gemeenschap met Christus betekent een communie aan elkaar. Allen die aan deze maaltijd deelnemen, worden onderling één, omdat zij één worden met Christus. Tijdens de broodbreking wordt het Lam Gods gezongen of gezegd.
De priester toont nu het Lichaam van Christus. Wij herhalen de woorden van de honderman:
Heer, ik ben niet waardig
dat Gij tot mij komt,
maar spreek
en ik zal gezond worden.
Communie met de Heer.
Dan ontvangen wij het lichaam en bloed van de verrezen Heer. Het is de meest innige vereniging met Christus:
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik in hem.
De communie ontvangen vraagt een ernstig onderzoek van zichzelf en een zorgvuldige voorbereiding:
Wie op onwaardige wijze het brood eet of de beker van de Heer drinkt, bezondigt zich aan het lichaam en bloed des Heren.
SLOT VAN DE DIENST
Ite missa est !
Tot slot kan de priester een kort zendingswoord spreken en daarop spreekt hij de zegen uit.
"Gaat nu allen heen in vrede".
"Wij danken God".
Dat zijn de laatste woorden van de eucharistieviering. Ze zijn meteen de samenvatting ervan: 'eucharistie' betekent 'dank u zeggen'.
Zo gaan christenen dan op weg:
ikzelf leef niet meer.
Christus is het die leeft in mij.
Men zegt soms "De eucharistie staat zo ver van ons leven..." Is het niet andersom?
"Ons leven staat zo veraf van de eucharistie."
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.