Wanneer een volwassen kandidaat dopeling (ouder dan 14 jaar) zich in de parochie in Kruibeke-Temse aandient, neemt hij/zij of de pastoor contact op met de contactpersoon voor het catechumenaat. Dit is diaken Martin Todts. Hij verzorgt het eerste gesprek met de kandidaat-nieuwkomer. Daarna gaat diaken Martin in overleg met de plaatselijke verantwoordelijken om af te toetsen wat een zinvol en haalbaar geloofstraject kan zijn ter voorbereiding van dit doopsel. Hierbij wordt zowel rekening gehouden met de context waarin de vraag gesteld wordt als met een aantal principes, waaronder de keuze voor een langere voorbereidingstijd binnen een geloofsgemeenschap, Bijbelse geloofsvorming en kennismaking met het christelijk leven. Het concrete vormingstraject van de catechumeen wordt door de parochie, bij voorkeur binnen een begeleidingsgroep, vastgelegd.
De duurtijd tussen de opname in het catechumenaat (zie verder het traject) en het doopsel bedraagt minimaal een volledig liturgisch jaar. Er gaat dus een winter en een zomer over. “Niet over één nacht ijs”, zegt het spreekwoord.
Traject naar het doopsel
Het pré-catechumenaat
Het traject begint met een ‘pre-catechumenaat’, een fase van verkenning. Die bestaat uit een combinatie van lokale parochiale ervaringen en verdiepende gesprekken met de begeleider (en eventueel met een groepje christenen). Het bijwonen van de zondagsvieringen is en blijft cruciaal.
Het catechumenaat
De gezamenlijke viering van de opname in het catechumenaat in de parochiekerk, liefst op de eerste zondag van de advent, markeert de start van het catechumenaat. De kandidaat is vanaf dit ogenblik catechumeen en lid van de kerkgemeenschap. Hier start een catechetisch traject in de parochie van minimaal een jaar voor de geloofsleerlingen.
Na die periode is er een ontmoeting met de bisschop, tezamen met de andere catechumenen van het bisdom.
De veertigdaagse voorbereiding
De viering van de uitverkiezing tot het doopsel en naamopgave met alle catechumenen in de Sint-Baafskathedraal van Gent op de eerste zondag van de vasten, geeft de start van een intense zuiveringsperiode. De geloofsleerling is nu doopleerling geworden.
Tijdens de vasten-zondagen is er een intenser liturgisch traject in de parochiekerk.
Tijdens de Chrismamis in de kathedraal worden alle catechumenen gezalfd met catechumenenolie.
De Paaswake is de viering van de initiatiesacramenten. Het doopsel, vormsel en eerste communie tijdens de Paasnacht in de eigen parochiekerk zijn het hoogtepunt.
De mystagogische periode
De periode tussen de Paasnacht en Pinksteren is nodig om bij de nieuwgedoopten te laten doordringen wat hen overkwam en wat werd beleefd. De zondagsvieringen tonen hen dit keer op keer.
Tussendoor…
Tussendoor speelt zich een “catechetisch parcours” af dat initiërend is. Dit parcours leert de Schrift en de liturgie kennen, het leert bidden, het leert de christelijke dienstbaarheid kennen. Het is een catechetisch traject, dat rekening houdt met de persoon en de situatie van de catechumeen en dat bestaat uit geregelde bijeenkomsten met de begeleider en met een begeleidend groepje.
Het catechumenaat belangt het hele bisdom aan. Vandaar dat op sleutelmomenten wordt samengekomen en gevierd met de bisschop van Gent.
Volwassen vormselkandidaten
We onderscheiden de catechumenen van vormselkandidaten. Hier gaat het om volwassen gedoopten (ouder dan 14 jaar) die het vormsel vragen. Ook voor ‘vormselkandidaten’ - volwassenen die reeds gedoopt zijn en die de voltooiing van de initiatie vragen door het vormsel en desgevallend de eucharistie - is een voorbereidingstijd nodig.
Hun vormsel wordt in de regel parochiaal toegediend door de bisschop in de periode tussen Pinksteren en het einde van het werkjaar.
Diaken Martin Todts
Diocesaan verantwoordelijke en parochiaal contactpersoon
voor het catechumenaat en volwassen vormsels.