Bouw van de kerk
Waarschijnlijk werd de Sint-Annakerk in Stene gebouwd in opdracht van Robrecht de Vries omstreeks 1070. Aanvankelijk was het een kapel in hout die later verbouwd werd tot een stenen gebouw. Er zijn verschillende bouwstijlen zodat we mogen aannemen dat de kerk meerdere veranderingen heeft ondergaan.
De noordbeuk is vermoedelijk van rond 1253. De middenbeuk zou van circa 1334 zijn. Na de verwoesting tijdens het beleg van Oostende (1601-1604) door de Spanjaarden, volgde de wederopbouw (1625) en de aanbouw van de zuidbeuk. Vanaf de 17e eeuw zijn er meerdere restauraties gebeurd. In de kerkregisters lezen we dat de toren omstreeks 1655 uit metselwerk was opgericht. In 1846 werd een portaal toegevoegd met neogotische inslag en werd ook het doksaal met orgel gebouwd.
Bij besluit van 9 maart 1983 werd de Sint-Annakerk officieel beschermd als monument. Op 5 april 1995 werd de kerk eveneens beschermd als onderdeel van het dorpsgezicht. Interessant nog om weten is dat een kleine kopie van de Sint-Annakerk in Japan werd nagebouwd.
Huidige renovatiewerken
Sinds een paar jaar zijn in samenwerking met agentschap Onroerend Erfgoed renovatiewerken uitgevoerd. Het doel is om de kerk te restaureren en de structuur te verstevigen. Er wordt naar gestreefd om de originele kleuren terug aan te brengen. De renovatie wordt in drie fasen uitgevoerd. De noordelijke beuk was de eerste fase en is ondertussen afgerond.
Archeologische vondsten
Tijdens voorbereidende renovatiewerken in 2019 werden meerdere vloerniveaus gevonden. De vloer werd dus meerdere keren verhoogd om overstroming te voorkomen. Bij grondwerken werden drie grafstenen uit de 14e eeuw ontdekt. De eerste zerk met een afbeelding van een ridder ligt nog op zijn vindplaats in de noordbeuk en is te zien onder glas. Een andere zerk is van een onbekende vrouw met twee kinderen, misschien de echtgenote van bovengenoemde ridder. Deze zerk werd opgegraven en op een andere plaats in de kerk bewaard. De derde zerk ligt gedeeltelijk onder de biechtstoel en werd ongemoeid gelaten. Tijdens dezelfde werken werden ook verschillende skeletten teruggevonden.
Gedetailleerde beschrijving
* Buitenkant van de kerk
De kerk is een hallenkerkje met drie ongelijke beuken. De beuken dateren uit verschillende periodes. Kenmerkend is het hellend torentje met kruis en haan. Het klokje werd in 1758 gegoten door G. Dumarey uit Brugge en weegt 281 kg. Tijdens de eerste wereldoorlog werd ze door de Duitsers weggenomen en nadien vervangen met geld van de zogenaamde "oorlogsschade".
De sokkel van de noordgevel vermeldt de namen van religieuzen die daar begraven zijn.
Tegen de oostgevel, in een blinde nis, hangt een 19e eeuws houten beeld van Christus aan het kruis uit het atelier van Oberammergau. Het Christusbeeld is waarschijnlijk in lindenhout gemaakt en het kruis is in eik. Aan dezelfde kant ligt het graf van E.H. Josef Gezelle, pastoor van Sint-Anna van 1898 tot 1903 en broer van Guido.
* De noordbeuk
De noordbeuk bevindt zich links als je binnenkomt. Deze beuk werd in de loop van 2023 gerestaureerd als eerste deel van een renovatieplan.
De drie ramen zijn door Ganton-Defoin gemaakt en stellen van links naar rechts voor: de heilige Livinus, de heilige Barbara en de heilige Maria. De omlijsting aan het plafond dateert oorspronkelijk van 1846 en werd uitgevoerd in neo-Lodewijk XVI-stijl. Verschillende delen moesten gerenoveerd worden.
Het Onze-Lieve-Vrouwaltaar uit de eerste helft van de 19e eeuw werd in 2023 terug in de originele kleuren geschilderd. Bovenaan staat het houten beeld van Sint-Anna ten Drieën (17e-18e eeuw). Het middenpaneel noemt: "Elisabeth verklaart Maria de heilige Schrift" en is van E. Lacroix uit Oostende. Op het antependium onderaan het altaar wordt het Lam Gods voorgesteld.
Rechts hangt een schilderij op paneel, genoemd: "Calvarie met Maria Magdalena". Dit olieverfschilderij was vergeeld en een gedeelte was overschilderd. Na restauratie in 2023 werd het origineel werk herontdekt. Het schilderij werd in 1612 gemaakt en de schilder werd geïdentificeerd als Petrus Claeis. Het schilderij getuigt van een hoge kwaliteit met scherpe detaillering en fijne nuances.
* Tussen noordbeuk en hoogkoor
In een nis staat een 19e-eeuwse houten pop die Onze-Lieve-Vrouw met kind voorstelt. De nis zelf zou dateren van de 17e eeuw. De portiek heeft een fries met een vrijmetselaarsvoorstelling van de drie graden: leerling (brengt werkgerei aan), compagnon (met boomzaag) en meester (met pluimenhoed en winkelhaak). Bovenop centraal staat het beeld van de zegenende Christus tussen twee engeltjes.
* De middenbeuk
De twee gebrandschilderde koorramen in het hoogkoor zijn vervaardigd door Jules Dobbelaere uit Brugge in 1904. Links stelt het raam de heilige Maria en heilige Anna voor, rechts de martelingen van de heilige Apollonia.
