Vandaag mochten de vormelingen een wandeling maken in onze mooie Sint-Pieterskerk. "Waarom heeft die kerk zo een vorm?" vroeg iemand zich af. "Het is precies een tent." Ja, inderdaad en dat is omdat wij christenen geloven dat God niet veraf is en dicht bij ons wil wonen.
Bij het grote kruisbeeld gekomen vroeg iemand: "Waarom is dit het lichaam opengescheurd?" Wel, je kan het vergelijken met een boontje: je stopt het in de grond en na zekere tijd scheurt dit open en komt er een groen scheutje tevoorschijn wat een nieuwe vrucht zal worden.
Jezus staat ook met opgeheven handen, een gebaar van overwinning, van de verrezen Heer, van leven na de dood.
Om 17.30 u. startte de eucharistieviering. Het allereerste begin van de eucharistie dienen we bij Jezus zelf te zoeken, namelijk bij het laatste avondmaal. Na Jezus’ dood kwamen zijn leerlingen in kleine groepjes samen bij iemand thuis om het brood te breken en zo geloofden ze dat Jezus weer in hun midden was. Stilaan groeide de gewoonte om dat altijd op dezelfde manier te doen, overal ter wereld op dezelfde dag zoals we dat nu ook nog doen.
Er zijn twee grote delen, de dienst van het woord en de dienst van het brood. De vormelingen mochten een tekening inkleuren en zo volgden ze voet voor voet het verloop van de eucharistieviering.
Als je de draad meehebt, en de spelregels kent is het helemaal niet zo moeilijk om lang stil te zitten. Je bent “mee” in het verhaal.
Het was een lange, maar toch boeiende namiddag.