Wanneer zijn takken staan gebogen,
geborgen in het Tommeveld,
dan denk ik terug aan papa's ogen,
en hoe hij het ons navertelt.
Ik zie nu reeds de appels groeien,
nu moet ik mij er niet mee moeien,
het grootste werk, dat is het snoeien.
Dat kan je meestal altijd doen,
maar niet wanneer de appels groeien.
Hoewel, wanneer ge vroeg genoeg,
de scheuten zachtjes af gaat knippen,
dan blijft de vrucht zijn vocht behouden,
zo komt de sapstroom tot haar recht.
Alleen de twijgjes die al buigen,
Die laat ge staan, die mag je hoeden,
die zullen op termijn de aarde groeten.
Die reiken ons de hand.
Die geven op termijn de meeste vruchten,
die balanceren zonder veel te zuchten.
Die dansen met 't seizoen zo mee,
die lijken weltevree.
Zo'n appelboom die moet ge hoeden,
van jongs af aan in zijn bestaan,
't begint met 't enten,
op een wilde stam.
Hoe pijnlijk onnatuurlijk dat ook zij,
maar zo krijgt hij wat cultuur bij.
Want anders kan hij nooit een vrucht gaan dragen.
Ook wij worden van vroeg af aan geënt,
de een moeizamer dan een ander.
Wij krijgen vrachten cultuur binnen,
waarover wij ons kunnen bezinnen,
miljoenen jaren duurt dat al.
Cultuur van samen zorgen voor elkander,
de twijgen reikend naar een ander.
Ze brengen ook wat schaduw aan de stam,
de grond, de roots, vanwaar het kwam.
Die schaduw houdt de droogte weg,
De humus doet de rest.
De hoge twijgen snij je af,
die staan als eenzaten verloren,
die teren 't sap van 't nieuwgeboren.
Die maken alles ooit kapot.
De hoge scheuten mag je snoeien,
die zullen nooit gaan bloeien.
Die staan daar enkel voor de eer,
die trekken kracht van d'andren neer.
Die leven voor zichzelf en niemand anders,
die trekken 't leven uit een ander.
Die hebben geen cultuur,
die slagen 't laatste uur.
Die appelboom in 't Tommeveld,
die is aan 't bloeien tot en met,
die heeft vandaag wat binnenpret.
Hoe koel het dezer dagen ook mag wezen,
de vorst is uit het land gegleden,
de zomer komt eraan.
Als wij ons nu eens laten enten,
op Jezus' onderstam,
dan wordt het voor ons nieuwe lente,
als Jezus in ons binnenkwam.
Als wij ons af en toe wat lieten snoeien,
wat leiden, naar de ander toe,
wat minder met elkaar gaan moeien,
want echte liefde wordt niet moe.
Die appelboom
in 't Meerbeeks Tommeveld,
ik denk, die is content.
Dirk Vannetelbosch, Meerbeek, 6 mei 2021