Korte historiek van het kapelletje in de Molenstraat
In geschriften van Pastoor Jos Berghmans, in Lichtaart pastoor van 1920 tot 1940, vinden we volgende tekst, genoteerd op datum van 7 september 1929: "Kapelleken van O.L.Vr. van Bijstand gebouwd in de Molenstr. privatim gewijd - Bijzonderee weldoenster : We Goris-Geudens". Waarom werd dat kapelletje precies op die "plek" gebouwd en waarom toegewijd aan O.L. Vrouw van Bijstand? Het antwoord op beide vragen is vrij begrijpelijk en logisch: Weduwe Goris-Geudens, die er helemaal alleen voorstond na het overlijden van haar man in 1921, liet het op haar eigen grond zetten naar aanleiding van ziekten en het vroege overlijden van 3 van haar 7 kinderen. Weliswaar stond daar ter plekke reeds een paalkapelleke maar dat werd toen verplaatst naar de Rulloop. De broeders Gust en Jef Eelen (bijgenaamd DE METSER), werden ervoor aangesproken en men kon overigens rekenen op de hulp van heel de gebuurte die bijdroeg in het werk en de kosten. Want het kapelleke zou van het hele gehucht worden. De stenen bijvoorbeeld werden per boerenkar nu eens door de ene dan weer door de andere vanuit Beerse gehaald. Tot 10 karren waren ervoor nodig. Naargelang de grootte van de kar werden dan tussen de 800 en de 1000 stenen meegebracht. Lowieke Hermans, eveneens in de onmiddellijke buurt wonend was in die tijd diender bij de "Metsers" maar zeker is dat ook Peer Goris, de broer van Louis hierbij de handen uit de mouwen stak. Zo was het plaatsen van de glasramen bijvoorbeeld Peers werk. Dat glas werd uit Herentals meegebracht door de E.H. Fransen die sinds 1926 onderpastoor was geworden in Lichtaart en die daar veelvuldig in de buurt op bezoek kwam. Van dat oorspronkelijke glas is er in de loop van die 60 jaren natuurlijk wel wat gebroken en vervangen. Wie het dak en de deur maakte is niet met zekerheid geweten. We hoorden de namen vallen van Louis Dierckx en Jef Haelen, maar ook weer van Peer Goris, want dat was nogal "ne fijne" voor zo'n dingen. Sjarel Spaepen zou gezorgd hebben voor het "schone" beeld. Het onderhoud gebeurde vele jaren lang door het gezin Goris, en sinds Louis terug in het ouderlijke huis kwam wonen, heeft hij dat verder op zich genomen. Zo liet hij op eigen kosten de tegelvloer buiten nog aanleggen door zijn zoon Jos en zijn schoonzoon Juul Bastiaensen. Sinds een aantal (?) jaren heeft Josfien Lammens (winkel) die onderhoudstaak overgenomen. Zij heeft onder meer gezorgd voor het huidige fraaie altaardoek (handwerk van Maria Embrechts van Gierle). Het driehoekig tipje grond waarop het kapelletje staat werd door de familie Goris aan de kerk van Lichtaart geschonken. Binnen de ligusterhaag die het stukje grond afzoomt, bevindt zich achter het kapelletje een prachtige "gevormde" lindenboom, die ongeveer even oud moet zijn als het kapelleke zelf. Rikus Vervecken (Vink) zou daar verantwoordelijk voor geweest zijn. Het "heiligdommoeke" op dat kruispunt van wegen heeft in die 60 jaren bij de mensen van de Molenstraat een heel speciaal plaatske in hun hart gekregen. Ontelbaar zijn wellicht de rozenhoedjes die er elk jaar in de meimaand dagelijks werden "gelezen". Voorbidsters waren steevast Marie Verlinden (de ongehuwde schoonzuster van Liza Goris) en ook nog Leonie Janssens. Jong en oud kwam (in de week tegen de avond en op zondag vlak na de noen) bij mekaar en wie wou "zitten" bracht zijn eigen stoel mee. En als op het gekende uur "het weer niet bekwaam was" dan gingen ze bij Louis Lammens in de schuur zitten. Leonie herinnert zich nog goed dat "pastoor Fransen" na zijn bezoeken in de Molenstraat, nooit terugkeerde naar 't dorp vooraleer hij eerst eens "gelezen" had aan 't kapelleke. De gewoonte van rozenhoedjes verdween zoals in de meeste andere gehuchten eind van de jaren zestig, toen de mensen alsmaar minder tijd hadden. Maar 't kapelleke staat er nog steeds en trotseerde de drie kapellen in de nabijgelegen Plaats, die spijtig genoeg moesten verdwijnen voor de aanleg van de betonbaan. Het verdient echt gekoesterd en bewaard te worden als een kostbare relikwie van een volksdevotie en volksverbondenheid in een gehucht waarin nog "samenhorigheid"huist, al vindt men elkaar tegenwoordig misschien meer rond een voetbalveld. (oktober 1989)
