Op 6 Januari viert de Kerk het feest van de “Openbaring van de Heer”, beter gekend als “Drie Koningen”. Het wordt ook genoemd “epifanie”, wat betekent ‘naar buiten komen’, ‘verschijnen’. Het is dus het feest waarop we vieren het feit dat God in de gedaante van Jezus is verschenen. Het feest van Drie Koningen is verbonden met dat van het Doopsel van Jezus in de Jordaan, en zijn eerste mirakel op de bruiloft van Kana. De ster, het doopsel, en het wijnwonder zijn de eerste tekenen waaraan Jezus als Zoon van God werd herkend en vormen daarom een soort van drievoudig feest. Wat betekenen deze tekenen voor ons vandaag?
De ster
We volgen allemaal wel een of andere ster in ons leven, zij het een object, een persoon, een gedachte, of wat dan ook. Leven zonder een ‘ster’ is een zinloos leven. Maar de helderheid van de ster, dat wil zeggen de kwaliteit van ons doel, is ook belangrijk. We weten dat het zoeken naar geld, faam, macht, geeft maar een tijdelijke voldoening. Zeer snel (meestal toch) hebben we door dat dit niet echt gelukkig maakt en gaan we op zoek naar een nieuwe job, een echte partner, de juiste plek om te leven. Zo gaan de drie Koningen ook op zoek, ook al hebben ze alles wat een mens zou wensen. En wat zoeken ze? Een mens die de wereld gaat veranderen, die een hemel op aarde zal bouwen, die God’s liefde en inzicht zichtbaar zal maken.
Wat kreeg het kindje Jezus dan van hen? Goud van Melchior, wierook van Balthasar, en mirre van Caspar. Goud staat voor de koninklijke status van Jezus, wierook voor zijn goddelijkheid, en mirre voor zijn toekomstig lijden. Doden werden met mirrezalf ingewreven. Maar misschien belangrijker dan dit is het feit dat ze iets waardevols offeren. Zo moeten ook wij iets offeren (opgeven) om echte volgelingen van Jezus te kunnen zijn en het hoogste doel in leven te verkrijgen, kennis van God’s liefde voor de mensen en onze eigen heiligheid.
Het doopsel
Een volwassen doopsel heeft een ander karakter als dat van een kind. Bij een kinderdoop zijn het de ouders die in naam van het kind het geloof aannemen, met de vaste hoop dat het kind dit geloof zelfstandig zal doorzetten als het opgegroeid. Bij een volwassendoopsel is het geloof al aanwezig en de wil om het ook “vorm” te geven in het leven. In een volwassendoopsel zijn dan ook doopsel, eerste communie, en vormsel tegelijk aanwezig. Bij doopsel en vorming wordt chrisma, dat bestaat uit olijfolie en balsem, toegebracht. Chrisma wordt ‘Myron’ genoemd in de Orthodoxe kerk. We vinden hier dus een van de geschenken van de Drie Koningen, namelijk de geurige mirre terug in onze huidige liturgie. De mirre staat voor de liefde die we hebben voor de figuur van Jezus Christus, zoals Maria Magdalena de voeten van Jezus ermee inzalfde. Het is die liefde dat door het doopsel en vormsel aangewakkerd wordt in de persoon.
Het wijnwonder
Op de bruiloft van Kana toont Jezus zijn goddelijkheid voor het eerst door het mirakel van het veranderen van water in wijn. Hij deed dit op vraag van zijn moeder, en om de gastheer niet in verlegenheid te brengen met het tekort aan wijn. Dit wijnwonder vormt het begin van het publieke leven van Jezus om de taak die hij van God had meegekregen te volbrengen. Het vormsel is het moment dat een mens bewust wordt van zijn of haar goddelijke taak in deze wereld. Iets dat belangrijker is dan geld verdienen, faam verwerven, of macht uitoefenen. Natuurlijk kan het goed zijn dat met onze ‘roeping’ geld, faam en macht mee te maken heeft, maar de essentie is dat men vanuit de goddelijke natuur leeft, en niet van een al te menselijke beweegreden. De twee naturen van Jezus, namelijk zijn goddelijkheid en menselijkheid, delen wij ook, maar bij ons zijn deze nog niet in balans. Soms zijn we lief als engeltjes, en kort erop ervaren we dat er nog een ‘beestje’ in ons zit. We kunnen ons mens-zijn niet uitsluiten, maar we kunnen wel trachten meer menselijk te zijn. In onze menselijkheid komt onze goddelijkheid tevoorschijn. Bij Jezus was dat al duidelijk van bij zijn geboorte, maar bij ons kan het soms lang duren.
Sacramenten
Epifanie wordt in de Oosterse kerk “theofanie” genoemd. Dit maakt nog sterker duidelijk dat de drie tekenen van ster, doopsel, en wijnmirakel, de goddelijkheid van Jezus naar buiten brachten. Jezus heeft daarna nog vele grote tekenen gesteld, de grootste wellicht zijn lijden, dood, en verrijzenis. Verschillende van die tekenen zijn de basis voor onze sacramenten geworden, de meest zichtbare natuurlijk het doopsel zelf. Het woordje ‘sacrament’ komt van het Latijn ‘sacrare’, wat betekent ‘heiligen’, en is de vertaling van het Griekse woord ‘mysterie’. Een ‘mysterie’ is alles waar God in deze wereld verschijnt. Thomas Aquinas heeft de sacramenten tot zeven beperkt om ermee de belangrijke momenten in het leven te heiligen, maar in wezen was alles waar het goddelijke zichtbaar wordt ‘heilig’. Zo willen moderne lekentheologen in de Nederlanden terug opkomen voor “de heiligheid in het alledaagse”. Het is niet alleen in wonderen dat we God’s aanwezigheid ervaren, maar ook in de liefde dat een moeder geeft aan het maken van het avondeten, in de schoonheid van een sneeuwlandschap, of in de glimlach van een kind. Deze ‘heiligheid’ zichtbaar maken in en rondom zichzelf is “de roeping van elke gedoopte” (Johannes Paulus II, 15 April 2004).
Pastor Peter