In het concrete leven van elke dag is het goed dat de liefde ons aanspoort
om niet elke vergetelheid, elke verstrooidheid of elke onvriendelijkheid
luidop te noemen of nog eens in de verf te zetten.
Misschien heeft degene die eens kortaf of onaandachtig is, gewoon slecht geslapen of heeft ze zorgen.
Proberen niet oordelen is een eerste stap.
En als het even kan, eerder in woord of daad een tegenbeweging van liefdevolle zorg maken naar de ander toe,
ook door haar in gebed bij God brengen.
Dat betekent niet dat we tegen wit zwart moeten zeggen,
want we verwachten wel degelijk iets van elkaar.
Elkaar blijven uitnodigen tot groei is ook een uiting van barmhartigheid:
je hoopt en verlangt met heel je hart en je gemoed dat de ander
tot volle wasdom kan komen, ook al kan en mag dat een leven lang duren.
In de Schrift noemen ze dat ‘de broederlijke vermaning’.
Het is voor niemand vanzelfsprekend
maar het kan zo mooi zijn
als het eigen hart langzaam gevormd wordt,
vanuit de ervaring dat de ander spreekt vanuit mildheid en goedheid
en dat ik in dit spreken Gods uitnodiging tot groei, tot ommekeer mag horen.
Dat vraagt heel concreet
dat we soms niet direct reageren, maar tijd nemen om de dingen te laten bezinken,
dat we aan de Heer vragen om zijn licht en zijn blik van goedheid,
dat we goed en met geduld luisteren naar de ander,
en pas dan met onze woorden komen: tactvol, voorzichtig, fijngevoelig,
niet veroordelend maar uitnodigend.
Uiteraard lukt dit niet altijd.
Op zovele manieren schieten we tekort in liefde.
Daarom vinden we ons wekelijks verzoeningsmoment zo belangrijk.
Op zaterdagavond, na het evangeliegesprek, in de gemeenschap
is er de gelegenheid om in enkele zinnen luidop uit te spreken
waarvoor we aan God en aan elkaar om vergeving willen vragen.
Geen grote en intieme belijdenissen, maar kort en in alle eenvoud.
Samen bidden we om Gods ontferming, over elk van ons.
Het is een kostbaar gebeuren dat ons als gemeenschap opbouwt.
We beseffen dat we enkel leven vanuit de barmhartigheid van God die ons ook door de andere tegemoet komt.
We mogen erop vertrouwen dat wat minder goed was
echt ‘afgegeven’ is aan God en ‘losgelaten’ wordt door de anderen.
Het maakt levend wat we samen in de eucharistie vieren:
dat Christus ons leven en hart vernieuwt en ons aan elkaar geeft,
elke dag opnieuw.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.