Als pelgrim in Frankrijk en als pastoor op weg naar de abdij van Sept-Fons waar ik enkele dagen retraite hield, wilde ik kost wat kost ook eens een zondagsviering meemaken in een Franse parochie. In Frankrijk is de term "pastorale eenheid" al veel langer ingeburgerd en dus zocht ik op de website een zondagsviering in een pastorale eenheid. Ik vond een viering om 10 u in de pastorale eenheid, Saint Benoît du Guiers, in het bisdom Chambéry. Deze pastorale eenheid, intussen heet dat in Frankrijk alweer gewoon "parochie", bestaat uit 13 kerkdorpen waarvan vier kerken nog open zijn en waar wekelijks in andere kerken eucharistie wordt gevierd. De parochie telt ongeveer 13.000 inwoners. Hier mijn indrukken, mijn vreugde en verdriet dat ik die zondag mocht beleven.
Zondag, dag des Heren. Het was een reisdag voor mij. Ik zou ongeveer 240 km moeten rijden die zondag. In de abdij werd ik in de namiddag verwacht, de eucharistie daar haalde ik dus niet, wel de vespers in de vroege namiddag. Daarom zocht ik op internet, meer bepaald op "Google" ; dat is soms echt een geschenk uit de hemel, waar ik missen kon vinden in de buurt.
Ik vond die op 2 km van mijn laatste hotel. Ik was echt nieuwsgierig. Hoe zou een zondagsviering in Frankrijk verlopen? Op televisie had/heb ik al vaker gezien dat er de kerken vol zitten. Dat ook daar priesters/pastoors veel kerkdorpen moeten bedienen.
Ik was ruim op tijd, rond 9.40 u stapte ik de kerk binnen. Er waren al zeker een 40 tal gelovigen, die in de hartelijkheid die de Fransen eigen is, al met elkaar aan het praten waren en ook mij heel vriendelijk kwamen begroeten. Er werd me de weg naar de sacristie gewezen. Daar waren diaken Bruno en père Cyprien al wat aan het overleggen. Ik vroeg of ik mee mocht celebreren. Natuurlijk, dat was geen enkel probleem. We maakten nog wat nader kennis. Diaken Bruno werd 20 jaar geleden diaken gewijd en père Cyrien, afkomstig uit de Centraal Afrikaanse Republiek was 18 jaar priester maar omwille van gezondheidsproblemen geschonken als Fidei Donum priester aan het bisdom Chambéry sinds 3 jaar.
Ondertussen was de kerk al flink gevuld, zeker 150 mensen, maar dat vonden ze maar ‘weinig’. In de vakantie zijn er altijd minder, vertelde diaken Bruno, normaal zijn we met 200. Klokslag 10 u of tijdig beginnen, kennen de Fransen niet. Er werd nog wat over en weer gelopen, afspraken gemaakt, de dame van de voorzang gaf nog enkele duidingen en ja enkele minuten na 10 u weerklonk de intredezang begeleid door orgel en klarinet, geen koor maar heel de kerk zong mee. Het enthousiasme raakte me al onmiddellijk maar dat was nog maar een begin. Ik werd even voorgesteld door de pastoor maar moest dat dan ook zelf nog doen. Dan begonnen we met de eigenlijke eucharistie. Kyrie en Gloria werden volmondig door de hele gemeenschap meegezongen, na het openingsgebed ging iedereen zitten. Voor de eerste lezing kwam er zomaar iemand uit de gemeenschap naar voor, voor de tussenzang weer iemand anders die het refrein bij de psalm voorzong en daarna de psalm zong. Bij het alleluia veerde iedereen recht. Nu werd er niet alleen uit volle borst gezongen maar spontaan begonnen mensen in de handen te klappen. Diaken Bruno kwam de zegen vragen, ik moest op het moment de zegenformule nog vertalen, de homilie was dan voor P Cyprien, zoals ik al schreef.
