GEROEPEN OM TE HERDEREN
Op de vierde zondag van Pasen voorziet de kerk ‘roepingenzondag’. Dit is niet toevallig de zondag waarop we mogen luisteren naar Jezus die zichzelf de ‘goede herder’ noemt. Jezus gebruikt graag metaforen, beelden uit de bekende wereld van toen, om te spreken over het Rijk Gods, maar ook om zijn identiteit te bepalen. Zo noemt Hij zichzelf de ‘goede herder’ die zijn schapen nooit in de steek laat, zelfs zijn leven voor hen geeft, als tegenpool van de huurling, die eigenlijk niet om de schapen geeft.
Het verhaal van de goede herder inspireert de kerk om herders, pastores, te zoeken en op te roepen om de gemeenschap te leiden en te bemoedigen. Onze bisschop Lode zegt het zo:
‘Laten we vandaag de verscheidenheid aan roepingen koesteren. Laat ons dankbaar zijn voor de roeping die ieder van ons heeft als gedoopte en voor de verschillende roepingen die mensen hebben in het pastoraal werk en in het gewijde ambt.’
Ieder van ons heeft een roeping als gedoopte. In het voetspoor van Jezus, de goede herder worden wij immers allen geroepen om te herderen, op verschillende wijzen.
Ten eerste worden wij geroepen om herders te zijn voor elkaar. Ik wil hier graag paus Franciscus citeren uit zijn brief ter gelegenheid van roepingenzondag:
‘Deze dag biedt altijd een uitstekende gelegenheid om met dankbaarheid voor de Heer de trouwe, volhardende en vaak verborgen inzet van degenen die een levensroeping hebben aanvaard, te gedenken. Ik denk aan de moeders en vaders die zichzelf niet op de eerste plaats zetten, die niet meegaan met oppervlakkige trends, maar die hun leven liefdevol en dankbaar vormgeven door relaties te koesteren, open te staan voor het geschenk van het leven en hun kinderen toegewijd te begeleiden naar volwassenheid. Mijn gedachten gaan uit naar degenen die hun werk met toewijding en in een geest van samenwerking uitvoeren, en naar degenen die zich op diverse terreinen en op verschillende manieren inzetten voor een meer rechtvaardige wereld, een meer solidaire economie, een meer eerlijke politiek en een meer menselijke samenleving.’
Ten tweede, worden wij geroepen om te getuigen, te getuigen van Jezus’ Blijde Boodschap voor de wereld. Wij mogen a.h.w. de megafoon zijn voor de boodschap van liefde die de wereld echt kan veranderen. Om te kunnen getuigen moeten wij natuurlijk eerst luisteren. Er leeft zoveel negativiteit in onze samenleving, geweld wordt met geweld beantwoord, christenen kunnen hier echt een verschil maken, dankzij de stem die zij horen, de stem van de herder, die door de schapen wordt herkend, de stem die oproept tot vrede en verdraagzaamheid, tot liefde en mededogen. Is het niet de stem die gehoord wordt vanuit de wolken: ’dit is mijn zoon, luister naar Hem’? Het is de stem die Vader en Zoon verbindt. Het is de stem die de Vader met ons verbindt.
Bovendien worden wij geroepen om vol te houden. De kerk in Vlaanderen bevindt zich vandaag in woelige wateren. Misbruik wordt ons aangewreven en we worden bedreigd met financiële drooglegging. Het aantal gelovigen slinkt en pastores zijn moeilijk te vinden. Toch moeten we de moed erin houden, ons vastklampen aan de vreugde van het Evangelie en dankbaar zijn voor al het goede en vruchtbare dat onze gemeenschap in zich houdt. Dankbaar om de waardering die we binnen en buiten de kerk mogen ondervinden, dankbaar om zovele vrijwillige medewerkers, dankbaar om de denkers en de doeners in grote en kleine dingen.
‘We mogen niet vergeten dat de kerk ontstaan is op Golgota’, zei iemand onlangs. De mooie droom van de volgelingen van Jezus werd toen de kop ingeslagen, maar niet voorgoed! Integendeel. Hij is verrezen! Alles is in een stroomversnelling gekomen. De boodschap is verspreid onder de schapen van de schaapstal, het volk van Israël, maar ook ver daarbuiten, bij hen die niet tot de schaapstal behoren. Een nieuwe gemeenschap is ontstaan en open gebloeid, met vallen en opstaan, doorheen schandalen en revoluties, machtsmisbruik en beeldenstormen. Maar steeds is een nieuwe kerk verrezen waarin de vreugde van het evangelie meer en meer tot zijn recht kan komen, dankzij al degenen, mannen vrouwen, die geroepen zijn om te herderen in kleine of grote gemeenschappen, in de zorg voor elkaar, in de mantel waarin de armsten zijn gekoesterd, de schapen van de stal en die in de weide, in het verkondigen van het evangelie, in luisteren naar de stem. Het is de stem van Gods Geest die alle generaties blijft inspireren en de goede richting wijst. Gods Geest is – hoe dan ook – goed bezig.
Diaken Johan