"Voor mij betekent het twee dingen. In de eerste plaats zegt Jezus: ‘Ik deel mijn lichaam en mijn bloed, Ik deel wie Ik ben, Ik deel mijn leven. Ik geef het aan jullie. Dat is de betekenis van wat de volgende dagen zal gebeuren. Als jullie dat nuttigen, als jullie daar deel aan hebben, is het om te worden wat Ik zelf ben. Ook jullie moeten zich geven aan de anderen. Jullie moeten ook het leven delen. Gebroken brood om gegeten te worden’. (...)
De tweede betekenis van Witte Donderdag is dat Pasen al begonnen is. (...) Wat Hij zal ondergaan, is het ergste wat er kan gebeuren: een kruisdood. Dat was zeker zo in die tijd, maar er zijn vandaag folteringen die er niet voor moeten onderdoen. Daarvan zegt Hij: ‘Ik beslis om dat te doen. Ik breek het brood, ik geef mijn lichaam nog voordat het mij afgenomen wordt’. Dat is wat we noemen ‘de vrijheid van de kinderen Gods’, de christelijke vrijheid.
Het leven kan je ontnomen worden, maar op het moment dat de beul je leven gaat nemen, zeg je: ‘ja, maar ik geef het zelf’. Dat maakt een heel groot verschil.
Dat ‘zichzelf geven’ wordt dan op Witte Donderdag al uitgelegd doordat men als evangelielezing niet de instellingswoorden neemt – wat op zich eigenlijk verwonderlijk is – maar wel het evangelie van de voetwassing. De drie synoptici, d.w.z. de drie evangelisten Marcus, Mattheüs en Lucas, vertellen het verhaal van het laatste avondmaal zoals we dat terugvinden in de eucharistieviering. Johannes heeft echter niet de instellingswoorden zoals we die uitspreken tijdens de consecratie. Hij vertelt het verhaal van de voetwassing. Ik zou bijna zeggen: in de plaats van de instelling van de eucharistie. Maar het is correcter om te zeggen dat ze samen horen. Jezus stelt daar eigenlijk een sacrament in, ook al behoort de voetwassing niet tot de zeven sacramenten. In de eerste eeuwen werd het wel beschouwd als een sacrament.
De voeten wassen van de ander zoals Ik dat gedaan heb, dat is dienaar zijn van de ander.
(...) Witte Donderdag: het is je leven geven zoals Jezus het gedaan heeft. Het is die vrijheid leren waarmee Hij naar de dood gaat, waarbij Hij op voorhand zegt: ‘Ik geef mijn leven voor je het kan afnemen’ en dat gegeven leven drukt zich heel concreet uit in dienst aan de naaste."