Welzijnszorg maakt met Samen Tegen Armoede werk van structurele armoedebestrijding in eigen land. Concreet doorprikt Welzijnszorg vooroordelen en ondersteunt lokale projecten. Dit jaar focust de campagne op onderwijskansen. Daar zijn veel vrijwilligers voor nodig! Jij kan ook helpen. In België groeit 1 kind op 5 op in armoede. Voor kinderen in armoede is succesvol zijn op school niet altijd gemakkelijk. Kinderen en jongeren zijn onze toekomst. Zij maken de wereld van morgen, zij moeten kunnen dromen, leren en groeien. Uit elk kind het allerbeste halen moet de doelstelling zijn van het gehele onderwijs. De realiteit is echter anders. Kinderen uit gezinnen in armoede hebben meer kans op slechtere schoolresultaten, op zittenblijven, op schoolmoeheid. Dat moet! Laten we samen gaan voor gelijke kansen voor ieder kind.
HOE HELPEN?
Help mee of zet zelf een actie op- Sport,brei of maak soep en help hiermee mensen in armoede. Alle uitleg vind je op de website. Als je zelf een leuk idee hebt om actie te voeren voor Samen Tegen Armoede,laat het ons weten.
Word vrijwilliger - Ervaringsdeskundige, fotograaf, administratieve kracht, bloemschikster of handige Harry? Enthousiasme is het meest gezochte talent! Engageer jeom het Welzijnszorgteam op vrijwillige basis te versterken.
Doe een gift. Maar liefst 64% van de campagne inkomsten bestaat uit particuliere giften. Jouw steun maakt dus wel degelijk het verschil. Vanaf een minimaal jaarbedrag van 40 euro komt je gift in aanmerking voor fiscale aftrekbaarheid. Doe een overschrijving op BE 21 0000 0000 0303. Een legaat kan ook natuurlijk. Je vindt alle info op de website. Meer weten? Zie www.samentegenarmoede.be
Samen Tegen Armoede. De cijfers spreken voor zich. Ontdek 7 verhalen die aantonen dat armoede best gezien mag worden. 1 op 7, het is een kwestie van geluk én kansen krijgen. Via onze editie brengen we week na week 7 straffe verhalen.
DOET ARMOEDE EEN TOONTJE LAGER ZINGEN
Bas is een bassist met een missie: het armoedemonster een toontje lager laten zingen. Hij is nog wat klein van gestalte, maar des te groter van hart. Want al is hij nog maar twaalf, hij kent zijn wereld. Zélfs de vierde. Dat 1 op 5 kinderen in armoede leeft, kreeg hij dan ook al van boven de doopvont mee. Omdat grote broer Stef al genoeg speelgoed en cadeautjes in huis bracht, steunden zijn ouders het Welzijnszorg Kinderfonds met het pampergeld. Een mooier geschenk dan hun tweede zoon konden ze zich toch niet bedenken. Zo werd er meteen ook een kleine pantoffelheld geboren. Eentje die op kousenvoeten meestreed tegen gemiste verjaardagsfeestjes, schoolreizen, zomerkampen en kansen. De acties die Bas sindsdien in gang zette zijn amper bij te benen. De straat blijft zijn favoriete speelterrein. “In de lagere school ging het vaak over Robby en zijn vrienden, in de boekjes van Welzijnszorg”, vertelt Bas. “Robby moet vaak op z’n broertje passen en gaat nooit op reis. Hij is vaker ziek en heeft astma door de vochtige muren thuis.”
‘Volgens mama zijn er vele kindjes in ons land die leven zoals Robby. Daarom wilde ik graag iets extra doen voor mensen in armoede in onze buurt.’
