Op 2 februari vieren we in de Kerk het feest van de opdracht van de Heer in de tempel.
Dan gedenken we dat Maria en Jozef Jezus naar de tempel brachten om er de voorschriften van de Wet te vervullen. Overeenkomstig de Joodse Wet was een vrouw die een kind gebaard had onrein en mocht ze niet deelnemen aan het openbare leven. Veertig dagen na de geboorte van een jongen moest de moeder zich laten reinigen. En aangezien Jezus de eerstgeboren zoon was, moest hij tevens worden toegewijd aan God in de tempel. Vroeger werd dit feest ‘Lichtmis’ genoemd. De benaming is afkomstig van het feit dat in het evangelie volgens Lucas de oude Simeon bij het zien van Jezus uitroept: ‘Uw dienaar laat Gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.’ In Jezus herkent Simeon het Licht dat alle volkeren verlicht. Vanouds worden in deze viering dan ook kaarsen gezegend en in processie meegedragen. Ook al is de officiële benaming van het feest vandaag ‘Opdracht van de Heer in de tempel’, toch blijft de naam ‘Lichtmis’ nog altijd populairder. En op zich is dat ook geen probleem. Deze benaming zegt immers duidelijk dat dit feest een echt lichtfeest is. En zo hoort het feest nog helemaal bij de Kerstkring en past het bij Kerstmis en Epifanie. In al deze feesten mogen wij Christus ontvangen als het licht dat onze duisternis verlicht. En met Lichtmis komt ook de kentering van de winter. Het is een aarzelende aankondiging van de lente die komen gaat, na de twee donkere maanden december en januari. Op die manier is Lichtmis tevens echt een feest van de hoop.