Laat je maar verrassen, zegt de evangelielezing ons volgende zondag (Marcus 4,26-34). Laat je maar verrassen door de groeikracht van het zaad. Dat kiemt en schiet op, al weet je niet hoe. Daar hebben wij het wel eens moeilijk mee. We willen alles zoveel mogelijk beheersen door planmatig te werk gaan en te zorgen dat er niets fout kan lopen. Daar is op zich niets verkeerds mee, zonder een zekere organisatie is samenleven niet mogelijk. Maar we kunnen er ook slaaf van worden. Of we worden ongelukkig als het niet in de richting gaat die we ons wensen. We laten ons niet meer verrassen.
Zaaien, en wachten...
Ook als gelovige mensen zouden we wel eens resultaat willen zien van al ons bidden en hopen. En dat Rijk Gods waarover het steeds gaat, waar blijft dat? Met die vragen stonden ook de mensen in Jezus’ tijd. Hoe zit dat met die belofte van een Redder die alles goed zal maken? Die met stevige hand Gods rijk zal vestigen? In de figuur van Jezus zagen ze wel zo iemand. Met zijn parabel van de man die zaait, wil Jezus die verwachting temperen. Of ze anders oriënteren. Verwacht van hem niet dat alles uit de hemel zal vallen. De God over wie hij het heeft, werkt in stilte, in de harten en de gezindheid van de mensen. Dat is een veeleer geleidelijk proces. Ja, het is als een man die zijn land bezaait, die slaapt en opstaat, terwijl het zaad uit eigen kracht zijn werk doet. En het zal wel vrucht dragen, daar kan die man verder niets aan doen.
Blijven vertrouwen
Heeft die man dan niets gedaan? Jawel, hij heeft gezaaid. Hij heeft de mogelijkheden gecreëerd waardoor het zaad kan schieten. Hij heeft zijn land vruchtbaar gemaakt, het goed gelegd. Maar dan komt er een moment waarop hij niets meer kan doen dan vertrouwen: vertrouwen dat het zaad zal kiemen en opschieten. Zo is het met het rijk Gods, zegt Jezus. Je kunt je ervoor inzetten om zijn komst mogelijk te maken. Door zelf te leven naar de condities ervan. Door liefdevol, mild en dienstbaar te zijn. Maar het verandert daarom nog niet de wereld zoals we dat zouden willen. Dat kan ons wel eens ongeduldig of moedeloos maken. En dan dreigen we op te geven.
Voor de leerling van Jezus zit in de parabel de uitnodiging om meer en meer te leven naar Jezus’ maatstaf. Levend vanuit het vertrouwen en de Godsverbondenheid van Jezus, zullen we ook beter begrijpen wat God wil en hoe Hij er voor ons is. Dat vertrouwen mag ons de kracht geven om vol te houden. Liefde hou je niet tegen, zeker Gods liefde niet. Die groeit uit tot een grote boom in wiens schaduw het weldadig rusten is. Laat je maar verrassen.
(jh)