De maanden maart en april bergen in hun schoot naast veel grilligheid nog een andere verrassing. Het licht is dan op zijn scherpst. De zon priemt al wat hoger aan de einder, de luchten zijn schoongespoeld na een winter vol buien en windkracht. Het verbaast me jaar na jaar meer en meer hoe de natuur telkens weer ontwaakt na een lange donkere winterslaap en de zon onvermoeibaar haar opgang aan het zwerk maakt, onze lieve door mensen moegetergde aarde licht en hoop schenkend. Geen kracht die het beter doet. Mensen blijven na een periode van tegenslag soms uitgeput liggen, willen niet meer opstaan en geven op. Niet zo die wondere kracht die de schepping bestiert. Die vat elke keer weer haar verrijzenistocht aan, en dat niet enkele jaren maar al miljoenen, miljarden jaren.
In de herlevende natuur valt mij dus dat licht op, ‘licht dat mij aanstoot in de morgen’ en dat mij opnieuw doet geloven in ongekende krachten ten goede. Tijdens een lentewandeling bedachten we een naam voor dat heel bijzondere licht van maart en april. We noemden het ‘pristien’. Zoek het woord niet op in de ‘dikke van Dale’ of google het niet. Het bestaat niet in het Nederlands. ‘Pristien’ roept wel het Engelse woord pristine op, wat ongerept en oorspronkelijk betekent. En zo vertolkt het inderdaad het best het gevoel dat dit voorjaarslicht bij mij oproept: het is van een oorspronkelijke zuiverheid, zoals je die vooral kunt beleven in de prille ochtend, als de dampen van het menselijk verkeer nog niet de kans gekregen hebben de lucht te bezoedelen. Dan boort het licht pril en ‘pristien’ doorheen de nevelen van de ochtend als een boodschap van ongekende hoop en zuiverheid. Ik houd van dat licht. Er gaat een opwekkende roep van uit. Het doet mij weer geloven in een toekomst die elk moment opnieuw geboren wil worden. Als de kreet van een kind dat ter wereld komt.
Pasen dat we weldra vieren, draagt iets van dat pristiene in zich. God die zijn verrijzeniskreet laat horen, en zie: de mens wordt opnieuw geboren. Zoiets wil ik graag verwachten, wandelend in het licht van maart en april. (jh)