We hebben reeds een heel stuk geschiedenis achter de rug. We zagen hoe zich in de vroege middeleeuwen parochies ontwikkelden in Mariakerke en Wondelgem. In deze bijdrage kijken we hoe de situatie is voor de grote, nieuwe ontwikkelingen in de 19de eeuw.
In 1578 reeds, met de definitieve aanhechting van het Vrije van Gent of zogenaamde "Banmijl" tot aan de Rietgracht, vermeerdert het administratieve grondgebied van de stad Gent aanzienlijk. Deze Rietgracht, in de loop van de 13de eeuw gegraven als grenslijn van het rechtsgebied van de stad, wordt door de Karolijnse Concessie van 1540 definitief vastgelegd en omsluit enkele landelijke gehuchten (onder meer Ekkergem, Rooigem, Meulestede), weilanden en zogenaamde inundatiegebieden ten westen, noordwesten en noordoosten van de omwalling (zie plan van Hondius, 1641).
Een woordje commentaar: Daarmee komt de kern van het oude Wondelgem binnen het grondgebied van de stad Gent te liggen. De verwoesting van de oude kerk door de Geuzen heeft als gevolg dat er nieuwe grenzen worden vastgelegd voor de gemeente Wondelgem, Het centrum van de gemeente komt op de Dries te liggen.
De oude parochiekerk van Wondelgem in de Maisstraat vervalt tot een ruïne als er een nieuwe kerk komt op de Dries in Wondelgem. Over deze nieuwe kerk die de naam Sint-Catharina krijgt, net zoals de kerk in de Maisstraat, vinden we het volgende.
In 1683 wordt de eerste steen gelegd van deze nieuwe kerk op de Dries, op de plaats waar in 1566 hagepreken werden gehouden door protestanse predikers. Wanneer de kerk juist voltooid is weten we niet heel zeker: 1686 is de datum op het fronton van de kerk, 1687 staat er op de toegangsdeur. Rond hetzelfde jaar 1686 zou ook de Lootenshoeve gebouwd zijn.
Volgens kerkrekeningen is de kerk gebouwd onder leiding van metser Gillis Broeckaert en steenhouwer Philippe Baude. In 1771 wordt een doopkapel aangehecht in de oksel van zuidelijke transeptarm en schip (nu stookplaats). Oorspronkelijk gaat het op een kerk met vier traveeën, die later wordt uitgebreid tot 8 traveeën. Langs de zijkant van de kerk worden grafstenen aangebracht die mee zijn gekomen van de oude kerk. De geveltop is verfraaid met wapenschild en leuze "Respice finem" van bisschop Philippus Erardus van der Noot, die de kerk op 7 augustus 1707 inwijdde.
Dezelfde naam, Van der Noot, vinden we terug als bouwer van de pastorie. De neoclassicistische pastorie aan de Vroonstalledries in Wondelgem (Gent) wordt gebouwd in 1768 in opdracht van Maximiliaan Antoon van der Noot, graaf van Evergem en bisschop van Gent. Zijn wapenschild “Respice finem” is aangebracht in het driehoekige fronton dat de voorgevel bekroont. De alleenstaande woning van het dubbelhuistype is gelegen in een ommuurde tuin, afgesloten met een ijzeren hek tussen dubbele vierkante pijlers. Het is geschilderd in ossebloedkleur. In het interieur bleef de originele indeling bewaard. Opvallend is een salon met Corduaans lederbehang en een schouw met het wapenschild van de bisschop. In 1976 werd de pastorie beschermd als monument.
Een document van 21 april 1772 licht ons in over de min of meer dichtbevolkte agglomeraties van deze landelijke parochie van Wondelgem. Ze worden gewoonweg "gehuchten" genoemd. We laten hier de tekst volgen:
"het gehuchte genoemt Wesseghem synde vrije van Ghendt alwaer eertijdt de kercke der selve parochie gestaen heeft en vulgaerelyck onder de boeren genoemt de kerckstraete. Daer syn oock twee driesschen den eenen genoemt den Stallendriesch die met de weessche (= Vierweegse) het dorp formeert ende alwaer de kercke alsnu in tmidden staet. Den Cleynen driesch light naer den Sasschenvaert alwaer speelgoetten staen en seer bewoont is, tgonne voor een gehuchte sou de connen genomen worden".
Zowel in Mariakerke als in Wondelgem worden in deze periode tussen 1600 en 1800 heel wat ‘kastelen’ en lusthoven gebouwd van rijke Gentenaars.