Kardinaal Godfried Danneels overleed op donderdagvoormiddag 14 maart. Hij was lange tijd de sterkhouder van de Belgische kerk. Hij hoopte na zijn emeritaat als aartsbisschop meer tijd te hebben om te bidden, te lezen, te wandelen en muziek te beluisteren. Het werd een woelige periode. Eerst meegezogen in de zaak-Vangheluwe, daarna opnieuw hoogdagen belevend door het aantreden van paus Franciscus, was het een kruisweg die uitliep op de verrijzenis.
Godfried Danneels groeide op in een tijd waarin de katholieke kerk in België nog alomtegenwoordig en almachtig was. Op jonge leeftijd, 44 jaar, werd de West-Vlaamse liturgist bisschop van Antwerpen en op zijn 46ste werd hij al aartsbisschop en voorzitter van de bisschoppenconferentie. Dat plaatste hem voor de moeilijke en vaak ondankbare taak om de kerk in België te leiden door een van haar grootste veranderingsprocessen uit de geschiedenis: van absolute meerderheidscultuur naar een keuzekerk. Zijn rijk gevulde loopbaan speelde zich af tegen de achtergrond van ontkerkelijking, verlies aan maatschappelijke impact, roepingentekort en finaal de alles overschaduwende pedofilieschandalen. Toch loofden vriend en vijand de wijze waarop Danneels met grote terughoudendheid, tolerantie en openheid zijn schip door de storm loodste.
Menslievendheid
Vooral zijn beeldrijke taal en zijn gesmaakte aanwezigheid in de media maakten dat hij hét gezicht werd van de Belgische kerk, ook al ging die er zelf danig op achteruit.
'Men houdt van de zanger, niet van zijn lied', zei de kardinaal zelf in een van zijn vele oneliners.
Wie een rode draad zoekt in het levenslied van Danneels, komt beslist uit bij zijn wapenspreuk: 'De menslievendheid van onze God is verschenen.' Vanuit dat citaat uit de brief van Paulus aan Titus (3, 4) zag de gewezen aartsbisschop van Mechelen-Brussel het als zijn taak de wereld te humaniseren. Hij hield meer van Kerstmis dan van Pasen, meer van de menswording dan van het lijdensverhaal.
Wat van God kwam, was voor hem tegelijk diepmenselijk.
Dat accentueren van de humaniserende kracht en de schoonheid van religie gaf hem meteen de kans de christelijke godsdienst als relevant en zinvol te presenteren in een seculiere cultuur. Vooral in zijn brochures bij Kerstmis en Pasen wees hij erop dat het christendom een voorwaarde is voor menselijke heelwording, een geneesmiddel voor de kwalen van onze tijd, zonder dat hij daarbij in cultuurpessimisme verviel.
Critici menen dat Danneels vooral geliefd wou zijn, dat hij enorm kon scoren in de media, terwijl de behendige communicator in privéconversaties vaak stug was. Dat hij een stuk conservatiever was dan hij liet uitschijnen ook. Anderen verweten hem vooral een gebrek aan stoutmoedigheid, de keerzijde van zijn geniale voorzichtigheid.
Had hij soms niet wat meer in het offensief moeten gaan?
Stelde hij zich niet te zacht op tegenover de versoepelende wetgeving rond ethische kwesties zoals abortus, euthanasie of het homohuwelijk?
Geen Nederlandse toestanden
Dat lag duidelijk niet in zijn aard. Hij was veeleer een man van de nuance, de dialoog en het compromis, een herder die niemand onnodig voor het hoofd wou stoten en het in vele gevallen wijzer vond te zwijgen dan anderen het spreken te verbieden. Een bruggenbouwer te zijn die zoekt de uitersten samen te houden, dat had Danneels als jonge aartsbisschop in 1980 geleerd tijdens de bijzondere synode over de gepolariseerde situatie van de Nederlandse kerk. 'Daar leerde ik de stiel om bruggen te slaan. De spanningen in de Nederlandse kerk waren groot. Ik leerde er vooral de relativiteit van de extreme standpunten. De hardste visie is daarom niet de meest intelligente', verklaarde hij in het interview bij zijn 75ste verjaardag (zie Tertio nr. 433 van 28/5/’08). Het was meteen zijn wens zo’n Nederlands scenario in België te vermijden. Dat lukte grotendeels, op de benoeming van André Léonard tot bisschop van Namen en nadien tot zijn opvolger na.
