Soms horen we dat inderdaad en heel soms zeggen we het zelf misschien wel eens. Dat kan dan wel eens in een gesprek zijn met andersdenkenden of als we ons niet willen of kunnen verantwoorden in verband met een geloofsvraagstuk of – nog moeilijker – als we in ons geloof uitgedaagd worden of ‘aangevallen’. Onder het motto, laat me alstublieft met rust – ik laat u toch ook met rust. Maar wat betekent dat nu eigenlijk dat geloof een privézaak is? Voor velen is het een argument dat de samenleving geen geld of tijd moet investeren in geloof of in geloofsonderricht op school of in het uitzenden van Eucharistievieringen op televisie of in het betalen door de staat van het loon van priesters of pastorale werkers en werksters. Het gaat dus in dit geval over de relatie kerk en staat, een relatie die in de meeste landen op één of andere manier juridisch is vastgelegd. In ons land is het artikel 21 van de Grondwet dat bepaalt dat de staat geen inmenging mag hebben in de benoeming of installatie van geestelijken en dat de uitoefening van erediensten vrij is, binnen de grenzen van de openbare orde. Daarnaast garandeert artikel 6 van de Grondwet de vrijheid van eredienst en de neutraliteit van de staat. En in België is er geen absolute scheiding tussen kerk en staat, want tot dusver doet de staat nog wat door sommigen in vraag gesteld wordt. Maar de scheiding tussen geloof en staat is niet alleen een zaak van geld. Nog veel belangrijker, zo stelt onze Kardinaal in zijn laatste werk ‘Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving’ (Halewijn, 2021) is de bewering dat gelovigen zich niet meer namens hun geloof zouden mogen uiten in de samenleving over zaken die de samenleving bezighouden. En dan gaat het niet enkel over geldzaken of ethische problemen i.v.m. begin en einde van het leven of seksualiteit, maar ook over zaken zoals migratie, asiel, belastingen op kapitaal in vergelijking met arbeid, en zo voort. En zo komen we bij het punt dat ik eigenlijk wil maken in dit artikel, namelijk dat een Christen niet anders kan dan getuigen in de samenleving over wat het geloof met hem of haar doet. Geloof beleven we in gemeenschap en het is onze roeping als gedoopte om te trachten het Rijk Gods zoals Christus dat voor ons wenst dichterbij te brengen in de samenleving van vandaag, in het hiernumaals. En dit getuigen, ja dat is missioneren. Ja, missioneren is niet enkel het werk van nonkel of tante missionaris van vroeger of dat van de buitenlandse religieuzen die hier bij ons in België aanwezig zijn. Neen, missioneren is wat we allemaal kunnen en misschien wel moeten doen. Ook omdat Jezus ons gevraagd heeft ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen’ (Mt 28, 19). En omdat we dit niet zouden vergeten, brengt Missio jaarlijks in missiemaand oktober dit ter sprake in onze kerk. Dit jaar onder het thema ‘Waar is dat feestje?’. Maar daar leest u misschien elders meer over. Over missioneren en getuigen kan er veel gezegd worden. En ik weet dat niet iedereen dat durft. Maar missioneren is niet enkel een zaak van praten. Het geloof is ook een zaak van daden en de werken van barmhartigheid hebben niets van hun aantrekking of noodzaak verloren! En dat is zeker en vast voor ieder van ons weggelegd. Diaken Dirk