Keerbergenaars in de kijker…
Het aangenaamste wat er bestaat is in de zomer hier met de geburen een beetje buiten zitten.
Het is maandag 12 november als we binnenstappen bij Willy en Celine, die al jaar en dag naast café ‘’t Hoekske’ wonen. De geburen zitten er gezellig bijeen rond de tafel, zoals zo dikwijls. Ze zijn nog vol van de elf-november-viering in de kerk. “Wat ik gisteren in de kerk heb meegemaakt, dat had ik nog nooit gezien! We hadden te weinig ogen om alles te volgen. Het was af, ook de fanfare met de koren. Wat was dat prachtig!”, aldus Celine, Willy, Francine en Felici. Elke zondagsviering zijn ze trouw op post, vooraan in de middenbeuk. Willy Derboven is een kleinzoon van Lien (Bohets) den Boei(=postbode) en werd geboren in de huidige frituur tegenover hun woonst. Hij is getrouwd met Celine Van den Wijngaert en samen bieden ze een warme thuis aan iedereen die er passeert. Ja, de deur staat er altijd open voor vele kennissen en buren. Tijdens de warme zomerdagen zitten ze met zijn allen te keuvelen aan de voordeur. Francine De Schutter, Felici en echtgenoot Louis Lodewijckx zijn veel van de partij.
Buurtschap is voor jullie heel belangrijk.
Celine: Francine woont hier een paar huizen verder en kwam haar nieuwe buurvrouw, Felici, voorstellen met de vraag of ze samen met ons mee naar de kerk mochten gaan. En zo zijn we samen gaan wandelen en is de buurtschap ontstaan.
Francine: Ik heb nog in het naaiatelier van Felici en Louis gewerkt, in de Stationsstraat, waar zij gerant waren. Dat was in de jaren ’70-‘80.
Felici: Nadien is het atelier verhuisd naar Boortmeerbeek. En daarna hebben we ateliers mee gaan opbouwen in Tunesië en Marokko. Toen we later met pensioen gingen, zijn we naar Keerbergen komen wonen en was dat heel toevallig in een appartement naast Francine. Zo kwamen we elkaar terug tegen.
En sinds toen gaan jullie met zijn vieren elke zondag naar de mis. En gaat de Louis niet mee?
Louis: Neen, ik ga liever ‘Na de mis’ in ‘’t Moleken’. Ik geloof in O.L. Heer, maar destijds ben ik op internaat geweest in de dovenschool in Brussel en daar moesten we elke dag naar de mis gaan. Daar kan ik nu nog mee voort.(iedereen lacht). Ik ben lang muzikant geweest in de fanfare ‘De Eendracht’ en speelde er de grote trommel.
Francine: En als er iets te doen is in de parochiezaal, gaan we na de mis, eerst allemaal te samen ook in ‘’t Moleken’ ene drinken. Telkens als er een etentje in Berk- en Brem is, doe ik de inschrijvingen. En dan zijn we altijd op post met een lange tafel.
Celine, waarom is buurtschap voor jullie zo vanzelfsprekend?
Celine: Het aangenaamste wat er bestaat is in de zomer hier met de geburen een beetje buiten zitten. Niet om te roddelen, maar aangenaam enkele uurtjes samen te zijn. Want de vele jonge mensen hier rondom, die lopen haastig voorbij en hebben geen tijd om even te praten. Maar de ouderen buren verzamelen dan in onze inkomhal: Lydie en Mariake en Felici, ….
Waarom is het zo belangrijk van met vieren naar de mis te gaan?
Celine: Samen opgaan en samen naar huis komen dat is iéts, ik kan dat niet goed verwoorden, maar dat is iéts.
Francine: Als mijn deur dicht gaat, hoort Felici dat en omgekeerd. Zo weten we van mekaar: het is tijd, jas aan.
Celine: En dan wordt er gebeld en staan wij klaar.
Felici: En na de mis komen we direct terug, we hebben genen tijd om iets te blijven drinken, want we moeten tegen 12.00 ons eten klaar hebben.
Celine en Willy: En wij verwachten tegen de middag ons kinderen.
Felici: In Keerbergen komt er nog veel volk, tegenover in de buurtparochies.
Celine: Zoals op de Grasheide: dat is een mooie mis in een mooie kerk, de mensen doen er hun best maar er komt geen volk. We gaan zo eens elders als er hier iets speciaals is.
Wat betekent geloven voor jullie?