Tegenstellingen met elkaar verzoenen, deed de kardinaal ook tijdens de bisschoppensynode in Rome in 1985.
Hij vervulde er de belangrijke functie van relator (naast de voorzitter en de secretaris is die de leidinggevende moderator van de synode, nvdr). 'Het ging er over de vraag of twintig jaar na het Concilie de vernieuwing moest doorgaan of worden afgeblokt wegens de vele wantoestanden', legde Danneels in datzelfde verjaardagsinterview uit. 'Mijn uitgangspunt was dat de rozelaar moest bloeien, maar ook worden gesnoeid. Voortdoen met de vernieuwing dus, maar de misbruiken afstoppen. Samen met Walter Kasper, die toen mijn secretaris was, heb ik hard mijn best gedaan een consensus te vinden over de teksten, zonder iemand te kwetsen.'
Hoogtepunten
Tot de hoogtepunten uit Danneels’ loopbaan mogen het congres Brussel-Allerheiligen 2006 over stadsevangelisatie en de internationale Taizé-ontmoeting in Brussel in 2008 worden gerekend, maar toch vooral de twee pausbezoeken aan ons land in 1985 en 1995, al was de kerk in dat decennium grondig opgeschoven van een sociologisch geloof naar een keuzekerk. In 1985 stonden de massa’s langs de weg, in 1995 was er nog veertigduizend man in Koekelberg.
Zelf vermeldde Danneels ook steevast het conclaaf van 2005 als een indrukwekkend moment uit zijn ambtsperiode.
Ongetwijfeld is het een hele belevenis om zo’n pausverkiezing en alle rituelen er rond van nabij mee te maken.
Toch overheerste in de media en de publieke opinie de indruk dat deze pausverkiezing voor de Belgische kardinaal niet de verhoopte uitkomst kende en hij niet gelukkig was met de keuze voor Joseph Ratzinger.
Opgenomen engagementen
In Godfried Danneels – Biografie (Polis, Antwerpen, 2015) belichten kerkhistorici Jürgen Mettepenningen en Karim Schelkens uitvoerig de hem toevertrouwde en de door hem opgenomen engagementen in de wereldkerk.
Danneels was niet alleen een hoofdrolspeler in de Belgische kerk, ook internationaal liet hij zich opmerken.
Loyaal-kritisch tegenover Rome bleek hij bijvoorbeeld een pleitbezorger voor de bevrijdingstheologie, mede omdat Gustavo Guttiérez een vriend uit de gezamenlijke studententijd in Leuven was gebleven. De kardinaal bekommerde zich om Europa maar evengoed om Afrika, Latijns-Amerika of China, en nam in zijn leven mandaten op in de raad van Europese bisschoppenconferenties (CCEE), bij Pax Christi Internationaal, bij de World Conference on Religion and Peace (WCRP) en de European Council of Religious Leaders (ECRL). Hij waarschuwde er tegen de opkomst van nationalisme, antisemitisme en islamofobie, vroeg aandacht voor de migranten en zag al vroeg het belang in van interreligieuze dialoog voor de vrede in de wereld.
Naast zulke officiële gremia maakte Danneels zoals blijkt uit de biografie van Mettepenningen en Schelkens ook deel uit van informele netwerken zoals de 'maffiagroep' van Sankt Gallen, waar gelijkgezinde Europese topfiguren uit de rooms-katholieke kerk samenkwamen om na te denken over de toekomst van en de noodzakelijke hervormingen binnen de kerk. Ze spraken er in alle vrijheid om het tijdperk na het pontificaat van Johannes Paulus II voor te bereiden, maar de groep viel uit elkaar toen Ratzinger aan het hoofd van de kerk kwam te staan.
