Deyanira was geboeid door elk bezoek dat we maakten.
Ook al was er een taalbarrière (Deyanira kent alleen Spaans), we hadden telkens een tolk: zowel van ons als van haar uit werd er op de inhoud ingegaan.
Woensdag zag Deyanira voor het eerst ijs op het water, bij haar is het 25° tot 45°. Ze vergeleek het ijslaagje met plastiek op het water. Toen we haar een stuk ijs lieten voelen, deed ze eerst weigerig een stapje achteruit, vooraleer ze deze uitdaging aanging. ‘Ik heb het al koud genoeg!’ zei ze.
Bij het bezoek aan de Welzijnsschakel ‘Uze Plekke’ in Sint-Andries Brugge, werd ze meteen meegenomen in het verhaal van mensen van bij ons die in armoede verzeild geraakten. Ze was verwonderd hoe de armoedeverhalen gelijk lopen en hoeveel raakvlakken er tussen ons en Columbia zijn. Toen ze een folder van haar organisatie UOAFROC bovenhaalde en voorlegde aan de mensen van Uze Plekke, viel het hen onmiddellijk op hoeveel hun afgebeelde symbool leek op het hunne : een cirkel van mensen rond een tafel, hand in hand. Deyanira formuleerde het zo: ‘Mijn bezoek aan jullie geeft mij kracht, omdat jullie ook gemeenschappen vormen om uit de armoede te geraken’.
Donderdag zag ze voor het eerst sneeuw in haar leven, want zij woont in het warme departement Cauca. In het Duinenhuis te Koksijde mocht ze leren hoe onze inspanningen gebeuren om Moeder Natuur te helpen door een afvalbeleid te voeren. De figuur van de albatros die er opgesteld was maakte duidelijk dat biologisch voedsel het normale verteringsproces volgt, terwijl plastiekafval in zee en op het strand in de vogel wordt opgeslagen en hem ziek maakt.
Donderdagnamiddag bezochten we Navigo, het Oostduinkerkse visserijmuseum. Ze zag er hoe onze vissers de armoede probeerden te overleven tijdens de twee grote oorlogen, hoe individuen en gemeenschappen er stapje voor stapje in slagen om elk voor hun gezinnen op te komen en armoede te bestrijden. Het trof haar dat armoede hier in ons land ook aanwezig was. Ook zag ze hoe grote rederijen de plaatselijke visserij inpalmen en kapot maken: het grote geld tegen de kleine ondernemer. Geld en macht tegenover levenskwaliteit, rechtvaardigheid, eerlijke verdeling van de aarde en haar grondstoffen.
De inleefweek hebben wij met onze stuurgroep sober gehouden. Wij zijn vrijwilligers en doorsnee Vlamingen. De pastorale eenheid Ster der Zee komt voor een stukje tussen voor de onkosten. Onze inleefweek is zelfbedruipend: het geld van de campagne bij Broederlijk Delen gaat volledig naar de projecten van de mensen in Colombia.
Onze christelijke en Vlaamse gastvrijheid werd door haar gesmaakt. Twee keer aten we tijdens onze drukke dag een daglunch. De andere keren at ze bij haar gastgezin (de familie van Stephan en Heidelinde Flamand-Mylle uit Groendijk-Oostduinkerke), in een school, de maaltijd ‘culinair solidair’ van de werkgroep Broederlijk Delen van De Panne. of at ze een boterham bij iemand van de werkgroep thuis. Waar wij werden ontvangen stond een kop thee of koffie klaar en bij officiële gelegenheden zoals het bezoek aan het Provinciaal huis Boeverbos en het gemeentehuis te Koksijde werd een receptie aangeboden. Onze plaatselijk bieren mocht ze ook proeven en ze genoot ervan!
Dinsdagavond begroetten we haar met het Spaanse ‘olá’, na twee dagen was er een hartelijke knuffel bij het begin en einde van elke dag. Warme mensen omarmen elkaar.
Bij het boerderijbezoek in Wulpen vertelde gastvrouw Marie-Christine, die ook voorzitter is van de plaatselijke KVLV, hoe onze landbouwers het moeilijk hebben om het hoofd boven water te houden. Over de normen die Europa oplegt, over het hoe en waarom van de subsidies in de landbouw. Dat vele boeren hard werken maar de laatste tijd weinig over houden. De multinationale grootwarenhuizen verkopen landbouwproducten onder de prijs om klanten te lokken. We spraken over de zelfdoding bij landbouwers omdat ze niet meer opkunnen tegen de grote bedrijven die vanuit Europa gesteund worden. Veel kleine landbouwbedrijven bij ons verdwijnen en zijn niet meer leefbaar.
Bij het schoolbezoek genoot ze van de inzet van godsdienstlerares Lieve om haar school te motiveren zich in te zetten voor Broederlijk Delen. In het zesde leerjaar maakten ze samen met Deyanira een ‘bastón’. Die werd door Deyanira in alle klassen aan een leerling gegeven als symbool van geweldloze strijd tegen onrecht en verdrukking. Om op te roepen van elkaar te houden en samen aan vrede en rechtvaardigheid te werken. De campagne Broederlijk Delen in de school was meteen begonnen.
De leden van onze werkgroep deden hun best om Deyanira zoveel mogelijk te vergezellen bij de bezoeken. Soms waren we ontroerd door haar motivatie, of ze was de stille luisteraar, maar als ze het woord kreeg om haar verhaal te doen, zagen we een strijdbare vrouw die opkomt voor haar land, haar cultuur maar vooral voor de ‘kleine mens’ in Columbia die zijn grond afgepakt wordt en daardoor zijn verankering en voedsel verliest. De grote suikerrietplantages nemen de gronden als ‘het groene monster’ in, de mijnbouw vervuilt de grond en in andere departementen zijn het de drugsbaronnen die de grote boosdoeners zijn. 6 miljoen inheemse vluchtelingen zijn er in Colombia, die als opgejaagd wild nog meer in armoede terecht komen.
Tijdens haar getuigenissen, onder andere in de eucharistievieringen en op de Open Avond dankte ze voor de moed die ze hier in Vlaanderen heeft opgedaan. Ze laadt haar batterijen op aan de vele vrijwilligers van Broederlijk Delen en andere organisaties, die samen met haar de geweldloze strijd voeren tegen armoede, verdrukking en ongelijkheid. Met blijheid en kracht zal ze haar werk bij Uoafroc, haar organisatie die de partnerorganisatie is van Broerdelijk Delen, verder zetten!
In naam van de werkgroep (Dirk De Zutter, Caroline Strybol, Lieve Biesbrouck, Jan Vandenberghe, Ine Pladys en Marleen Debrock)
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.