Dat Bas geen zittenblijver is, mag je gerust letterlijk nemen. “De Lage Dorpel in Wijnegem is een Welzijnsschakel, tweedehandswinkeltje en een open huis dat mensen samenbrengt. Ik wilde hen helpen en begon te trainen voor de short run van de Ten Miles in Antwerpen. Vriendjes en familie konden me 5 kilometer lang sponsoren. De tofste manier om iemand anders vooruit te helpen!” Op 30 april deed Bas zijn vormsel. De helft van de centjes gingen bij het sponsorgeld, de andere helft naar een nieuwe basgitaar.Rockon!
Jeugdwerker Femke (25) STRIJDT TEGEN TABOES
It don’t mean a thing if it ain’t got that bling? Toen ze Handel studeerde, spendeerde Femke veel aandacht aan haar imago. “Ik was een typische tiener. Soms was ik oppervlakkig bezig met het perfecte plaatje. Zeven jaar later is dat echter veranderd”, meent ze. “Door het armoedetraject in mijn opleiding orthopedagogie, maar nog meer door de kleine vzw waarin ik samenwerk met mensen die kansen gemist hebben en het met véél minder moeten stellen dan ikzelf. Ik leerde mezelf beter kennen.” “Ik had nooit gedacht dat ik in deze sector zou belanden. Mijn eerste stage-ervaringen braken mijn rooskleurige wereldbeeld volledig open. Omdat ik zelf veel kansen in het leven had gekregen, ging ik ervan uit dat iedereen die sowieso kreeg. Dat bleek allesbehalve te kloppen. Een confronterende en onomkeerbare eye-opener. De ontmoetingen met de gezinnen in armoede waren een serieuze reality check.”
‘Sommige dingen zie je maar als je er ook écht oog voor hebt. Achter vele gevels schuilt een veel complexer verhaal dan je denkt.’
“Zelf kom ik uit een typisch West-Vlaams gezin”, gaat Femke verder. “Mijn ouders waren harde werkers, die met niets gestart zijn en voor elke cent hebben moeten blijven werken. Wie werkt, komt er wel: een beeld dat hardnekkig leeft onder de mensen, maar helaas niet opgaat voor iedereen.” Net tegen die vooroordelen wilde ze ten strijde trekken. “Mensen in armoede zoeken het niet zelf. Ze doen hard genoeg hun best. Ze zijn niet lui. Integendeel, veel jongeren zijn op hun 18e veel daadkrachtiger dan ik zelf was op die leeftijd. Het werd de trigger om me verder te verdiepen in de armoedeproblematiek. Het is een ontzettend complex verhaal dat ons morgen allemaal kan overkomen. Ik werd dankbaar om mijn eigen schone jeugd, maar ook vreselijk kwaad om de vele misverstanden en al dat onzichtbare onrecht.” Vandaag is Femke fulltime jeugdwerker bij vzw T’Hope, Welzijnsschakel en vereniging waar armen het woord nemen. De jeugdwerking richt zich op maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren.
Het motto? Yes I can! Ofte: JaKedoe, vrij vertaald.
De jeugdwerking geeft jongeren erkenning en een nieuw netwerk. Een veilige experimenteerruimte die hen toch wat uit hun comfortzone haalt. Net omdat ze geen hulpverlening bieden is het laag drempeliger voor jongeren om langs te komen. “Vaak zijn ze geschorst. Soms is onze werking de laatste plek waar ze terechtkunnen,”vult Femke aan. Bruggen slaan en kloven tussen beide werelden bespreekbaar maken, blijkt het belangrijkste aspect in haar job. ‘Gezinnen in armoede en middenklassers kennen elkaar nauwelijks. Dat voedt vele vooroordelen. Ook vrijwilligers en sociaal werkers krijgen veel vooroordelen voorgeschoteld. Niet iedereen vat dat we zoveel meer doen dan ‘spelletjes spelen’. Zo heb ik maar werkzekerheid tot het einde van het jaar, omdat onze schijf van drie jaar subsidies dan op is. Het is bijna absurd dat we ons werk zo hard moeten blijven verdedigen om te kunnen blijven bestaan. Mijn vrijwilligerswerk is ook mijn werk, omdat ik geloof in wat we doen!’