Om 20.0u. verzamelden de Paulusgemeenschappen in de Onze-Lieve-Vrouw Finisterraekerk in hartje Brussel. Hoe contrasterend en confronterend toch is de rust in deze majestueuze Barokkerk met de straatdrukte op deze zachte lente avond: een ware uitnodiging tot bezinning.
Priester Marcel Cloet, ingeleid door Chris Ruelens, ging ons hierbij voor.
Hij spoelde ons terug naar onze kindertijd: hoe blikt ge terug op uw eerste vastenervaringen?
Van daaruit zette hij de stap naar de Bijbel om zo een antwoord te bieden op hoe de Vasten anno 2024 kan worden beleefd .Enkele Oud Testament teksten onder meer van de profeten Amos en Jesaja omschrijven de Vasten als een gelegenheid bij uitstek voor ‘Ommekeer en Boete’, wars van uiterlijk vertoon en huichelarij. Beide moeten geschieden individueel, maar ook als gemeenschap: collectief.
Met dit als vertrekpunt belichtte Marcel de 3 zuilen van zijn bezinning: BIDDEN-VASTEN-DELEN en telkens gepersonaliseerd naar hemzelf. Ofschoon gescheiden geformuleerd, vloeien deze drie in elkaar.
Jezus, veertig dagen lang in de Woestijn, bad en bezon zich over zijn prioriteiten, hoe weerstand bieden aan de satanse verleidingen van bezit, macht en aanzien.
Bidden is doorgans moeilijk. Het impliceert tijd vrijmaken, rust scheppen, stilte verdragen, zoeken naar de levenszin: hoe leven en niet geleefd worden. Het is een hele uitdaging om in te breken in ons, soms vast geroest leven stramien. Maar bidden leidt naar de concrete invulling van’ de voldoening volgt op de inspanning’!
Vasten. Het ons ontzeggen van voedsel en drank is zeker waardevol. Het kan een hulpmiddel zijn bij het beseffen dat het Vasten is: een memo. Maar Vasten moet leiden naar een ommekeer, naar een brede soberheid, een afkicken van vaak waardeloos vulsel van ons leven. Dit is een individueel proces: ieder kent of moet door eigen introspectie op zoek naar zijn eigen addicties (soms bevorderd door uitwisseling bij vertrouwde relaties). Maar tegelijkertijd is dit ook een collectief gebeuren: druk uitoefenen op de eigen omgeving en, breder, op de bewindslieden: de 25% regel.
Ook Marcel zelf voelt de tweespalt bij bedelaars en daklozen: al dan niet iets geven. Hij benadrukt het ten minste niet respectloos voorbij lopen, het zoeken naar oogcontact. Enkel structurele veranderingen, zoals gepromoot door Broederlijk delen en Welzijnszorg, bieden een uitweg.
Delen. Hoe ver gaat ons delen? Voelen we dit delen? Is het meer dan, louter om onze geweten rust, een kleinigheid van onze individuele en collectieve overvloed ? Marcel onderstreept hier onze collectieve verantwoordelijkheid: inzet, ja activisme. We moeten de profeten zijn van onze tijd. Ook toen waren het maatschappelijk moeilijke tijden, ervoeren ze zich geïsoleerd, preekten ze in de woestijn en waren ze bijwijlen diep ontmoedigd.
Vasten is een periode van doorknippen van mentale en materiële verslavingen, ons leven onder de loupe leggen, tijd vrijmaken voor ‘De vraag’: wat maakt ons leven zinvol, ons opbergen in Gods hand. Dan pas voelen we de bevrijding, dan volgt Pasen op Goede Vrijdag, enkel dan worden we herboren!
Met Gino als voorzanger bezongen we dankbaar dat, wat Marcel ons had toegelicht: ’Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft, wat durft dat volk Mij nog te vragen’.
Wat napraten met een glaasje, genieten van een deugddoend samenhorigheidsgevoel: allen op weg naar Pasen.
Luc Derveaux