Een mens is pas iemand als hij dat is voor een ander. Ieder van ons weet hoe waar dit is. Een mens wordt graag gewaardeerd, erkend en bevestigd, door zijn omgeving, door de mensen van wie hij houdt, met wie hij leeft, met wie hij werkt. En het gaat dan om meer dan om het geven van complimentjes, hoezeer die ook plezier kunnen doen. Het gaat om de erkenning en de waardering van wie je ten diepste als mens bent. Als je die erkenning mag voelen, dan is er veel mogelijk in het leven. Dan zijn tegenslagen of moeilijke periodes lichter om dragen. Want dan weet je je gedragen door anderen. We zullen dat gevoelen van gedragen worden de komende maanden nog hard nodig hebben.
Een mens naar Gods hart
Nog dieper gaat het als een mens zich ten diepste gewaardeerd en geliefd weet door God. Het evangelie van zondag 10 januari, feest van de Doop van de Heer (Marcus 1,7-11), laat ons meevoelen met Jezus. Bij zijn doopsel door Johannes krijgt hij van Godswege te horen: “Jij bent mijn liefste zoon, een mens naar mijn hart.” Dat is wel de diepste bevestiging die iemand te beurt kan vallen. Jezus valt die eer te beurt. Hij kwam uit Nazareth in Galilea. Nazareth is nu een grote stad in Palestina, maar toen was het een dorp van niets. “Wat voor goeds kan daar vandaan komen?” luidde het bij de mensen. Hij is bovendien de zoon van een timmerman. Geen hogepriester, geen man van het hof, geen Schriftgeleerde. Hij was, zoals wij zouden zeggen, een gewone leek. Blijkbaar zag Jezus zichzelf ook op die manier. Want hij liet zich gewoon dopen zoals iedereen. Hij ging mee in het rijtje staan bij Johannes de Doper. Maar Johannes weet beter, want hij noemt Jezus sterker dan hemzelf. Hij doopt met water, maar Jezus zal dopen met vuur, met Geest. De Geest die beeld is van Gods kracht. Jezus is door die Geest vervuld. Hij is vol van Gods kracht. Die kracht zal hij aan ons doorgeven, zodat ook wij kinderen van God zullen worden, mensen naar Gods hart.
Anderen nodig
Maar willen wij dat zijn? Voelen wij ons bewogen christenen? Alleen op onszelf is dat moeilijk. Wij hebben er anderen voor nodig. Nu we nog altijd niet samen kunnen vieren voelen we dat des te sterker aan. Ook Jezus had iemand als Johannes de Doper nodig om hem over de streep te trekken. Jezus ging ook mee in de beweging rond Johannes staan, hij begon niet zo maar uit het niets. Tussen die mensen ging Jezus staan, gewone mensen, zoekende mensen. Te midden van hen liet Jezus zich door Gods Geest en kracht vervullen. Meer dan ooit voelen wij de behoefte om weer bij elkaar te kunnen schuilen en in dat samenzijn de kracht te vinden om de brokstukken van ons leven bij elkaar te rapen. Zodat wij weer op weg kunnen, gedreven door de stroming van Gods Geest.
(jh)