Uit de krant van 11 januari ll. : ‘Aan het metrostation Zwarte Vijvers in Molenbeek kwamen vrijdagmiddag honderden lagereschoolkinderen samen om tekeningen en kleurrijke vlagjes op te hangen. De kinderen protesteren samen met hun leerkrachten tegen het geweld dat hun gemeente teisterde op oudejaarsnacht. ‘ Op Radio 2 hebben we onze medeparochiaan en schooldirecteur Maarten Seghers hierover gehoord. Voor ons een goeie reden om hem thuis, in de Kempenlaan, even op te zoeken. Maarten heeft er al een lange loopbaan in het onderwijs op zitten, maar blijft gedreven en enthousiast. Hij startte als jonge leraar in Mechelen. Daarna trok hij naar Brussel, eerst 10 jaar in Sint-Ursula in Laken en nu in ‘Windroos’ te Sint-Jans-Molenbeek, waar hij directeur is van deze Nederlandstalige, gemeentelijke basisschool. Daarnaast was Maarten jarenlang vormselcatechist in onze parochie en maakte hij deel uit van de ploeg.
Vanwaar die keuze om naar Brussel te gaan lesgeven, Maarten?
Mijn zus stond al in Brussel in ’t onderwijs en ik zag het als een nieuwe uitdaging. Ik mocht er les geven in het 6de leerjaar en zorgleerkracht zijn. Ik heb nooit een directiefunctie geambieerd, de omstandigheden hebben er toe geleid en wanneer de collega’s zeiden: ‘Maarten doe dat maar’ heb ik het aanvaard. In de gemeentelijke school ‘Windroos’ klikte het ook omdat deze school vooral kijkt naar wat er leeft bij de kinderen en daar op inpikt.
Deze school is gelegen in het centrum van Sint-Jans-Molenbeek…
Al bijna 40 jaar sta ik in het multicultureel onderwijs, ook in Mechelen was dat toen al een realiteit. Het is een enorme verrijking. Het is gewoon leuk. Ik heb trouwens geen ervaring met zogenaamde ‘witte’ scholen, hoewel ik vermoed dat dit ook plezant kan zijn omdat je veel meer van de kinderen kunt laten komen. Eigenlijk sta ik niet in een multiculturele, maar in een mono culturele school. Want 95 % van onze kinderen zijn van Marokkaanse origine en enkele gezinnen komen van ‘Het Klein Kasteeltje’ (opvangcentrum voor asielzoekers, n.v.d.r.). Het is een Vlaamse school met maar twee Brusselse leerkrachten, één met Marokkaanse roots en één met Algerijnse roots. Al de andere leerkrachten komen uit Vlaanderen.
Hoe komt dat?
Enerzijds omdat er in Brussel veel jobs in het onderwijs openstaan en leerkrachten in de Vlaamse regio’s dikwijls geen plaats vinden. Anderzijds, omdat maar weinigen uit onze hoofdstad zelf de weg vinden naar de leerkrachtenopleiding. Er is gelukkig wel een kentering bezig, want we krijgen meer en meer stagiairs met Maghreb roots. Er is ook nog de taalbarrière. Het onderwijs is in het Nederlands, maar de oudercontacten zijn in het Frans.
Franstalige Marokkaanse ouders kiezen voor een Nederlandstalige school. Hoe zo?
Ja, het is een echte keuze, want naast ons is een Franstalige gemeentelijke basisschool. Er zijn in Molenbeek trouwens 11 Franstalige en 5 Nederlandstalige gemeentelijke basisscholen met daarnaast uiteraard ook de scholen uit het vrij- en gemeenschapsonderwijs. Het Nederlandstalig onderwijs staat heel hoog aangeschreven en ouders hopen dat hun kinderen later meer kansen zullen krijgen door een tweetalige opleiding. Hoewel ik daar toch mijn twijfels bij heb. Onder elkaar blijven ze Frans praten en ook thuis wordt er nauwelijks Berbers of Arabisch gesproken. Marokkanen zijn Franssprekend geworden, maar tegelijk leven ze zeer onder elkaar. Ze leven hier in Molenbeek zo wat in een gesloten gemeenschap en komen nauwelijks verder. Gewoon met de leerlingen de stad Brussel bezoeken is voor hen iets nieuws. Ze leven thuis in hun straat en hebben dus een heel beperkte leefwereld. Op school proberen we hun blikken open te trekken en te werken aan hun taalarmoede die ook voortkomt uit hun cultuur waar minder wordt gecommuniceerd. Marokkaanse ouders praten minder met hun kinderen en spelen er weinig mee. Onze school is gevestigd in het meest verstedelijkte en armste deel van Molenbeek met grote werkloosheid. De hoofdbezigheid van de ouders is overleven en dat is dikwijls ten nadele van de kinderen. Zo is het ontstaan van criminaliteit te begrijpen. Eens families wat ‘hogerop’ geraken, trekken ze weg. En toch, ondanks al die problemen zijn ze gelukkig. Ook de mama’s krijgen niet steeds alle vrijheid, maar je kan ook met hen lachen en plezier maken. Wij hebben trouwens heel goede contacten met de ouders.
