Maria Vanderschueren (Hofstade) vertelt over de betekenis van haar doopsel:
In de tijd dat ik gedoopt werd, was het traditiegetrouw de gewoonte het doopkindje aan te kleden met een wit kleed dat tijdens de doopplechtigheid door de priester werd gezegend. Dit is zeer betekenisvol want water doet leven, reinigt en zuivert en door het doopwater wordt de ziel van de pasgeborene witgewassen en bekleed als een nieuw mens. Door Christus’ lijden, dood en verrijzenis worden we herboren als “Kind van God” bevrijd van het kwaad en verzoend met God Onze Vader.
Sedert mijn Plechtige Communie en Vormsel, de doop van mijn kinderen en kleinkinderen, de vernieuwing van de doopbeloften met Pasen, waren dit de enige gelegenheden die mij aan mijn doopsel deden herinneren.
Op een bepaald moment werd er tijdens de Eucharistieviering hier in onze kerk in Hofstade, ook een doopplechtigheid gehouden met de gebruikelijke rituelen o.a. de naamgeving, het doopsel met het gewijde water, de zegeningen, de zalving met de heilzame Chrisma-olie, het kruistekentje dat de familieleden geven op het voorhoofd van het kind met de woorden “God zegene en beware je”. Daarna vroeg de voorganger aan al de aanwezigen de hand uit te strekken en te bidden voor het kind waardoor het opgenomen werd als Christen in de gemeenschap van de Kerk.
Na deze verzorgde viering ben ik meer gaan beseffen dat er een sterke draagkracht en een grote genade door dit sacrament aan mij geschonken werd. Om deze gave van God waardig te zijn en te verdienen, ben ik meer bewust gaan leven in verbondenheid met Christus, zoveel mogelijk Eucharistievieringen gaan volgen, aandachtiger gaan bidden en vragen voor meer geloof en vertrouwen.
Tijdens de viering wordt er ook een doopkaars aangestoken aan de brandende Paaskaars, symbool van Christus’ Licht dat we mogen uitdragen en laten schijnen in de duisternis van de wereld. Bij de doopviering van mijn kleinkinderen ontvingen we van de ouders een doopkaars.
Op de verjaardag van hun doopsel steek ik hun kaars aan indachtig de woorden van Paus Franciscus die zei: “het is goed onze geboortedag te vieren maar evenzo de dag van ons doopsel.”
Ik ben blij dat mijn ouders het besluit hebben genomen mij te laten dopen en ik ben hen dankbaar dat ze mij zijn voorgegaan en een christelijke opvoeding hebben gegeven. Ik vraag aan Maria om inzicht, kracht en moed om te leven als gedoopte en mij meer open te stellen voor de Werking van Gods Geest en ontvankelijk te zijn voor de Goddelijke Drie-eenheid die in mij woont.