De eerste wereldoorlog was een ramp voor het centrum van Bevere en in het bijzonder voor de kerk. Het zou tot in 1923 eer de kerk voldoende hersteld was voor erediensten. Het jaar na de verschijningen van Maria in Fatima kwam er een einde aan de eerste wereldoorlog. Op 26 december 1937 werd E.H. Alfons Hoorens aangesteld als pastoor te Bevere, hij bracht hier de "tweede wereldoorlogsjaren" door en bleef tot 1946. Omwille van de oorlogsdreiging en gezien de vernielingen in de eerste wereldoorlog, vreesde Bevere opnieuw getroffen te worden. In de meidagen van 1940 moest heel de gemeente door de inwoners ontruimd worden. Pastoor Hoorens en de Zusters van het klooster vluchtten op zaterdag 18 mei naar Nokere. De donderdag daarop kwamen de meeste vluchtelingen reeds terug. Omdat kerk, klooster en pastorie weinig schade hadden geleden beloofde pastoor Hoorens een kapel te bouwen ter ere van O.L. van Fatima. Op eigen aanvraag kreeg hij zijn verplaatsing en hij werd benoemd tot pastoor in Baarle-Drongen. E.H. Emiel Roos werd op 27 april 1946 aangesteld tot nieuwe pastoor. Hij voerde de belofte van pastoor Hoorens uit voor het bouwen van een Fátimakapel. Een bidplaats ter ere van O.L. Vrouw van Fatima was geboren te Bevere.
De bouw
Architect A. Cheyns uit de Beverestraat 25 te Oudenaarde tekende het plan voor de bouwaanvraag in 1946. De gemeente kreeg van de provincie Oost-Vlaanderen op 30 september 1946 de toelating tot het bouwen van een kapelleke voor de gemeente Bevere gelegen aan de Gentsche Steenweg op grond van Mevr weduwe Verheyden van Oudenaarde kadastraal bekend onder Nr 27 a sectie B Bevere-Oud. Het schepencollege van Bevere heeft deze bouwvergunning gezien en goedgekeurd op 2 oktober 1946. Deze grond werd nadien aan de kerkfabriek van de Sint-Pietersbandenkerk geschonken.
Welkom!
Deze kapel in de Gentstraat Oudenaarde is dagelijks toegankelijk.