Pedofilieschandalen
Ook pijnlijke ervaringen zijn een kerkleider niet vreemd. In dat rijtje plaatste hijzelf altijd de overbruggingsoperatie aan zijn hart. Daarover vertelde hij dat de kalender op zijn bureau nog altijd op 4 maart 1996 stond, de dag van de ingreep. Het had hem geleerd het leven en de gezondheid als een gave te zien waarvoor je dankbaar mag zijn. Wat hem eveneens tekende, was de dag dat hij in 1998 voor de burgerlijke rechtbank moest verschijnen in de pedofiliezaak van een diocesane priester. 'Dat doet je iets. Ik was daar niet als beklaagde en ook niet als getuige.
Daarom werd een speciale stoel geplaatst tussen de beklaagden- en de getuigenbank.
Die stoel komt in het tv-overzicht van mijn leven, daar ben ik zeker van. Ik vond het een pijnlijke ervaring, zowel door de ernst van de vergrijpen als doordat ik er persoonlijk niets mee te maken had. Het heeft ons sneller dan andere kerken attent gemaakt voor het seksuele misbruik door priesters', stelde de kardinaal in 2008. Met de toenmalige bisschop van Gent, Arthur Luysterman, zorgde Danneels er in de nasleep van de Dutroux-affaire voor dat er een meldpunt en een onafhankelijke commissie voor seksueel misbruik in de kerk kwamen.
Hij kon toen niet voorzien dat twee maanden na zijn pensionering de bom opnieuw zou ontploffen en er veel erger voor de deur stond toen de zaak-Vangheluwe op 22 april 2010 losbarstte. Hij zou er door de Danneels-tapes (een in De Standaard gepubliceerde transcriptie van de geluidsopname van een bemiddelingsgesprek op verzoek van Vangheluwe en zijn familie tussen de kardinaal en de misbruikte neef van de bisschop, nvdr), de huiszoekingen tijdens 'Operatie Kelk' en de perslekken worden in mee gesleurd.
De voorheen alom geprezen kardinaal werd plots een zondebok voor alles wat fout was gelopen in de kerk.
Het werd voor Danneels een bijzonder pijnlijke periode, al toonde hij in die crisis geen bitterheid. Hielden het gebed en de verankering in de Bijbelse en spirituele traditie hem rechtop? Na een lange procedureslag zou er alvast van' Operatie Kelk' nauwelijks wat overblijven.
In hun biografie stellen Mettepenningen en Schelkens dat Danneels’ sterkte in de omgang met de pedofiliedossiers zijn zwakke punt werd. 'Zijn beproefde methodiek keerde zich hier tegen hem. Hij die zijn loopbaan dankte aan de alchemie van het geduldige zoeken naar compromissen, het speuren naar verzoening en dat liefst binnenkamers, deze man botste op het failliet van zijn methode.'
In een situatie waarin kordaat en publiek optreden verwacht werd, werkte zijn voorzichtige aanpak niet meer.
Tweede conclaaf
Het aftreden van paus Benedictus XVI op 28 februari 2013 en het daaropvolgende conclaaf betekenden niet alleen voor de wereldkerk een enorme omwenteling, ook voor kardinaal Danneels brachten ze alsnog een keerpunt teweeg zodat hij terug op het voorplan kwam. In tegenstelling tot het eerste conclaaf dat hij meemaakte, kon Danneels zijn vreugde en enthousiasme over dit tweede en de uitkomst ervan niet verbergen. Op de valreep, drie maanden voor zijn tachtigste verjaardag, mocht hij deelnemen aan die pausverkiezing en zoals hijzelf daarover opmerkte, vielen hem daar onverwachts vele cadeaus te beurt. Na een periode van pijn voelde dat voor hem aan als een verrijzenis.