Voor de voorbede kwam een dame met handgeschreven voorbeden naar voor, zelf gemaakt, zeer zinvol, kort bij de gemeenschap, kort bij de actualiteit en realiteit van de gemeenschap en niet zoals wij uit boekjes die al maanden op voorhand zijn geschreven zonder de minste band met de realiteit en actualiteit van kerk, gemeenschap en wereld.
De collecte gebeurde door vier kinderen die in de kerk waren, het was me al langer opgevallen dat er bij die 150 toch ook nog wat kinderen, jongeren en jonge koppels waren, een minderheid weliswaar maar toch! De collecte ... daar schrok ik van. Was niet bestemd voor een goed doel of zo, toch lagen er opvallend veel biljetten in, net zoals bij ons tijdens de eerste periode na de corona. Ik heb er spontaan een foto van gemaakt na de viering.
Bij het Onze Vader wilde ik eens zien hoeveel kinderen er waren. Ik was echt diep ontroerd, de tranen kwamen zomaar, toen ik zag dat een tiental kinderen naar voor kwam op mijn vraag. De tranen waren er omdat ik kinderen, jongeren en jonge gezinnen dus mis in onze gemeenschap. Na de viering maakten we nog een foto met die jongeren, maar er waren al enkele vertrokken. Ik moest zo denken aan de woorden van de heilige paus Joannes Paulus II: "De kinderen en de jongeren zijn de toekomst van de kerk". En dat zonder de oudere generatie af te schrijven, want zij hebben de missie/opdracht om die jongeren in te wijden in het geheim van ons zo kostbaar geloof.
Met z'n drie deelden we de heilige communie uit. Verschillende keren verschenen kinderen en jong volwassenen zelfs met de armen gekuist voor hun borst als teken dat ze nog niet de eucharistie mochten ontvangen en dus nog op weg waren naar de volgende stap in de initiatie van het geloof : ze kregen dan een kruisje, een zegen. Opvallend met welk een eerbied dat verliep, knielend, buigingen, knielen voor of na de communie. Een warme en tegelijk moderne vorm van devotie.
Na de zegen mocht ik nog even het woord tot hen richten, daar ze nog dingen wilden weten/vragen. Tenslotte konden we de slotzang zingen en de kerk verlaten, waarna de meesten op het kerkplein bleven napraten. Gemeenschap voor en na de viering.
Ik leerde toen ook nog dat ze slechts vier van de 13 kerken nog gebruiken. Dat ze elk weekend elders eucharistie vieren, op zaterdag en op zondag (twee missen per weekend) en dus zonder "zondagskerk". Dat je zogenaamd nooit op voorhand weet waar de viering is, daar bleek daar niemand over te morren: "Je hebt toch het kerkjournaal, internet en als je elke week komt, weet je waar je moet zijn". Er werd evenmin een probleem gemaakt over zich te verplaatsen, je zogenaamd vertrouwde parochie achterlaten. Waar de eucharistie op zaterdag/ zondag gevierd wordt, daar moet je zijn, is hun wijsheid. Wat een eenvoud, wat een hartelijke warme gemeenschap. Mensen en ‘ik op kop’, hebben daar nog veel van te leren.
Wat ik op televisie al ooit eens zag, was nog maar de helft van de realiteit die ik die zondag in die gemeenschap mocht beleven. Vol goede moed, diep verwarmd door het enthousiasme, de uitstraling van deze gemeenschap, ging ik op weg naar de abdij waar me opnieuw een wonder te wachten stond: een gemeenschap van enkel jonge monniken, meer dan 75! Oude monniken zag ik niet, de oudste schatte ik in de zeventig of bleven die ook jong omwille van dat jonge volk? Ja de kerk, de gemeenschap kan maar weer groeien, bloeien, leven als jong en oud van elkaar willen leren, de rijkdom van het verleden koesteren en de hoop op een nog betere toekomst niet verliezen.