Weet je dat er in Vlaanderen elk weekend – je zou het bijna niet geloven - meer mensen naar de kerk gaan, dan naar het voetbal?
En zeker met Pasen zullen velen dat laten blijken.
Ook al wordt er heel veel kwaad gesproken over die Kerk, soms niet onterecht, soms schromelijk ten onrechte, toch weten velen de kerk als hun thuis en men komt er graag. Soms alleen in stilte, heel vaak met grote gebeurtenissen die het leven of de familie raken, of als men terecht is gekomen op de pechstrook van het leven, of om op zovele gewone zondagen ‘Pasen’ te vieren …
Het is nog lang niet zo slecht in de Kerk als de media willen doen geloven. De Kerk heeft een levende traditie van meer dan 2000 jaar – en niet zomaar jaren- maar jaren des Heren. Geloven is helemaal niet achterlijk, en zeker geen opium voor het volk. Elke verslaving is tegendraads aan heel het christelijk geloof en aanvoelen. En ‘Scholing’ is een kerkelijke prioriteit. De Kerk is de gemeenschap met hooggestemde idealen, en wie wil er niet het beste voor zijn kinderen, voor de ouderen, en voor zichzelf? En tegelijk is de Kerk ook –en laat ons dat nooit vergeten, zeker niet in dit Heilig Jaar- een plek van barmhartigheid en vergeving.
Met Pasen is de Kerk op haar paasbest en zijn we met velen om dit hoogfeest te vieren en dat is heel goed. Christen zijn zonder de Kerk is gelijk supporter zijn bij een voetbalclub en nooit in het stadion komen, laat staan speler zijn en nooit naar de training gaan. Als men afwezig blijft, kam men geen voeling houden en weet men eigenlijk niet goed hoe het gaat met het voetbal en de club, en missen wij het engagement bij het feest of bij de tegenslag. Hetzelfde geldt voor de gemeenschap van de Kerk. Christenen zijn geen alleen-spelers, maar teamspelers. Christen ben je in gemeenschap en elke zondag is een beetje Pasen. Conditie, ook in het geloof, vraagt regelmaat in de training.
Ook in de paasverhalen zijn mensen samen onderweg. In het Paasevangelie zijn het ’s nachts de twee Maria’s, op paasdag zijn het Petrus en Johannes en in de avond twee leerlingen op weg naar Emmaüs. En altijd hebben zij iets te melden aan de broeders en zusters, het meest fascinerende nog wel: dat ze Jezus hebben gezien en dat Hij leeft!
Veel mensen hebben een postpaschale depressie, zoals ook sommige leerlingen in de evangelieverhalen. Ze zijn Jezus kwijt en zien geen uitweg meer. In lege graven wordt er gezocht, van bijgeloof tot new age, van exotische trends tot oosterse fascinatie, van de ene kuur naar de andere therapie. Verder dan ‘Ik ben een god in ’t diepst van mijn gedachten’, komen ze niet meer.
Als het zicht op God uitvalt, vertroebelt al vlug het zicht op de mens, en vooral de mede-mens. Het sterven wordt dan een implosie, een zwart gat genoemd. Pasen is evenwel géén lentefeest, het christendom is géén natuurgodsdienst. Pasen spreekt ons over de mens als beeld van God met nog méér toekomst over de dood heen. Voor wie gelooft in Christus, is Verrijzenis de uiteindelijke heling van ons menselijk bestaan.
Jezus leert ons die wat moeilijke houding: onze handen omhoog te heffen. Mensen die de oorlog hebben meegemaakt of wie filmbeelden heeft gezien, kennen dat bijzondere gebaar … je ziet het zo voor ogen … mensen die zich overgeven … aan de vijand …
Op Goede Vrijdag leerde Jezus ons dit ten volle: niet zich overgeven aan de vijand, maar zich toevertrouwen aan de Vader! Verliezen om te winnen, om te overwinnen met Pasen!
Laat ons deze dagen met nog meer aandrang belijden, bidden en geloven:
Redder van de wereld, bevrijd ons,
Gij die ons hebt verlost door uw kruis en verrijzenis
Zalig Paasfeest!
Gunter Maes
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.