Honderden Marokkaanse schoolkinderen komen vanuit verschillende scholen, o.a. de jouwe, op straat om te protesteren tegen het geweld en de vernieling door jongeren van hun origine aangericht op oudejaarsnacht. Zij hangen tekeningen en vlaggetjes op het bewuste plein…
Na de kerstvakantie wordt er uiteraard teruggekoppeld naar waar ze mee bezig geweest zijn. Zo werd dit feit in de klassen uitvoerig besproken. Daaruit bleek dat zowel kinderen als ouders serieus gechoqueerd waren. Daarop heeft het schoolteam, samen met leerlingen, ouders en leerkrachten beslist om een andere klok te laten horen en te zeggen : ‘wij zijn daar niet mee akkoord, wij zijn tegen geweld’. En dit vooral gericht tegen de Marokkaanse jongeren uit hun eigen buurt, die de vernieling veroorzaakt hadden. Alzo is de ‘vlaggetjesactie’ tegen het zinloos geweld ontstaan. Ieder kind heeft een tekening of een tekst op een vlaggetje gezet: van de kleinste kleuters tot het 6de leerjaar. In totaal hebben een 400 kinderen uit 5 scholen mee gedaan. De vlaggetjes werden door de leerlingen opgehangen op de plaats van de rellen. Het heeft mij zeer verrast dat deze 3 weken lang onaangeroerd zijn blijven hangen op het Zwartevijversplein. De pers is ook massaal op onze actie afgekomen met nieuwsitems op alle zenders en zo heb je mij dus gehoord op Radio 2.
Het klonk op de radio als een ongewone kijk op Molenbeek: deze keer was het een positieve boodschap van hoop!
Ik blijf hopen ook al weet ik niet hoe het verder gaat lopen. De jongeren in de Marokkaanse wijken gaan geen gemakkelijke toekomst tegemoet. Toch blijven we ons best doen om die kinderen positieve waarden mee te geven: zelfstandigheid, probleemoplossend denken, ‘probeer er uit te geraken’, ‘blijf niet bij de pakken zitten’, ‘probeer van je leven iets te maken’,… Zij dromen ook om later dokter, advocaat of ingenieur te worden, maar het zal heel moeilijk zijn. Toch blijf ik dromen dat ze zullen mee gaan en positief benaderd worden, want hoe dan ook, tot op vandaag heeft iemand met een Belgische naam nog altijd een zekere voorsprong. Dat zou moeten verdwijnen. Er zijn op onze school heel wat kinderen die de kans moeten kunnen krijgen om zich volledig te kunnen ontplooien en dat zal niet makkelijk zijn. Zo vind ik het verschrikkelijk als je hoort hoe er soms een oordeel wordt gevormd over een groep mensen. Men heeft het over ‘Molenbeek’, maar dat bestaat niet, hé. Er zijn inderdaad jongeren die met zaken bezig zijn die niet ok zijn, maar 99% is zo niet! En daarin blijf ik geloven, anders zou ik mij daar niet dag aan dag kunnen blijven voor inzetten, samen met het ganse schoolteam. We zijn trouwens meer dan een school, we zijn ook een sociaal centrum: belastingbrieven invullen, papieren invullen, ouders weg wijzen, raadgeven,…
Bijna 40 jaar in dit schoolwerk en nog steeds dat geestdriftig engagement. Waar blijf je die drive halen, Maarten?
Omdat ik er nog steeds in geloof. Dat ik geloof dat ik iets kan betekenen voor de kinderen, voor het schoolteam,… Zo proberen we al enkele jaren een oudercomité van de school op te richten en dat gaat heel moeizaam omdat deze ouders niet gewoon zijn van te participeren. Maar toch doen we door omdat ik geloof dat het toch zijn vruchten zal dragen. Zo zijn er leerlingen die nu al ver in het middelbaar zitten en soms nog eens langs komen om raad te vragen. En hieruit haal je dan moed en kracht om verder te doen.