Ons mooie Vlaamse platteland wordt op vele plaatsen getooid met een veldkapel of een calvarie. Het zijn de tastbare tekenen van een grote volksdevotie die onze streek onmiskenbaar kenmerkt. Veel van die kapellen en calvaries zijn ware pareltjes in het landschap. Zij zijn in dorpen, gemeenten en steden beeldbepalende elementen in het landschap, dorpsgezicht of straatbeeld. Niet alleen door hun constructie, maar heel vaak ook door hun groene omgeving. Veel van die cultuurhistorische bouwwerken hebben in het verleden een belangrijke rol gespeeld in het dagelijkse leven van duizenden Vlamingen. Bij een groot aantal van die monumenten wordt vandaag de dag nog aan verering gedaan onder de vorm van noveen of processies. Slechts een klein deel verkreeg in het verleden de status van beschermd monument. Vaak worden deze kapellen vrijwillig onderhouden door enkele buurtbewoners. Zo ook gebeurde dit recent met de Kapel O.L.V. van Bijstand in de Molenstraat in Lichtaart. Enkele oudere maar ook jongere buurtbewoners staken de handen uit de mouwen en vingen een serieuze renovatie en heraanleg aan. Het resultaat mag er wezen. Een pad dat leidt naar de kapeldeur, een mooie bank die uitnodigt om even te blijven zitten en te kijken naar het mooie tuintje en de netjes opgepoetste binnenkant van de kapel. Ook andere renovaties aan houtwerk, afwatering en dergelijke kwamen aan bod. Het bracht ook de vrijwilligers dichter bij elkaar. Wij nodigen u dan ook uit om eens een keertje te komen kijken en een stil dankgebedje te doen voor dit werk. Hartelijk dank aan die mensen die hun medewerking verleenden! Ook bedankt aan Ludo Van de Schoor voor de mooie foto's! Annie Swolfs
Wie doet wat? Het kapelletje op de hoek van Molenstraat, Klein Plaats en Dressenstraat in Lichtaart is een stukje erfgoed dat door Karel Van Gansen, Josephine Lammens en André Govaerts liefdevol gekoesterd wordt. Het is flink onderhouden en geniet in de buurt veel respect. De devotie er rond is wat verminderd, maar nog elk jaar zorgt men bij het begin van de meimaand voor een mooie krans in het portaaltje. Verder bewaakt de gemeente het onderhoud van het plantsoen in de omgeving, zodat het stemmige hoekje zeker een plaatsje verdient in een toeristische folder van onze landelijke gemeente. Het kapelletje is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en oudere bewoners vertelden ooit dat het werd opgericht omdat er in het begin van de twintigste eeuw zoveel ziekten en kwalen voorkwamen in de straat.
Karel en zijn overburen zijn dan ook best fier op de kapel die ze al meermaals hebben opgeknapt. Ze willen naar de toekomst kijken en doen langs deze weg een oproep naar de bevolking van de omgeving om toe te treden tot het kapelcomité. Liefst willen ze er enkele jongere mensen bij betrekken die mee zullen nadenken en desnoods de handen uit de mouwen steken. Zo blijft deze kapel een stukje erfgoed van de mensen zelf. Misschien kan het leven in de omgeving nog wat aangenamer gemaakt worden. Eén of twee keer per jaar willen ze eens samenkomen en dan beslissen we wat er moet gebeuren voor de kapel, meent Karel. Wie dus wil meewerken mag zich aanmelden bij Karel Van Gansen op Molenstraat 33 (tel. 014 55 66 08) of bij Josephine Lammens en André Govaerts op Molenstraat 22 (tel. 014 55 67 70).
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.