Net als elk jaar is oktober de missiemaand. Op vraag van paus Franciscus wordt deze missiemaand 'buitengewoon'. De aanleiding hiervoor is de 100ste verjaardag van een apostolische brief van Benedictus XV. De hele maand willen we bezinnen rond het thema "Gedoopt en gezonden". Elke gedoopte is meeverantwoordelijk om het geloof te verkondigen en te verspreiden. En dat moeten we niet overlaten aan specialisten. Leken en religieuzen nemen samen hun missionaire zending op. Doe jij ook mee?
Onze parochie telt 1 missionaris: E.H. Wim Sabo. We vroegen aan hem hoe hij missionaris is in Zuid-Afrika:
Missionaris in Oudtshoorn
Het is een hele ommezwaai om als jongeling van Europa, met eigen maatstaven, opvoeding, achtergrond, ingesteldheid, te worden ondergedompeld in een Afrikaanse wereld. Daarom noemen we dat een cultuurschok. Als we echter goed kijken, zien we dat de Kerk en haar mensen overal worstelen met hetzelfde goede werk. In eender welke cultuur we opgroeien, wat onze opvoeding ook al mag zijn, of we nu rijk of arm zijn, al dan niet het beste onderwijs hebben genoten, alles hebben gekregen of grote ontberingen hebben moeten doorstaan, het is voor iedereen even moeilijk om het evangelie vlees en bloed, handen en voeten te geven in eigen leven en dat van de gemeenschap. De mensheid sukkelt wereldwijd met dezelfde vragen, heeft overal en altijd dezelfde honger en dorst, zoekt genezing en bekering. Daarom moet de Kerk missionair zijn en blijven. Het is haar eerste opdracht om uit te gaan, de nabije of de wijde wereld in, en op de hoeken van de straten, in het hart van de huisgezinnen, met kwetsbare mensen aan de rand van de maatschappij en de gegoede vooraanstaande burger, met jong en oud, het levende Woord van het Evangelie als een zaadje in het hart van de mens te planten. De missionaris is degene die het Woord verkondigt, om de mens binnen te brengen in de relatie met de levende Christus. Dit fundamentele en goede werk, is een uitdaging voor elke cultuur, voor elk stukje wereld. Uiteraard wordt de Afrikaan geplaagd met heel veel bijgeloof, en geregeld worden de gebruiken van de cultuur hoger geplaatst dan het geloof. Maar in elk tijdperk en op elke vierkante meter van het christelijke leven, krijgt dezelfde uitdaging andere kleuren en gewichten. In het Oratorium van Oudtshoorn doen we veel om het geloof in het Afrikaans te vertalen, materiaal beschikbaar te stellen voor de gewone man in de straat, zodat zijn geloof versterkt wordt. Het gaat niet alleen om het Woord dat uit de mond van de verkondiger komt, het gaat om een leven dat getuigt van het Woord. Daarom hebben we in het Oratorium van Oudtshoorn het specifieke apostolaat van het kind en de jonge mens. We bieden hen een veilige plek aan, waar ze kind en jongere mogen zijn, waar gewerkt wordt met geloof, liefde, spel, gebed, huishoudelijke taken, muziek en schoolwerk. We proberen iets bij te dragen aan de uitbouw en de versterking van hun persoonlijkheid. We doen een poging om hen voor te bereiden op het volwassen leven. Voor de volwassenen gaan we iets doen voor de daklozen, ook een meerjarenplan. Het moet een containerpark worden, waarin we keuken, sanitair en slaapgelegenheid kunnen aanbieden. Zo proberen we, op ons stukje grondgebied, als eenvoudige vrienden en dienaren van de Heer, in woord en daad, een bijdrage te leveren aan de opbouw van het Koninkrijk van God.
Mogen we een gebed vragen voor alle missionarissen in de Missiemaand?