De oude kerk had drie beuken onder één dak en een kruisbeuk. De vierkante toren groeide uit in een lange achthoekige naaldspits. Links inde zuidelijke zijbeuk zaten drie spitsboogvensters en in de kruisbeukgevel waren er boven het grote venster sporen van een spitsboog zichtbaar. Bij de verbouwingen van 1903 werd dit opnieuw een spitsboogvenster en kreeg de geveltop rustieke zuiltjes en kanteeltjes. Voor de elektrische verlichting van de kerk werd stroom genomen van de nabijgelegen brouwerij Meiresonne
Op het einde van de Eerste Wereldoorlog kreeg de kerk tijdens gevechten rond het Schipdonkkanaal enkele ferme v
oltreffers te verwerken. Van het dak bleef enkel een hoekje over, de spits van de toren lag tegen de vlakte en de ramen en deuren waren aan splinters.
Na de bevrijding trok men snel een houten noodkerk op. Deze noodkerk zou in gebruik blijven tot begin 1926. Ze stond op de hoek van de Stationsstraat en de Dennendreef op een stuk grond van burgemeester de Kerckhove-d’Ousselghem.
Midden de jaren ’30 had de heropgebouwde kerk haar glorie terug. De toren was minder spits maar iets meer vierkant; de middenbeuk was iets verhoogd en de kerk was met een nieuwe travee verlengd. De sacristie tegen de kruisbeuk was vervangen door een half cirkelvormig bouwwerk. Tegen het westen van de kruisbeuk stond een nieuw rond torentje.
In 1940 werd de kerk opnieuw de prooi van oorlogsgeweld. Ze werd door het Belgisch leger opgeblazen op 24 mei 1940 om 16 uur. De kracht van de ontploffing was zo groot dat de toren neerstortte en er van de kerk zelf weinig meer dan een puinhoop overbleef.
Op de puinen van de middenbeuk poseren enkele jongens : Lucien Van de Gehuchte, Gilbert Van Brussel, Armand Andries, Georges Van Wassenhove en André De Paepe.
Tijdens de bezetting voerden de Duitsers het puin van de kerk naar Aalter en Ursel om er vliegvelden aan te leggen.
Op dezelfde plaats van de vroegere houten noodkerk bouwde men al in 1940 een stenen noodkerkje. In de voorgevel, rechts van de deur kwam meteen een gedenkplaat voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Aan de oostgevel hing één van de weinige relichten van de opgeblazen parochiekerk, nl. het kruisbeeld dat tegen de zijgevel hing.
Bij vernieuwingen aan de Stationsstraat werd een gedeelte van de noodkerk afgebroken maar bleef zo nog een tijdje in gebruik. De nieuwe kerk was pas eind 1961 klaar.