Licht en duisternis wisselen elkaar af in het evangelie van volgende zondag (Johannes 3,14-21). Centraal staat de figuur van Nicodemus. Hij komt in het donker Jezus opzoeken. Waarom in het donker? Misschien omdat hij niet wil dat anderen dit zouden zien. Nicodemus is lid van de Hoge Raad, een vrome farizeeër. De farizeeën wantrouwen Jezus. Maar Nicodemus niet, hij is nieuwsgierig naar Jezus, maar durft dat niet openlijk te tonen. Dus gaat hij met al zijn vragen liever in het donker naar Jezus. Een houding waarin we onszelf herkennen. Aan de buitenkant zijn we stoer, doen we ons zelfzeker voor. Maar in het donker van ons hart woelen de twijfels en de vragen. Maar zoals Nicodemus verlangen ook wij naar licht en uitzicht over wat ons bekommert en bezighoudt. Mag Jezus ons dan hierbij helpen, zoals hij Nicodemus met liefde en geduld beluistert?
Vriendelijk en veilig licht
Want dat typeert toch deze ontmoeting van Jezus en Nicodemus. Jezus voelt heel fijn de zielennood van Nicodemus aan. Een echte therapeut! Voor mijn licht hoef je niet te vrezen, zegt hij hem. Het licht waarover ik spreek komt van God. En Gods licht is vriendelijk en veilig. Het wil de redding van de mensen, niet hun veroordeling. Naar dat licht mag je gerust opkijken. Dan gebruikt Jezus een beeld uit de geschiedenis van het Joodse volk. Toen het ronddoolde in de woestijn werd het geplaagd door giftige slangen. Mozes liet het opkijken naar een bronzen slang zodat het volk genezen zou worden. Dat opkijken was het teken dat ze weer hun vertrouwen op God wilden stellen. “Zo mag je nu je vertrouwen stellen op mij,” zegt Jezus tot Nicodemus.
Jezus' droom : zorg voor mensen
Op het kruis zal Jezus omhoog geheven worden, veroordeeld tot een schandelijke dood, omdat hij een mens van waarheid, licht en leven was. Omdat hij het beste van zichzelf wilde geven tot redding van de mensen. Echte liefde wil zich voluit schenken. Dat is niet zo vreemd, dat doen ouders ook, die geven al hun krachten en zorgen aan hun kinderen. Zoals ook elders mensen voortdurend bezig zijn licht te scheppen in het duister waarin anderen verkeren. In de zorgverlening wanneer ziekte en onheil toeslaan; op zoveel plaatsen in de wereld waar het recht van mensen met de voeten getreden wordt. Niet altijd zijn de tekenen van hoop direct zichtbaar, soms is het nog diep nacht. Mag het dan ons gebed zijn dat we blijven geloven in de droom van Jezus die mensen het licht wil geven. Dat we zelf alles doen wat we kunnen om die droom waar te maken, want Jezus heeft geen andere handen dan de onze.
(jh)