Herdenkingsdag van de marteldood van onze Patroon 28 augustus 2021
Andermaal mogen wij al onze Sint-Hermesvereerders danken om hun aanwezigheid, inzet en vroomheid nu we op de herdenkingsdag van de marteldood van onze Patroon, 28 augustus 2021, een nieuwe stap hebben gezet op de weg van zijn verering.
Na een zoekweg van zeven jaar (!) konde de nieuwe fiertelbellen gezegend worden, mooi begeleid door de al even traditionele Gregoriaanse gezangen van onze Schola. We mochten de drie verenigingen in ruim getal én de trouwe medegelovigen welkom heten. Ontroerend waren de eerste belklanken. Verdiend was het ‘peterschap’van de oudste belder en ere-voorzitter van de Maatschappij der Dragers, André De Jonghe. Terecht werd Damien Van Wambeke kort gefeliciteerd om zijn veelzijdige inzet, en nog bijzonder in de corona leegte. Leerrijk was en blijft de technische toelichting die André Bellinck, voorzitter van de Kerkraad van de basiliek, aanbracht.
Zoveel elementen die ons dankbaar stemmen en aanzetten om gedreven door te gaan. Door het voorbeeld en de voorspraak van Sint-Hermes gedragen, kunnen wij het getuigenis voor de Goede Boodschap steeds verder dragen, stilaan ook in het lokkende vooruitzicht van de verdere restauratie van basiliek en crypte.
M. T’Joen, rector
Technische voorstelling van de nieuwe Fiertelbellen
Op het eind van de jaarlijkse herdenking van de marteldood van onze Stadspatroon bracht de heer André Bellinck, Voorzitter van de Kerkraad van de Basiliek, volgend verslag uit van de zevenjarige weg naar de realisatie van de nieuwe fiertelbellen. Een lezenswaardig document!
Reeds in 2014 bemerkten onze Belders de eerste sporen van slijtage bij de aloude fiertelbellen. De zorg om de zo typische en vertrouwde hartslag van de Fiertelommegang te bewaren resulteerde stap na stap in de opmaak van een gedetailleerd replicadossier.
Dit traject gebeurde met heel wat partners gaande van Eric Devos, stadsarchivaris, tot de Gentse Universiteit vakgroep archeologie, waar prof. Pieter Vandenabeele in functie van preventieve conservatie het brons van de aloude fiertelbellen met behulp van X-stralen fluorescentie analyseerde. Van de Gentse Universiteit tot de klokkenmaker, van de klokkenmaker tot een bronsgieterij, van de bronsgieterij tot de houtbewerker voor de handgrepen en uiteindelijk eind 2019 tot op de tafel van de Kerkraad.
Met de belofte van de vzw Maatschappij der Dragers en Belders om de uitvoering van het dossier nauwgezet op te volgen, waarvoor trouwens onze dank, keurde de Kerkraad als eigenaar van de Fiertelbellen het replicadossier goed en maakte daartoe de nodige budgetten vrij.
Het replicaproces omvat vier stappen:
Stap 1 Een computermodel maken van de bestaande Fiertelbellen
Het computermodel is een exacte kopie van de bestaande bellen en omvat de juiste diameter, dikte, klokvorm, maar ook stemming en toonstructuur.
De diameter, dikte en klokvorm zijn relatief eenvoudig te kopiëren via een 3D-scan, maar de stemming en toonstructuur is specialistenwerk en kunnen enkel bepaald worden op basis van een complex computerprogramma.
Stap 2 Het maken van een valse klok
Niettegenstaande de computer een geweldig hulpmiddel is, maakt een computer geen klok. Dit is ambacht dat volledig met mensenhanden wordt verricht. In dit replicaproces tekenden zich twee aandachtspunten af die getuigden van het knappe vakmanschap waarmee de oude fiertelbellen werden gemaakt.
Vooreerst de uitzonderlijk dunne wand van de bellen die zowel het maken van de gietvorm als het gieten van de bellen zelf bemoeilijkte en het feit dat klokkenbrons bij het afkoelen ongeveer met 1% krimpt. Bij het tekenen en het maken van de valse klok diende men dus alle maten verhoudingsgewijs aan te passen.
Stap 3 Het gietproces
Klokkenbrons is samengesteld uit 79 % koper, 19 % tin en 2 % andere metalen, zoals lood, zink en ijzer. Binnen de 15 minuten na het verlaten van de smeltoven moet het vloeibare brons bij een temperatuur van circa 1100°C in de vorm gegoten worden.
Een klok gieten is telkens weer een unieke gebeurtenis en het meest spannende moment in het productieproces. Wanneer er tijdens het gieten lucht wordt ingesloten ontstaan gietgallen. Een gietgal is niet zichtbaar aan de buitenkant maar kan de zuivere toon en de klank van de klok negatief beïnvloeden.
Na het afkoelen van de bellen worden ze uit de vorm gebroken, schoongemaakt en voor een eerste keer geïnspecteerd. Vanaf de eerste aanslag hoorde men dat de grootste van de twee fiertelbellen een of meerdere gietfouten bevatte. Uiterlijk was de klok perfect maar de klank zat fout. Men besloot dan ook om deze klok opnieuw te gieten.
Stap 4 Het stemmen en afwerken van de replicabellen
Na het opschuren en reinigen van de bellen begint het stemproces. Als hulpmiddel voor het bereiken van het beoogde klankresultaat maakt men opnieuw gebruik van de computer. De computer kan nooit de rol van het menselijk gehoor overnemen en het waren dan ook onze Dragers en Belders die na ontvangst van de fiertelbellen een definitief oordeel moesten vellen over het resultaat.
De klepel bestaat uit ijzer en heeft een gewicht van +/- 5% van de klok. Afgaand op de kleur en de structuur werd er gekozen om de houten steel uit notenhout te maken.
Parafraserend op Genesis 2 rond ik af.
Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de replica’s van de aloude fiertelbellen zoals ze gemaakt werden en alles waarmee ze uitgerust zijn. Op het zevende jaar bracht men het werk tot voltooiing, hoorden Dragers en Belders met emotie en gerust gemoed dat het goed was en werden de nieuwe fiertelbellen gezegend.
Namens de Kerkraad
Andre Bellinck, Voorzitter
Ronse, 28.8.2021