Korte geschiedenis van onze kerk, de klokken en het schilderij van Onze-Lieve-Vrouw van de heilige Rozenkrans
Korte geschiedenis van onze parochiekerk
De eerste sporen van een parochie in Lichtaart vinden we in de 13de eeuw. De adellijke familie van de Berthouds verkocht in 1268 de tienden van onze parochie aan het Kapittel van Sint-Gummarus te Lier. Deze geestelijke instelling zou tot 1794 onze parochie mee besturen door het aanstellen van pastoors en de bouw van onze parochiekerk. Van de periode voor 1500 weten we echter zeer weinig. De massieve gotische toren, zoals we die nu kennen, dateert uit het begin van de 16de eeuw. Het is het oudste bakstenen bouwwerk van het dorp. Op het einde van het Ancien Regime was de kerk in slechte staat. Door de inval van de Franse troepen duurde het echter tot 1806 eer er een nieuwe kerk werd opgericht. In 1866 werd deze andermaal vergroot en kreeg ze haar huidige vorm in neoromaanse stijl. Van de oude kerk bleven toen, naast de toren, alleen 6 ronde zuilen staan.
Lichtaart is tot de eerste helft van de 20ste eeuw een bescheiden landbouwdorp geweest. Het kon niet rekenen op een welstellende kasteelheer die zijn kerk met geschenken begiftigde. De Kempische zandgronden brachten evenmin veel rijkdom aan hun bewoners. Toch beschikt de kerk over enkele unieke religieuze kunststukken. Die zijn wellicht, na de afschaffing van een aantal kloosters tijdens de Franse overheersing (1794-1815), naar deze parochie overgebracht. Zo zijn onder andere de lambrisering en het gestoelte afkomstig van de abdij van Vlierbeek. Vanaf het midden van de 19de eeuw tot half de 20ste eeuw kende de parochie een christelijke bloeiperiode. De brandglasramen, die in 1875 werden geplaatst, leggen hiervan nu nog sfeervol getuigenis af. Ze vertellen het levensverhaal van de drie patroonheiligen van onze parochie: Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Cornelius en Sinte-Lucie. Verder zijn zes brandglasramen gewijd aan de geloofsverkondigers in ons land: Eligius, Hubertus, Rumoldus, Willibrordus, Gummarus en vertellen twee ramen over Johannes Berchmans en Dymphna, heiligen die met onze streek verbonden zijn.
Vier brandglasramen op het hoogkoor zijn opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw. In de kruisbeuken bevinden zich telkens twee brandglasramen gewijd aan het leven van de heilige Cornelius en de heilige Lucie.
Omstreeks 1970 kreeg het interieur van onze kerk een grote onderhoudsbeurt en meteen ook een nieuw uitzicht. Het hoogaltaar en de neogotische muurschilderingen van de 19de eeuw verdwenen. Op de plaats van het altaar kwam een nieuw orgel. Zo komen de lambrisering, de oude beelden, schilderijen en brandglasramen nu mooi tot hun recht tegen de sobere, licht geschilderde wanden en zuilen.
In onze kerktoren hangen vier bronzen klokken. Op elke klok staan een aantal data en namen vermeld. Die bieden ons de gelegenheid om u lezer een reisje te serveren door de laatste tweehonderd veertig jaar en door een stukje van onze dorpsgeschiedenis. De grote klok (fa) werd oorspronkelijk in 1771 gegoten. Tijdens de Franse overheersing, van 1794 tot 1815, hadden de Lichtaartenaren enkele klokken uit de toren gehaald omdat ze wisten dat de goddeloze Fransen ze zouden komen roven. Ze hadden ze begraven onder een houtmijt. Die houtmijt bevond zich op de plek waar nu het Boerenkrijgmonument is opgericht. De schuilplaats werd echter verraden door iemand die nog niet zo lang in het dorp woonde! De bezetters sloegen in 1799 deze klok stuk en voerden ze weg om er wapens van te maken. Toen Napoleon, in 1815 bij Waterlo, definitief was verslagen, liet pastoor Vervrangen in 1816 een nieuwe klok gieten. Deze klok geeft nu nog altijd de uren aan. Op de tweede klok, de O.-L.-Vrouweklok (sol), lezen we het jaartal 1771 en verder de naam van de klokkengieter Andreas Van den Gheyn uit Leuven. Ze is versierd met een afbeelding van de H. Maagd die het kindje Jezus op de arm draagt. Hier is geen vermelding van vernieling of hergieten. Met haar tweehonderd veertig lentes is dit onze oudste torenklok. Ze mist wel een oor en wordt met speciale beugels opgehangen aan de klokkenstoel. Volgens de overlevering zouden de Fransen deze klok niet hebben kunnen verbrijzelen. Deze twee grote klokken zijn breder dan de galmgaten om ze te verwijderen zou men ze in de toren moeten stukslaan of men zou een groot gat moeten maken dwars door het plafond van het portaal, het doksaal, en de daarboven gelegen horlogekamer. Wellicht werden ze daarom tijdens de Tweede Wereldoorlog gespaard. De overige twee kleinere klokken stammen uit 1964. Mijnheer De Deyne was toen pastoor in Lichtaart. Ze zijn toegewijd een Sint.-Cornelius (la) en Sint-Lucia (si bemol). Hun voorgangers werden tweemaal geroofd. Een eerste maal door de Fransen in 1799 en een tweede maal door de Duitse bezetters. In zijn boek Oorlog over ons dorp beschrijft onze Lichtaartse onderwijzer, Cyriel Proost zaliger, deze heiligschennende diefstal waarvan vele Lichtaartenaren stilzwijgend getuigen waren op die bewuste donderdagnamiddag 3 augustus van 1943. Het enige verweer dat men toen in de volksmond hoorde klinken was: "Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet" En van die spreuk hebben we alvast tweemaal ondervonden dat hij waar is. Driemaal per dag laat het kleinste klokje zijn bronzen stemmetje liefelijk over het dorp klinken bij het kleppen van het Angelus. Toen ik dat onlangs vertelde aan een van de leden van onze fanfare, keek die man me met vragende ogen aan, want van een Angelus had hij nog nooit gehoord. Er is dus nog werk in het dorp om de betekenis van ons religieus erfgoed te beschrijven en uit te leggen. VP
Schilderij Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans
Achteraan in de noordelijke kruisbeuk hangt een groot schilderij. Het meet 2,25 m bij 3 m. Het werk dateert volgens de aantekeningen in onze parochiearchieven van 1846 en is ondertekend door de kunstenaar H. Luyckx.
Het thema van het schilderij stelt Onze-Lieve-Vrouw voor die in 1208 in een verschijning aan de Heilige Dominicus de rozenkrans overhandigt. Het Rozenkransgebed werd in de voorbije eeuwen beschouwd als het krachtigste middel van de gelovigen om de bescherming van Maria te vragen zowel voor zich persoonlijk als voor heel de kerk. In 2015 werd dit schilderij gerestaureerd.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.