Wat betekent ‘hopen’ voor jou?
Ik weet niet of het gaat lukken, of het effect zal hebben, maar ik blijf er in geloven en doe door. Zodra je iets kan bewijzen is het geen geloof meer. Onze kinderen zijn bijna allemaal moslim en zij zijn 100% zeker dat zij na dit leven bij Allah terechtkomen waar ze dan verantwoording moeten afleggen. Ik zeg hen dan soms dat ik hoop dat wat zij geloven zo zal zijn. Want zij zijn zeker, maar hebben ook geen bewijs. Het is goed dat zij die houvast van hun geloof nog hebben. Het bepaalt heel sterk hun leefwijze en het geeft hen ook kracht om verder te gaan, denk ik. De meesten lopen 7 dagen op 7 school omdat ze tijdens de weekends naar de moskee gaan en naar de islamschool. Velen hebben nooit een dag dat ze ’s morgens opstaan en zeggen: ik heb vandaag niets te doen. En dat vind ik niet ‘gezond’. Daarom ijver ik voor weinig of geen huiswerk.
Maarten, jijzelf bent een christen die zondags heel regelmatig deelneemt aan de zondagsviering.
Het is voor mij een uurtje stilvallen en alles even op een rijtje zetten. En als er dan nog een boodschap bij is, is dat meegenomen. Je hoort alzo bij een gemeenschap en ontmoet er medechristenen. Ik hoop dat er toch iets is, ik weet het niet, we zullen het zien, hierna zeker? Ik vind vooral de Boodschap van het Nieuwe Testament schitterend! Zelfs als Jezus nooit zou bestaan hebben, zoals sommigen beweren. Als je die boodschap kunt verwezenlijken, dat is knap en dat is voor mij de drijfveer om er nog altijd mee bezig te zijn. Ik probeer dit ook in mijn dagelijks leven gestalte te geven, samen met mijn vrouw Dominique. We zijn allebei bezeten door onderwijs en daarin iets extra’s doen, is voor ons normaal. Daartoe vind ik de eucharistie met haar boodschap heel goed, maar ik vind dat aan die boodschap soms wat te weinig tijd wordt besteed.
Op school proberen wij onze kinderen ook wat culturele waarden mee te geven. Zo werken wij nauw samen met Jeugdtheater ‘BRONKS’. Zo treedt ons 3de leerjaar vanavond mee op met ‘Ultima Vez’, een dansgezelschap vlak bij de school die de buurt wil betrekken in hun werking. Een docente aldaar geeft wekelijks begeleiding en dansexpressie aan een klas kinderen. Dit leert hen om zich te uiten, hun wereld te verruimen.
Gaan de ouders daar in mee?
Ze staan er achter, maar of de ouders vanavond bij het optreden zullen zijn, dat weet ik niet. Ik ben zelf ook benieuwd. Wel hebben we met 95% van de ouders goed en regelmatig contact en zorgen ervoor van hen bij de werking van de school te betrekken. Onze school is geen eilandje, maar een deel van de maatschappij, breder dan hun gesloten Marokkaanse gemeenschap. Zo hebben we onlangs een keer mee gestapt met de klimaatmars en er ook les over gegeven tot meer bewustmaking op kinderniveau.
Er wordt door jullie in de basisschool heel hard gewerkt, maar hoe komt het dat ze – eens 18 – dan toch zo kunnen ontsporen?
Als er 2 kinderen per klas uit die ‘cirkel’ geraken, dan zijn we al blij. Het is zalig als we kunnen zeggen: ‘de die is verpleegster geworden, de die is ook in ’t onderwijs gestapt, den diene heeft een bedrijfje van loodgieterij, den diene gaat naar den unief…’. Maar zolang we ze kunnen blijven opsommen, zijn we er nog niet. Er moet een tijd komen dat het voor iedereen een evidentie zal zijn, zoals elders.
Vanuit jouw werksituatie in deze Molenbeekse school, wat kan je ons, in ons ‘witte’ Keerbergen meegeven?
Veroordeel niet heel Molenbeek omdat er enkelingen op een zijspoor geraken. Nooit een groep in zijn geheel veroordelen, ik denk dat dit belangrijk is. Overal zitten enkele rotte appels tussen. Ik praat niet goed wat die relschoppers op oudejaarsnacht gedaan hebben en ik begrijp dat ook niet. Maar wat is de oorzaak van dat alles? Als je geen toekomst meer ziet en zelf niets hebt, is de verleiding om ‘valse beloftes’ te volgen groot.