Pasen in Polen
Pasen komt snel dichterbij. Elk jaar gaan wij naar mijn vaderland, Polen, om de feestdag te vieren met de familie. Door corona hebben we de laatste twee jaren het feest in België gevierd. Het feit, dat we niet konden vieren zoals we het gewoonlijk in Polen doen, maakt dat Pasen iets van zijn "magie" verliest. In Polen zijn er veel tradities die in België niet aanwezig zijn. Hier wil ik graag de regionale Poolse tradities, waarmee ik ben opgegroeid, kort beschrijven.
Palmzondag
Iedereen brengt op zondag zijn eigen “paaspalmpje” naar de eucharistieviering om het te laten zegenen. Traditioneel werden “palmpjes” gemaakt van planten die bij de rivier groeiden omdat deze zich het snelst herstelden na de winter. Het waren onder andere wilg, gras en riet. Later werden ze ook versierd met graan, buxus, frambozentakjes, gedroogde kruiden, veren en bloemen. Nu kopen de meesten kleurrijke palmpjes in bloemenwinkels.
Na de mis op Palmzondag slaan we elkaar lichtjes met de gezegende palmpjes om elkaar geluk te brengen. De huis- en boerderijdieren worden ermee ook geslagen om ze het hele jaar gezond te houden.
De palmpjes worden dan ergens thuis (bijvoorbeeld achter een schilderij) gestoken, om het huis te beschermen tegen brand of onweer, en alle gezinsleden - tegen kwade machten, ziekten en ongeluk.
Witte donderdag
Net zoals in België, wassen priesters de voeten van twaalf mensen om het Laatste Avondmaal te herdenken. Anders dan hier wordt aan het einde van de Eucharistieviering alles van het altaar verborgen en de klokken (die niet meer mogen luiden) worden vervangen door houten “kloppers”. Die worden ook gebruikt om de vastentijd "weg te jagen".
Jammer genoeg vertrekken de Poolse klokken niet naar Rome om paaseitjes te halen…
Goede Vrijdag
Goede vrijdag is een dag van rust. Dit is de enige dag van het jaar waarop er geen Eucharistieviering is.
Om Jezus’ lijdensweg naar Golgotha te herdenken, vindt de Kruisweg langs de straten van de stad plaats. Deze eindigt met het leggen van het lichaam in het graf. Er is een nachtwake bij het graf van Jezus in de kerk, dat wordt bewaakt door leden van brandweer, scouts of soldaten.
Op deze dag geldt ook de zogenaamde “strikte vasten”: je mag slechts één volle maaltijd eten en het is verboden om vlees te eten.
Stille Zaterdag
Tijdens de Eucharistieviering op deze dag worden vuur en water gezegend. Vuur verbrandt wat oud is, water geeft dan leven. Tegenwoordig speelt vuur een andere rol: het wordt gebruikt om de paaskaars aan te steken en die brandt tot het einde van Pasen.
Zaterdag is ook de dag van de voedselzegening. Volgens de traditie moet “święconka” op Goede Vrijdag worden bereid.
“Święconka” is een mandje waar men onderstaande in moet plaatsen:
- een lammetje gemaakt van boter of suiker - symbool van de verrezen Christus,
- eieren - symbool van een nieuw leven,
- mierikswortel - symbool van kracht,
- worst - symbool van welvaart,
- kaas - symbool van gezondheid van boerderijdieren,
- zout - symbool van zuivering van het kwaad,
- “babka” (een soort van gebak) - symbool van veelzijdige vaardigheden,
- brood - symbool van het lichaam van Christus.
Paaseieren werden ooit alleen door vrouwen versierd en mannen mochten niet eens in de kamer, waar ze ermee bezig waren, binnenkomen. Nu zijn het vooral kinderen die eieren versieren, en we noemen de versierde eieren "pisanki".
Typisch voor onze regio zijn "pisanki" geverfd met uienschalen, die een karakteristieke roodbruine kleur krijgen. Volgens de legende merkte Maria Magdalena op, dat alle eieren die ze gekocht heeft, rood werden en zo wist zij, dat Jezus verrezen was. Na het verven worden er patronen op gekrast met een dikke naald. We noemen dit soort van paaseieren "kraszanki".
Tegenwoordig zegenen we in de kerk alleen symbolisch voedsel dat in een kleine, meestal rieten, mand past. In het verleden werd alle voedsel, dat tijdens het paasontbijt gegeten zou worden, gezegend!
Al het werk met betrekking tot de voorbereiding van de feestdagen (zoals koken en schoonmaken) moet worden voltooid voordat het eten wordt gezegend.
Paaszondag
Op Paaszondag gaan we om 6 uur 's ochtends naar de Opstandingsmis. Tijdens deze Eucharistieviering gaan we drie keer rond de kerk. Deze processie wordt geleid door de priester die de hostie in de monstrans (een speciale gouden houder) draagt.
Na de mis gaat de hele familie naar een feestelijk ontbijt. Volgens de traditie moet de tafel bedekt zijn met een wit doek en versierd met buxustakjes. In het midden van de tafel plaatsen we een potje met tuinkers en een kleine lam-figuurtje. Tuinkers is een symbool van vitale krachten en het ontstaan van leven.
Het hoofdgerecht van het ontbijt bestaat natuurlijk uit eieren, maar daarnaast wordt er een van deze twee soepen bereid: witte borsjtsj of zure roggesoep. Tijdens het ontbijt spelen we ook "walatka" – een spel waar iedereen een paasei kiest en daarmee op de eieren van anderen klopt. De winnaar is degene wiens ei het paasei van de tegenstander heeft gebroken. De laatste op het "slagveld" zal het komende jaar geluk hebben.
Na het ontbijt wordt “Zajączek” ("Paashaas") gespeeld, waarvoor we elkaar cadeautjes geven. Geschenken mogen echter niet persoonlijk worden gegeven – de bedoeling is om ze te verbergen en dan samen op zoek gaan. Geschenken hoeven niet duur te zijn, meestal zijn het chocolade-eieren of andere snoep.
Paasmaandag
Paasmaandag, ook “Lany Poniedziałek” genoemd, is een tijd van vreugde, plezier en grappen waar iedereen tijdens de vastenperiode op heeft gewacht. Op deze dag gieten we water over elkaar, wat symbool is van zuivering.
Tegenwoordig bekend als “Śmigus-Dyngus”, ooit waren het twee afzonderlijke gewoontes. “Śmigus” was zwepen met wilgentakjes en gieten met koud water, vooral op ongehuwde meisjes. Men geloofde dat hoe meer water op een maagd werd gegooid, hoe meer kansen ze had om snel te trouwen.
“Dyngus” was zich “verlossen” van het zwepen of het koud water. Een meisje mocht dus met een mooi paasei of een andere lekkernij “betalen” om geen “Śmigus” te krijgen.