Onze buurt en samenleving veranderen snel. Kom ik in het grootouderlijk dorp waar ik geboren ben, op de grens van Brabant met Oost-Vlaanderen, dan vind ik behalve in de hoofdstraten nog amper mijn weg in de nieuwe wijken en verkavelingen die er intussen bij gekomen zijn. De mensen die er nu wonen herken ik al lang niet meer, het dialect dat men er spreekt versta ik daarentegen nog al te best en kan het zelfs met de juiste tongval beantwoorden. Maar ik zou mij er niet meer thuis voelen.
Mengelmoes van culturen
Dan gaat het nog over een Vlaamse gemeente. Doorkruis je het Brussels hoofdstedelijk gebied, zoals ik dat onlangs met de fiets deed, dan waan je je soms in een ander land. Zwart, wit en andere kleuren lopen er vrolijk door elkaar. Om over de mix aan talen te zwijgen. Even kleurrijk verschillend zijn de godsdiensten en het geloof dat er beleden wordt. Een mengelmoes van cultuur en gewoontes.
In een zo diverse wereld leven is niet altijd zo eenvoudig. Toch is dat de opdracht waar we voor staan: mensen in hun anders zijn aanvaarden. Ook in het evangelie van volgende zondag (Marcus 3,20-35) horen we ervan. De verwanten van Jezus, zelfs zijn eigen moeder, herkennen hem niet meer. Hij is zichzelf niet meer, zeggen ze, hij is van de duivel bezeten. Mensen kunnen zo uit elkaar groeien, dat ze elkaar niet meer verstaan, dat ze als vreemden worden voor elkaar.
Kleurenpracht ontdekken
We ervaren het in eigen samenleving. Onze dorpen en gemeenschappen bieden niet meer de geborgenheid die ze vroeger hadden. We kunnen daar spijt van hebben, maar dat levert niets op. Het is beter de diversiteit te erkennen die er is, en de rijkdom te ontdekken die we elkaar te bieden hebben, over cultuur- en andere verschillen heen. Daarvoor moeten we niet onze eigen overtuiging opgeven. Die moeten we integendeel verdiepen en ze op een authentieke manier proberen te beleven, ook en zeker als gelovige mensen. Net omdat we zelf gelovig zijn, zullen we ook beter de gewoonten en geloofsbelevingen van andere gelovigen kunnen begrijpen, of ze nu jood, moslim of hindoe zijn. Het is als kijken naar een glasraam in een kerk. Als je aan de buitenzijde blijft staan, is alles donker en dof. Om de pracht van dat glasraam te ontdekken, moet je naar binnen gaan. Daar ontvouwt het invallende licht de kleurenpracht ervan. De verwanten van Jezus die hem gek verklaren, bleven buiten staan, zegt het evangelie. Maar buiten kunnen ze niet horen wat hij te bieden heeft, welke woorden hij spreekt, welke liefde hij uitstraalt. Slechts door binnen te treden in wat een ander beweegt, zullen we ook respect voor die ander opbrengen.
Leren leven met verschillen …
Die opgave stelt zich op vele vlakken, ook voor wie gelooft. Er zijn zoekers en er zijn diep overtuigden. Er zijn trouwe kerkgangers en er zijn thuisbidders. Ook binnenin de gemeenschap zoekt ieder zijn plaats, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren. De rijkdom van al die verscheidenheid komt maar tot zijn recht als de een de ander wil verstaan, als er respect over en weer is. Dan kunnen we echt ontdekken wat de ander beweegt en hoeven we elkaar niet te demoniseren. In de taal van Jezus en het evangelie: wie de wil van God doet, zullen we herkennen als onze broeders en zusters. Mag zijn Geest ons hierbij helpen en geleiden.
(jh)