Omdat hij de oudste onder de tachtig van de kardinaal-priesters was, had hij bovendien een voortrekkersrol.
Zo mocht hij na het habemus papam mee op het balkon van de Sint-Pietersbasiliek verschijnen om de nieuwe paus aan de stad en de wereld voor te stellen. Bij de inauguratieviering op 19 maart 2013 mocht hij een gebed uitspreken en ook onmiddellijk na de verkiezing van Franciscus ging hij voor in het dankgebed in de Sixtijnse kapel.
Hervormingsgezinde krachten
Brits pausbiograaf Austen Ivereigh doet in zijn boek The Great Reformer: Francis and the Making of a Radical Pope (zie Tertio nr. 786 van 4/3/’15) uit de doeken dat Danneels een cruciale rol zou hebben gespeeld in het bundelen van hervormingsgezinde krachten. Die riformisti werden de pauselijke kingmakers van de Argentijn Jorge Mario Bergoglio. 'In 2013 zijn actiever medestanders gezocht voor een kandidaat die collegialiteit ernstig neemt', verduidelijkte Ivereigh aan Tertio. 'Danneels en zijn medestanders verlangden naar meer bewegingsvrijheid om kerkelijke normen te verzoenen met plaatselijke gevoeligheden. De riformisti hebben zich gekant tegen de rigoristi binnen de Curie.' Ivereigh bevestigde verder dat Danneels, net als de Duitse kardinaal Walter Kasper en vele anderen, bij tijd en wijle paus Franciscus adviezen gaf.
Kroonraad
Zo had Danneels meermaals geopperd dat de paus best een kroonraad rond zich kon gebruiken. Een maand na zijn aantreden installeerde Franciscus effectief zo’n adviesraad van aanvankelijk acht en daarna negen kardinalen uit alle continenten om hem bij te staan in de hervorming van de Romeinse Curie en het besturen van de wereldkerk. 'Het is zinvol dat de paus zich omringt met een groep waar hij hypothesen kan aftoetsen zonder dat er al een keuze moet worden gemaakt.
Door die raad kan hij te weten komen wat leeft in de wereldkerk en de cultuur.
Ik zie het bovendien als een plek waar de paus wordt gesteund. Wie houdt zich bezig met de tranen van een paus?', verduidelijkte Danneels in het interview voor zijn tachtigste verjaardag in Tertio.
Vrijmoedig spreken
Paus Franciscus bezorgde hem nog verrassingen. Hij nodigde de voormalige aartsbisschop van Mechelen-Brussel uit als speciale gast op de twee bisschoppensynodes over het gezin in oktober 2014 en oktober 2015. Het waren vermoeiende dagen voor de toen 81- en 82-jarige kardinaal, maar toch genoot hij van het openlijke en vrijmoedige spreken dat Franciscus wist uit te lokken.
De nieuwe wind die de Argentijnse paus in Rome liet waaien, deed Danneels deugd.
'Al te lang werd er in de kerk te gereserveerd gesproken. Eindelijk is er terug debat mogelijk', getuigde hij. Na die twee gezinssynodes was de kardinaal nog maar zelden aanwezig op publieke activiteiten. Hij leefde steeds meer teruggetrokken en zijn gezondheid ging achteruit.
Dankbaar
Zijn leven overschouwend en de dood naderend, mijmerde Danneels: 'Net als Christus heb ik mijn Palmzondag gekend en mijn Goede Vrijdag: mijn dagen van vreugde en van pijn en twijfel. Maar ik ben dankbaar voor alles, tot de momenten van miserie toe. En waarom zouden we eeuwige roem en algemene lof nastreven?'
Ook Tertio is veel dank verschuldigd aan kardinaal Danneels, die het ontstaan van dit blad mee mogelijk maakte. Hij zag het als een kans en een middel om de stem van de katholieke intellectuelen in het publieke debat en te midden van steeds meer seculiere media te laten klinken. Als medestichter bleef hij het initiatief op alle gebieden steunen en toonde er telkens weer zijn grootste genegenheid voor.