Willy: Ik ben heel katholiek groot gebracht. Ik geloof hard. En zeker in O.L.Vrouw. Zij is onze favoriet. Dagelijks branden hier bij haar beeldje kaarskes van 1 januari tot 31 december. De mis vind ik heel belangrijk omdat mijn geloof daar uitgesproken wordt.
Felici: Ik voel mij er goed bij om zondags naar de kerk te kunnen gaan. Als ik vroeger eens niet ging, dan liep ik in mijn peignoir tot 12 uren rond en nu : ik ben naar de mis geweest, ik kan eten maken en mijne zondag is goed! Ik geloof in de eucharistie, dat vervult mij, zoals iedereen iets heeft waar hij in gelooft. Mijn avondgebed bestaat uit een Onze Vader en drie Weesgegroetjes en dan val ik in slaap.
Louis: Als er begrafenissen zijn, ga ik altijd.
Francine, jij zingt in het Sint-Michielskoor en zit dus heel veel in de kerk.
Francine: Ik ben alleen en kan tegen niemand iets zeggen. Als ik naar de kerk ben geweest, heb ik gebabbeld, gezongen, en kan ik weer voort. Toen mijn man pas overleden was, was ik mijn geloof wat kwijt. Als kind heb ik geen goede thuis gehad. Later was ik zo gelukkig dat ik een brave man had en dan komen ze die zo vroeg halen. Ik dacht: zou ik nu nog wel naar de kerk gaan? Maar, na enkele keren ervaarde ik dat ik toch wel heel alleen was. Dan heb ik terug de draad opgepakt en heb ik 26 jaar geleden mee het Sint-Michielskoor opgericht. ’s Avonds, voor het slapengaan, bid ik altijd voor mijn 13 achterkleinkinderen opdat ze allemaal goed zouden opgroeien. En dan vraag ik aan de O.L. Heer: laat mij hier nog wat blijven zodat ik er nog verder kan van genieten.
Celine: Ik ben ook, zoals de meesten, thuis christelijk opgebracht. Wij gingen te voet naar de kerk in Werchter, een tweetal kilometer. Eens getrouwd, heb ik nooit een mis gemist. Wij gaan niet voor een ander naar de kerk, maar voor onszelf. Ik kan niet goed verdragen dat er met de kerk gelachen wordt. Of dat ze hier binnenkomen en zeggen: voor wie zijt ge nu weer aan ’t kaarsen branden.
Felici: Naar alles wat in de media gezegd wordt over de kerk, daar luisteren wij niet naar. Voor ons is de kerk het geloof, en dat veranderd niet door al die rest.
Willy en Celine: Wij hebben ooit, tijdens een reis naar Cyprus, de oversteek gemaakt naar Jeruzalem, en dat heeft veel indruk op ons gemaakt en ons geloof verlevendigd.
Felici: Mijn moeder was afkomstig uit Lisieux (in Frankrijk) en als kind gingen we jaarlijks ons grootmoeder bezoeken en tegelijk op bedevaart naar de H. Theresia.
Wordt het geloof verlevendigd door sterke momenten zoals een bedevaart of een ingrijpende viering, zoals die van 11 november?
Celine en iedereen: Ooo ja, vorige zondag, dat mocht nog een uur geduurd hebben! En goed georganiseerd!... En de zang, mannen! En den dirigent met zijn fanfare… Ooo…
Willy: Dat verlevendigt inderdaad het geloof!
Zo elke zondag naar de mis gaan. Wat vinden jullie daar belangrijk in?
Celine: De Preek. Het allemaal gelijk ter communie gaan.
Francine: De verbondenheid wanneer de ganse kerk elkaar een hand geeft tijdens het Onze Vader.
Willy: En de consecratie, wanneer O.L. Heer omhoog geheven wordt.
Felici: Ook de vredewens vind ik heel goed.
Allemaal: En de misdienaars! Ooo…. Gisteren. Ooo… Ze drinken precies wel niet graag de wijn… Bij de indoping, twijfelen ze…
Celine: Onze buurjongen van het Chinees restaurant, hier in ’t straat, is nu ook misdienaar. En toen hij zijn kleed kreeg, was de mama net naar China voor de trouw van haar zus en moest de papa komen helpen om zijn kleed voor de eerste keer aan te trekken. Het is een geweldig katholieke familie, want als de grootmoeder hier op bezoek is, ge moet zien hoe eerbiedig die te communie kan gaan. Ja, wij leven hier ook al in een multiculturele buurt. Want zij zijn ook heel goede geburen, hoor!