In het evangelie van volgende zondag reikt Johannes ons dat prachtig beeld aan van de wijnstok en de ranken om na te denken over de eenheid tussen Jezus, zijn Vader en de leerlingen. Voor de joodse mens van toen riep dat een hele geloofswereld op. Voor de evangelist zijn het niet alleen woorden uit de afscheidsrede, uitgesproken bij het laatste samenzijn van Jezus met zijn vrienden, maar tegelijk woorden van de verrezen Heer tot zijn leerlingen, ook tot de prille kerkgemeenschap en tot elke gelovige die zich ook vandaag aangesproken weet door Jezus en zijn evangelie. Het zijn ook woorden die in een mateloze liefde gevat zitten, wat hen nog een rijkere betekenis geeft. Wie ernaar luistert, wordt opgenomen in een intense verbondenheid en wordt uitgenodigd om in die liefde 'te blijven', te midden van alles wat je meemaakt.
Dat beeld van die wijnstok en de ranken heeft een lange, Bijbelse geschiedenis. Het doet allereerst denken aan vreugde en geluk. Voor mensen van toen was het een weldaad te kunnen beschikken over een wijngaard met overvloedige vruchten. Het was een kostbaar bezit, dat met zorg omringd moest worden. Het joodse volk grijpt naar dit beeld uit het dagelijks leven terug om te spreken over zijn eigen verleden. Jahwe had hen uitverkoren, als een wijnstok door Hem gekoesterd. Voorzichtig, zo verhaalt psalm 80, heeft Hij hen uit Egypte gehaald en eigenhandig geplant in het beloofde land. Hij heeft zelf de grond bewerkt, maar tot echte vruchtbaarheid is het nooit gekomen. Allerlei vreemde krachten, zoals hoogmoed, ontrouw en eigenwaan vernietigden de omheining die Jahwe rond zijn wijngaard gebouwd had. De psalmist bidt in die psalm: 'Trek uw handen nooit meer van ons af'.
Tegen die achtergrond is het duidelijk waarom Jezus zegt: 'Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer'. Hij is de mens zoals God hem gedroomd heeft vanaf het begin: vrij van zichzelf, bevrijdend voor anderen, toebehorend aan zijn Vader. Zijn bestaan is vruchtbaar en kent een overvloed aan vruchten: tederheid, geduld, goedheid en vergevingsgezindheid.
Voor Johannes, de evangelist, bevatten die woorden van Jezus niet alleen een getuigenis van Jezus over zichzelf en zijn verbondenheid met God, ze geven ook uitdrukking aan zijn geloof in de verrezen Heer en daarom voegt hij eraan toe: 'gij zijt de ranken en ... los van Mij kunt gij niets'. Omdat in Jezus het echte leven is, dat mensen vreugde en vervulling schenkt, is de verbondenheid met Hem nodig om aan dat leven deel te krijgen.
Die verbondenheid plaatst ons ongetwijfeld voor een opgave, maar voor Johannes is het veel meer een gave, als ranken geënt te zijn op de ware wijnstok, die Christus is. Want Hij is het die ons liefheeft en ons vasthoudt in alle omstandigheden. Hij is het die ons zijn Vader, de wijnbouwer, laat kennen. En zo krijgt dat oude Bijbelse beeld, die bekommernis van Jahwe voor zijn volk, een nieuwe betekenis in de liefdevolle zorg waarmee Jezus zijn leerlingen omringt. Hij is één van hen geworden, vergroeid met de vreugde en het verdriet van mensen. En de leerlingen van hun kant hebben, met de inzet van hun leven, zijn boodschap verkondigd. En uit die verbondenheid is de Kerk gegroeid, waar wij nog altijd toe behoren. En die band van eenheid wordt nog altijd bewust beleefd, is mijn ervaring.
Hoe kunnen wij nu 'in Hem blijven', als ranken verbonden met de wijnstok? Kijken we daarvoor naar het levensvoorbeeld van Jezus. Laat zijn woorden spreken tot ons hart, dan zullen we stilaan doordrongen worden van zijn Geest en vruchten voortbrengen die Paulus in zijn Galatenbrief de 'vruchten van de geest' noemt: goedheid, ingetogenheid, zachtheid, geduld ... Met die vruchten mogen de vormelingen in de komende weken op weg gaan.
Paulus heeft zich met alles wat hij had en was, verbonden met Christus. Hij heeft in het christendom wortel geschoten, raakte er thuis en legde getuigenis af van zijn geloof met dezelfde felheid waarmee hij het christendom eerst bestreed. Wie goed geworteld is, brengt goede vruchten voort. Ranken die niet goed verbonden zijn met de wortelstok, zullen geen goede vruchten voortbrengen. Maar verbonden met Jezus en met elkaar kan ons gelovig leven vruchten dragen. Op eigen kracht kunnen de ranken niet leven. Ook wij kunnen op eigen kracht geen goede vruchten dragen. Wij hebben het sap van Gods liefde nodig om te kunnen groeien als mens en als christen.
Daarom doet het mij zo'n deugd dat ik na zovele jaren priester-zijn, mag ervaren dat de band met God, met Jezus, en door de werking van de heilige Geest, nog altijd vreugde brengt bij zovele kinderen, jongeren, gezinnen. Het houdt mij jong!
Met dank aan Marcel Schoeters en Sonia De Winter voor de foto's!
Jan Verheyen, pastoor-deken