Het hoofdaltaar is gewijd aan de heilige Anna en dateert ook uit de eerste helft van de 19e eeuw. De lambrisering van het koor en de koorbanken zijn geplaatst tussen 1763 en 1768. De vier gedecoreerde panelen die het koor afsluiten dateren uit de 18e eeuw.
Links in het hoogkoor hangt een "Piëta" op paneel dat een 19e-eeuwse kopie is van een schilderij van Antoon Van Dyck van 1634. Rechts in het hoogkoor hangt een schilderij op doek: "Jezus breekt het brood met de Emmaüsgangers" uit de 17e eeuw (Vlaamse school).
* Preekstoel
Op de panelen van de preekstoel zijn bustes aangebracht van Onze-Lieve-Vrouw en van de heilige Willibrordus. Op het muurstuk staat een buste van de heilige Anna. De onderkant van het klankbord (bovengedeelte van de preekstoel) is versierd als hemel met duif.
* De zuidbeuk
De zuidbeuk bevindt zich als je binnenkomt rechts. De drie ramen zijn zoals de noordbeuk ook door Ganton-Defoin gemaakt en tonen van links naar rechts: het heilig Hart, de heilige Jozef en de heilige Eligius.
Ook het zuidaltaar of Sint-Willibrordusaltaar is in de eerste helft van de 19e eeuw gemaakt. In de nis bovenaan bevindt zich een houten beeld van de heilige Willibrordus. Het schilderij op het middenpaneel heet: "De geboorte van Jezus" en is geschilderd door E. Lacroix. Onderaan het altaar staat een graftombe met daarop een afbeelding van de heilige Apollonia in een medaillon geschilderd. Tussen de preekstoel en het zuidaltaar hangt een "Piëta" op doek uit de 19e eeuw.
* De doopkapel
Achteraan achter het smeedijzeren hekken aan de westkant is de doopkapel. De 19e-eeuwse doopvont met deksel is gesigneerd door J. A. Devriese uit Oostende. Het hedendaagse pastel schilderij herneemt de doopvont die door Onze-Lieve-Vrouw gezegend wordt.
* Doksaal met orgel
Het orgel werd in 1846 gebouwd door Ch. L. van Houtte uit Waregem. Verscheidene herstellingen en verbouwingen hadden plaats in 1906 door Jules Anneessens en in 1935 door Jozef en Pieter Loncke uit Esen. In de loop van de jaren 60 van vorige eeuw werd het orgel omgebouwd tot een romantisch instrument door de firma Loncke uit Zarren. In 2009 werd het orgel door de firma Lapon uit Diksmuide gerestaureerd en terug omgebouwd tot een classicistisch klinkend orgel zoals het instrument bedoeld was bij de bouw in 1846.
Gekende pastoors Stene
- 1640 - 1643 Joannes Bultinck
- 1643 - 1647 Rochus Thijeri
- 1647 - 1650 Petrus Bulthinck
- 1650 - 1661 Henricus Ghoormachtigh
- 1661 - 1665 Franciscus Delaplace
- 1665 - l666 Franciscus Hoevenaeghel
- 1666 - 1669 Nicolaeys Hoorens
- 1669 - 1670 Hendrik Rielandt
- 1670 - 1672 Jacobus Gheys
- 1672 - 1679 Olivier Dedenain
- 1679 - 1682 Pater Bernardus Wales
- 1682 - 1684 Empde
- 1684 - 1699 Pieter Jacobus Desomer
- 1700 - 1702 Christoffel Verhulst
- 1703 - 1709 Joannes Bouret
- 1709 - 1716 Franciscus Ferdinandus Vanderweerde
- 1717 - 1725 Joannes Vandermoortel
- 1725 - 1727 Ravelaere
- 1727 - 1730 Karel Loys
- 1731 - 1734 Coubout
- 1734 - 1734 Petrus Claeys
- 1734 - 1743 P.C. De Knock
- 1743 - 1746 J.B. Hoet
- 1746 - 1762 Jacobus Philippus Van Stalraeven
- 1763 - 1798 Jos. Laur. Vandeputte
- 1800 - 1801 Lodewijk Maryssael
- 1801 - 1802 Petrus Josephus Bleyenberghe
- 1802 - 1814 Ainandus Josephus Canneel
- 1814 - 1830 Jacobus Josephus Desouter
- 1830 - 1835 Joannes Benedictus Langendonck
- 1835 - 1840 Petrus Jacobus Wancour
- 1840 - 1851 Carolus Ludovicus Vanslambrouck
- 1851 - 1869 Petrus Planckaers
- 1869 - 1873 Leonardus Neckers
- 1873 - 1879 Philippus Jos. Bettenof
- 1879 - 1898 Lodewyk Lawaisse
- 1898 - 1903 Joseph Geselle
- 1903 - 1910 Lodewyk Maselis
- 1910 - 1919 Henricus Leroeye
- 1919 - 1924 Amatus Berlamont
- 1924 - 1930 Firminus Vansteenbrugghe
- 1930 - 1936 Richardus Hollebecq
- 1936 - 1942 Nestor Lodewyck
- 1942 - 1948 R. D. Vermeersch
- 1945 - 1956 Georges Devriendt
- 1956 - 1965 J. Van Steenkiste
- 1965 - 1989 Jozef Gesquiere
- 1989 - 1995 Willy Bonte
- 1995 - 2002 Lieven Gistelinck, Jean-Marie Luca en Luc Vantyghem
- 2002 - 2018 Luc Vantyghem
- 2019 - 2020 Luc De Graeve
- 2020 - Bart Bonné